zaterdag 19 oktober 2013
Sietske 90 jaar
"Ongelofelijk, dit is mijn leven, ja zo was het". "Hier staat alles in, he Annet?" Sietske kijkt me met natte ogen aan en houdt het boek omhoog nadat ze met een klein zakdoekje nog gauw even een traantje heeft weggepinkt. Na het applaus pakt ze mijn hand en kust me op de wang. "Kom je weer eens koffie drinken?" Dan klikken de camera's en doet ze een rondje langs de genodigden. De negentig jarige, mooi gekapt en frivool gekleed als stralend middelpunt. Haar hele familie heeft zich om haar heen geschaard. Van de 8 broers en zusters zijn nog een paar over, ik herken hun gezichten van de foto's in het boek, ik weet van hun kattenkwaad, hun onderlinge band, hun ruzietjes. Ik was gedurende twee maanden een voyeur in hun leven en ze weten niets van mij, hoe bizar. Na mijn toespraakje waarin ik vertel over hoe het boek tot stand is gekomen, over de bijzondere uren samen, over de klik die we vanaf het eerste moment hadden, alsof we elkaar in een vorig leven al eens hadden ontmoet, omhels ik haar ter afscheid en ga met een heerlijk gevoel naar huis .....
donderdag 17 oktober 2013
Terhorne 1978 feest
"Hee, we zouden nu toch "pom pom pom" zingen en door de knieen gaan", fluistert Ton zijn koorleden toe. "Neen oen, het tussenstuk is nog niet begonnen, doorzingen!", sist Valerie. Jacob voelt dat zijn pruik langzaam scheef zakt en bedenkt dat ie om de broek van zijn vader bij nader inzien toch beter een riem had kunnen doen. Janny kan met moeite haar in de haast gefabriceerde luier op zijn plek te houden en raakt tekstueel het spoor totaal bijster. "Waar zijn we eigenlijk?" vraagt ze aan haar buurvrouw. Valerie is inmiddels opgehouden met zingen en geeft zich, gekleed in de trouwjurk van haar moeder, over aan een onbedaarlijke lachstuip. Een volle zaal met enkel bekenden ligt bijkans in een deuk als het zoveelste couplet finaal de mist in gaat en de kledingstukken van de koorleden hun weg richting de grond zoeken.
Het slotfeest van de camping vierden we elke zomer in de Buorkerij, in de kern van het dorp, en hoe goed we ons optreden ook voorbereidden, het draaide altijd op hetzelfde uit: chaos en lachen, gieren, brullen.
Wat een heerlijke tijd om op terug te kijken.....
woensdag 16 oktober 2013
Oma en haar parkiet
Als ik voor de deur sta, ziet de kamer er leeg uit. Een stapeltje kranten ligt op tafel, daarnaast een bril, een gehoorapparaat en een tweetal net opengemaakte brieven. "Joehoe, opa doe eens open, waar is je gehoorapparaat, ik zit op de wc!", klinkt er uit het kleine raampje boven mij nadat ik lang op de bel heb gedrukt. "Oh, Annet, we zijn wel thuis hoor", de deur gaat langzaam open en opa doet een stap naar voren. "Leg je even de parkeerkaart achter de ruit?" en hij drukt me het geplastifeerde kaartje in de hand. "Opa, doe gauw de voordeur dicht anders vliegt Siska naar buiten!" roept oma vanuit de wc. "Ja ja oma, de kooi is nog dicht, er kan niks gebeuren", stelt opa haar gerust. In de kamer schijnt de zon heerlijk naar binnen, plantjes staan in glimmende potten op de vensterbank, de kachel brandt en er staan twee kopjes op tafel.
Als oma de kamer in komt loopt ze rechtstreeks naar de kooi en zet het deurtje op een kier. "Ik ben toch wel zo wijs met mijn Siska", zegt ze terwijl ze met haar neus tegen de tralies aan staat. "Ik kan haar gele veertjes gelukkig goed zien he opa?""Ja oma, dat is mooi", vleit hij terwijl hij een pak koekjes probeert open te maken. "Lytse rakker!" galmt het opeens door de kleine kamer, grasparkiet Siska laat van zich horen. "Het is een aardigheid, en kijk ze geeft ook kusjes" . Oma houdt zich vast aan het dressoir om vervolgens met haar gezicht vlakbij het kopje van de parkiet te komen. "Als opa nou goed de deuren dicht houdt hoef ik mijn Siska nog lang niet te missen", vervolgt ze. Opa heeft inmiddels het pak koekjes open en mompelt wat.
Als ik wegrijd en ik kijk in mijn achteruitkijkspiegel raak ik ontroerend door de twee uitbundig zwaaiende gestaltes......
dinsdag 15 oktober 2013
Taai taai
"Nee he mama, wat voor kaart ga je nu weer maken?" Sanne ziet mij aankomen met een zak taai taai en voelt de bui al hangen "ik wil niet zo voor aap staan als vorig jaar!" pruttelt ze verder.
Oktober, november vaste prik, dan vonden de generale repetities plaats voor de kerstkaartfoto van dat jaar. Het begon met een tekst en dan kwam het moeilijkste gedeelte, namelijk mijn drie bloedjes in positie brengen om de tekst kracht bij te zetten met een afbeelding. In de meeste gevallen stonden de figuranten niet echt te trappelen, en was het nog een hele toer om ze zonder gehakketak naast elkaar te krijgen. Tot overmaat van ramp liep er dan ook nog eens op het moment supreme een hond door het beeld die zich uitgebreid ging staan krabben, waarop werd gereageerd met "mama dit wordt niks, hou maar op".
In 1995 besloot ik te gaan werken met de tekst "Hou je taai in 1996".Met een volle zak taaipoppen toog ik naar huis en legde enthousiast mijn plan uit. Enige respons bleef uit. Op de oprit zette ik de formatie tegen hun zin neer en vroeg ze iets met de taaipop te toen. "Mama, wat zijn dit voor smerige dingen, ik hou ze gewoon vast hoor" mokt Sanne. "Wanneer mag ie uit mijn mond?" kreunt Niels.
Toen ik de foto weer vond op zolder, kon ik een glimlach niet onderdrukken....
maandag 14 oktober 2013
Kampioenen Schildweek 1974
Terhorne camping Oan e Poel: "Ze zijn kampioen geworden !" Na het telefoontje uit Schildwolde, gaat het als een lopend vuurtje over de camping. Siets en Jacob hadden op het Schildmeer ondanks de leut en de korte nachtjes de kampioensbeker veroverd en zeilden de concurrenten op afstand. Eerste in de Vaurien klasse! Uit tenten en caravans rennen kinderen die het nieuws met elkaar delen, "Heb je het al gehoord?" Ouders zoeken elkaar op en drommen samen bij de steiger. "We moeten wat doen met zijn allen!" wordt al vrij snel geopperd. Jong en oud steken de koppen bijelkaar, plannen worden gesmeed, taken worden verdeeld. Vaders zoeken planken, sprokkelen spijkers en timmeren in een mum van tijd een erepoort inelkaar. Moeders halen ballonnen en freubelen rozetten, en wij wikkelen tientallen meters zeegroen toiletpapier om de erepoort en voelen ons een met de kampioenen. Tenslotte mag degene met het mooiste handschrift "Hiep hiep hoera" schrijven en oefenen we nog even om tegelijkertijd ons lied aan te heffen.
Als de nietsvermoedende zeilers die avond de camping opkomen, zijn niet alleen zij, maar wij allemaal trots.
Een voor allen, allen voor een......
Gelredome Nick & Simon
"Gelukkig
heb ik mijn bril bij me, anders zie ik niks". "Heb je de paraplu's
mee?"
Sanne stapt druipend van de regen en woordenwatervallend de auto in
op station Apeldoorn. "Ik zeg wel hoe je moet rijden rijden mama",
gaat ze verder. Als wij door de beslagen ruiten borden "Nick &
Simon" zien, volgen wij klakkeloos de kudde. "Nee mama, we moeten
omdraaien, ik wil niet met die pendelbus, we pakken een andere afrit!".
Met gierende banden, toeterende auto's om ons heen trek ik aan het stuur en rij
weer terug. "Jezus, wat een ellende", hoor ik naast me.
Na een half
uur rond gereden te hebben durf ik het haast niet te zeggen. "Sanne, sorry
hoor volgens mij zijn we weer op dezelfde plek beland, hier staan die
misselijke pendelbussen weer!". "Dat kan toch niet waar zijn!",
briest dochterlief. Een verkeerregelaar verzekert ons dat we de kudde moeten
volgen. Poepsjagrijnig wurmen we ons in een pendelbus en hangen stomend als
apen aan de lussen. Als we druppend en verwaaid het Gelredome binnenkomen zoekt
Sanne de plekken, want ik ben in allerijl mijn leesbril vergeten... We zakken
op 2 stoelen neer en maken foto's.
"Nou mama, we hebben mooie plekken",
en ze leunt relaxed achterover. "Volgens mij zitten jullie op onze
stoelen", hoor ik opens achter me. We moeten een rij dalen. "Sanne, kijk dan
ook goed!" mopper ik. Als we net weer goed en wel zitten, komt er wederom iemand naar ons toe met de mededeling dat we ook nu op verkeerde stoelen zitten, dit tot grote hilariteit van de
mensen om ons heen.
Als we eindelijk rij 14 plek 126 en 127 te pakken hebben,
en zweren dat we geen stap meer zetten, hoor ik een gil naast me.
"Mammaaaa, nou ben ik mijn bril vergeten in de auto, ik zie geen moer in
de verte!". We rollen tegen elkaar aan van het lachen.
Op de terugweg
rijdt de pendelbus, waar we hebben moeten vechten voor een zitplek, tot
overmaat van ramp rond middernacht tegen een winkelpui aan en moeten we
overstappen in een andere bus. "He he daar is mijn bril" zegt ze als
we eindelijk na veel gezoek de auto in rollen.
"'t was een leuk concert mama, maar
Expeditie Robinson is hier niks bij...!"
Rohan
"Rohan moet die broccoli nog
lang?"
In de geduldige opmaat naar een bestaan van begeleid wonen is Rohan
een grote steun. Hij staat Niels als persoonlijk begeleider elke woensdag
terzijde, tracht hem met engelengeduld verkeersveilig te maken, leert hem
pinnen, brengt hem een stukje huishouding bij, bereidt hem stap voor stap voor
om binnen nu en drie jaar de sprong in het diepe te wagen.
Soms voeren ze lange
gesprekken samen, want ,"mama met een man praat je gewoon anders" legt
Niels uit, "wij hebben het bijvoorbeeld over chickies, dat snap jij niet".....
Terhorne forever
Terhorne forever; rode draad door mijn leven. Daar kom ik steeds thuis, daar werd ik gevormd, daar ben ik geworden. Ik ken elke steen, de geur van de struiken, het gevoel van mijn boot in planee. Ik spreek er de taal van de wind. Ik ben er volwassen, maar herken bij vlagen het kind. Soms als het licht even uit is, verlang ik terug naar die tijd. Toen de schaterlach weerklonk door de bomen, de boten met bollende zeilen. Je hebt me gevormd, dit ben ik geworden.
Terhorne, een vat vol heerlijke herinneringen.
Weemoed
8.00 uur, Terhorne, de dauw ligt loom over de velden. In de verte klinkt de vertrouwde kerkklok, ooit meedogenloze aangever van bedtijd. Een vroege visser haalt zijn eerste hengel op. In een inham rennen twee futen kwetterend over het water, een kopmeeuw scheert over het spiegelgladde meer.
De Heerenzijlse brug verkeert nog in rust, maar maakt zich op voor een drukke dag. De prille zonnestralen tippen aan het Starteiland, nu nog in nevelen en sluimer gehuld, straks middelpunt van zeilersmystiek.
Een briesje golft door het riet.
"Windkracht 3", mompel ik, "mooi zeilweer", en ik loop in gedachten verzonken achter mijn honden aan die hun parmantige pootjes laven in de ochtenddauw en geen weet hebben van wat zich in mijn hoofd afspeelt...
Cafe Zevenwouden, Terhorne
"Geef mij
nog maar een jonkje Janke" ' vroeg Willem steevast, zittend op zijn
vertrouwde rechterhoekje van de bar, zijn zwarte hond Brenda rustend aan zijn
voeten. De laatste ronde duurde bij Willem eindeloos...
Ook wij brachten de
nodige uurtjes door in De Zevenwouden, hangend aan de bar, wereldproblemen
besprekend vanaf een gecreeerde zitplaats op het biljart, glas bier in hand, in
de ogen het vuur van de discussie.
Vaak ook keken we terug op een net verzeilde
wedstrijd en analyseerden we op onze manier boeirondingen en kruisrakken. Of
een van ons deed op hilarische wijze verslag van de wekelijkse waterdropping
waar altijd wel wat mis ging. Soms ook repeteerden we voor een van de vele
bizarre stukjes die we gingen opvoeren tijdens de traditionele
jaarlijkse talentenjacht.
Tussen de bedrijven door werd het bier onafgebroken aangedragen
en gunde Janke iedereen een blik in haar oh zo diepe decollete....
Ik nam er
laatst een kijkje, Zevenwouden anno nu, beelden kwamen terug, herinneringen
echoeden van alle kanten..
Sneekweek 1979, Greate Griene
"Hou op met dat
getreuzel, jullie moeten het water op, heb je je baan al bekeken, volgens mij
is de wind gedraaid!" De supporters, lees - onze ouders -, waren bijkans
zenuwachtiger dan wij. Onze boten lagen vaak op een vaste walplek op de Greate
Griene. 's Ochtends vroeg toog de karavaan met ouders en kinderen in kajuit-,
motor- en speedboten naar het rustige eiland in het Sneekermeer waar we onze
boten hadden liggen. Er werd nog gauw een plasje gedaan in het struikgewas,
alvorens de wetsuits en de zeillaarsjes, meestal nog koud en nat van de vorige
dag, aangingen en de haren in een staartje werden gebonden. Vaders en moeders
renden koortsachtig af en aan met stopwatches, zwemvesten, trapezebroeken en
banenkaarten. Onderwijl doorelkaar roepend "Wie gaat het eerst het water
in, jongens help even duwen!" "Maak nou toch eens voort!"
Ja
hartverzakkingen hebben we ze bezorgd.
Maar ze waren er wel. Regen, hagel, storm of
wind, en ze verzaakten nooit...
Pepernoten
"Oke, omdat jij het zo leuk vindt
mam", zucht ze, nadat ik haar enthousiast een pakketje in haar handen heb
geduwd met de mededeling "dit breekt je huiswerk wat, ga maar even
pepernootjes maken".
Ze bekijkt het kant en klare deeg enigszins
misprijzend, maar gaat desalnietemin lijdzaam met het bruine goedje aan de
slag.
Ze snijdt, ze kneedt, ze verdeelt en schuift tenslotte het blik in de
oven. "Wat ruikt het toch heerlijk" probeer ik nog, als ze nors het
baksel door het raampje bekijkt.
Dan
verraden de kuiltjes in haar wangen een onverwacht binnenpretje:
"Zeg mam, Sinterklaas staat zeker ook in
de oven met die monsterlijke groene schoenen van jou aan...."
Lucinde
Soms kijk ik heel stiekem naar je en wil ik de tijd stilzetten.
Elk jaar gaat sneller, hoe lang hou ik je nog
bij, hoeveel maak ik met je mee?
14 ben je nu, en ik al 54, en er staat nog
zoveel te gebeuren in je leven, nog zoveel pijntjes te verzachten, nog zoveel
strijdjes om te strijden, zorgen om te delen, knuffels om te geven.
Dat doet
soms pijn van binnen.
Maar ik beloof je, ik word heel oud voor jou......
Moedervlek
"Ik laat dat ding weghalen!" zegt ze door de telefoon, "ik ben er klaar mee, hij is ontsierend en vies!". Ik ken elk moedervlekje, elk sproetje, elk littekentje van haar lichaam. Dat heb je met moeders, de landkaart van de huid van hun kind staat op hun netvlies. Het kleine bruine moedervlekje op haar wang dat ik vele malen aanzag voor een chocopasta klodder en dan tot gruwel van mijn kind voordat ze het schoolplein op liep met een natte spuugvinger tevergeefs poogde weg te poetsen. "Mama hou op, die vlek gaat niet weg!"
En dan de moedervlek op haar rug, zo horend bij haar. Ze had hem laten weghalen, wond ontsmet, gaasjes erop en eraf, alles voor een "schone" rug.
Gisteravond kwam
ze thuis en na een tijdje vraag ik terloops "Goh, hoe is het eigenlijk met
je moedervlek?". "Mama, hou op schei uit, hij zit er weer!"
briest ze en ze tilt haar shirt op.
"Dat is omdat ie bij je hoort
schat!" zeg ik. In mijn hoofd is de landkaart weer compleet....
Shampoo
"Annet, kom ns hier". Haar
stijlvolle kapsalon straalt luxe uit, dure merkproducten sieren de wanden,
dames van stand zitten aan de leestafel". Ze pakt me bij mijn schouder en
trekt me naar zich toe. "Dit moet je even halen bij de Welkoop, super
spul", fluistert ze. "Niet tegen Tonnie zeggen hoor, die vindt het
niet zakelijk van me". Ik zet thuis de fles onopvallend op de keukentafel
en verkneukel me over wat komen gaat.
"Mammmmma, hoe kom je daar aan, weet je
wel dat alle celebs in Amerika dit gebruiken, krijg je heel mooi haar van, heb
je mijn blog soms gelezen?" Sanne rukt zich van haar laptop los en doet
een greep naar het goedje. Niels pakt het vlak voor haar neus weg. Hij houdt de
fles op leesafstand, neemt een hap adem en spelt hardop
p.a.a.r.d.e.n.s.h.a.m.p.o.o., meteen gevolgd door "Maar we hebben helemaal
geen paard!"
Even later staat Sanne euforisch onder de
douche.....
Sanne
"Dag mam, ik ga nu naar de gate,
kus".
En weg is ze, mijn Sannemijn. Ik zie nog een laatste foto op
Facebook, 3 lachende meiden, het avontuur tegemoet.
Ik zie haar nog uit het
zwembad klimmen, halverwege diploma A, en door het bad galmen "mama ik wil
naar huis!". Of die keer dat ze tijdens een feestelijke schoolavond zo
meeleefde met de rollen van de anderen dat ze loeihard vanachter het gordijn de
teksten ging voorzeggen. En ontroerend was haar optreden toen haar grote broer
Niels werd geplaagd op school.
Ze rechtte haar rugje en sliste door haar
'fietsenrekje' : "niet plagen, dat is mijn broertje Niels, hij heeft een ontwikkelingsachterstand."
En nu is ze 22 en gaat ze backpacken in Thailand, mijn Sannemijn.
Op je schouder reis ik met je
mee, altijd.
Terhorne 1979, sleepperikelen
Sleepperikelen zeilwedstrijden: "Janny en Annet, hebben jullie alles,
peddel het meer maar op en hou een landvast bij de hand, ik pik jullie zo op,
ik wil op tijd door de brug".
Oom Gerard bereidt zijn sleep voor op vertrek. "Nee wacht even, mijn routekaarten liggen nog bij de caravan en
mijn brood en drinken ook", roep ik in paniek en ik geef een schreeuw
richting het veld. Flapperend in haar nachthemd, het haarnetje op half zeven
komt mijn moeder de steiger op rennen met de missende spullen.
"Denk er
nou zelf toch eens aan, het is altijd hetzelfde, kijk je stopwatch was je ook
nog vergeten" pruttelt ze. "Waar blijft Rene nou weer, is ie het
slootje al uit?", oom Gerard, normaliter de rust zelve, begint hem te
knijpen. "Straks komen we te laat", verzucht ie terwijl ie de motor
van zijn boot start en tante Truus op het achterdek klaarstaat om ons landvast
te vangen en aan een van de kikkers vast te maken.
Ook Rene die inmiddels op
het meer dobbert gooit zijn sleeplijn en zo koerst het moederschip uiteindelijk
richting de Heerenzijlbrug en kabbelen wij erachter.
Tijdens de sleep naar
Goingaryp bekijken we de windrichting en plakken de banenkaarten alvast op de
gangboorden. "Wat een gehaast om niks, we zijn zat op tijd", roept
Rene boven het geluid van de motor uit.
De brugwachter haalt glimlachend zijn klompje in..........
De brugwachter haalt glimlachend zijn klompje in..........
Ode aan Niels
24 jaar geleden. Mijn
eerstgeborene, de eerste die het magische woord 'mama' tegen me zei.
We zijn
een lange weg gegaan ; je zou nooit leren praten en lopen zou je evenmin. Er
volgden jaren van therapieen, van oefenen, van doorzetten en geloven in. En
kijk nu waar je bent, en wie je bent geworden! We zijn er nog lang niet, maar
we hebben een doel. Als ik het sociaal maatschappelijke vangnet om je heen heb
voltooid, kan ik je loslaten.
Ik ben blij dat je mij als je moeder hebt
gekozen. Ik had je voor geen goud willen missen! Gefeliciteerd! X, mama
Spin
"Oh mama eet je hutspot, dan stap ik nu op de trein!" "Niels zet nog maar een bord bij, Sanne komt eraan". Twee uur laten stort de uitwonende zich op het eten. "Oh heerlijk, daar had ik zo'n zin in, hebben we ook een toetje?" Even later verdwijnen de meiden naar de badkamer. Ik zit net goed en wel als ik word opgeschrikt door een hels kabaal.
"Mammmmaaa kom gauw, een hele grote spin!". De twee zusjes
hebben zich verschansd in de badkamer. "Kijk hoe groot!" schreeuwen
ze door de deur heen. "Mama doe wat!". Niels die achter mij aan is
gekomen, bekijkt het insect zorgvuldig van alle kanten. "Zal ik zijn poten
even tellen?" "Jezus Niels doe normaal, haal dat beest weg!"
schreeuwen zijn zusjes. "Nee ik haal Pip wel", bedenkt Niels en gaat
op zoek naar een van de honden. Terwijl de meiden blijven gillen vanuit hun schuilplaats,
zegt Niels rustig. "'t Is opgelost, Pip heeft er een poot afgebeten; ik ga
weer verder met mijn lego" en hij loopt weg bij het plaats delict.
Even is
het stil, dan klinkt het oorverdovend uit twee kelen vanachter de badkamerdeur
:
"Wat hebben we daar nou weer aan, hij
houdt toch nog genoeg poten over om mee weg te lopen!; mama wij blijven
hier!!"
Levensverhaal
"Ik kom uit een arm, maar evenwichtig
gezin", spreekt de 81-jarige met heldere, soms overslaande stem."We
waren niemand en we hadden niks,". Hij pauzeert even en lijkt in gedachten
verzonken. Ik zit op de velours gebloemde bank, schrijfbloc op schoot, mijn pen
geeft vorm aan zijn levensverhaal.
Ik vang zijn emoties en breng hem in contact
met zijn herinneringen. Sommige zijn pijnlijk, andere ontlokken hem gedurende
het gesprek een glimlach. Hij herbeleeft zijn kattenkwaad, zijn eerste baan,
zijn eerste kus...
Ik
leer van hem, over hoe het was zonder overdaad, de overzichtelijkheid van toen,
de soberheid. Hij schetst mij het gevoel van dagenlange honger, toen de oorlog
in elke vezel kroop en een kind van tien moest werken voor twaalf en halve
gulden per jaar.
Ik word er stil van .... elke keer weer.
Expeditie Giethoorn
Het Schelpenmuseum is ons doel. Die vermaarde hoge bruggetjes blijken echter een dingetje. Eerst sjor ik op mijn hoge hakken de rollator omhoog, de zwenkwielen raken de brug, ik kukel naar voren en word gelukkig aan de overkant met het gevaarte opgevangen. Tja, en dan meneer de Wit nog, "leg uw handen op mijn schouders, maar niet teveel aan me hangen hoor, zet uw voeten tegen de dwarsbalken, en niet lachen!". Midden op de brug, ervaar ik een soort van levende rugzak, ik krijg de slappe lach en kan me nog net op tijd aan de leuning vastpakken. Meneer de Wit ploft tegen mijn rug aan. Achter ons staat een horde mensen die geen kant op kan en voor ons durft niemand de brug op. Als we al gierend de overkant bereikt hebben, rijdt ie in het museum tot overmaat van ramp ook nog eens iedereen over de tenen, maar onze middag kan niet meer stuk.
Als we het museum uitkomen, doemt het hoge bruggetje al eer als een monster voor ons op.
"Meneer
de Wit, kunt u zwemmen....?"
Bar Dancing de Kajuit Terhorne eind jaren '70
"Die ouwelui
komen toch niet weer he", "als ze komen, smeren we 'm".
In Bar
de Kajuit heerste eigenlijk altijd een gezellige, broeierige sfeer. Het bier
vloeide rijkelijk, er werd geflirt, gelachen en gedold. Slowen met je verovering
van de avond op "Sailing" van Rod Stewart, met zijn allen enigszins
beneveld in een kring meegalmen met "Rivers of Babylon", polonaise
door de kroeg en dan slap van de lach vastlopen in de garderobe en geen kant
meer op kunnen.
En elke avond tegen enen pakte Auke zijn mondharmonica en
terwijl het licht langzaam aanging speelde hij "Daar komt Swiebertje"
ten teken dat we echt naar huis moesten.
In het allerergste geval zwaaide
uitgerekend op dat moment de kroegdeur open en kwamen onze ouders, Joop Annee
met vlag voorop, in polonaise binnen.
Ja, welke kroegbaas sluit dan de tent nog .........
Terhorne nazomer 2013
"Tot vanavond
mama", en weg zijn ze voor een dagje bij hun papa. Vandaag is het mijn
dag. Ik geef de honden eten, pak wat proviand en een mooi boek, gooi een
vouwfiets in de auto en zet koers naar Terhorne. Als ik onder de dreigende
lucht over het schelpenpad fiets kom ik tot rust, gedachten krijgen structuur,
zorgen vinden een uitweg, schaduw maakt plaats voor licht.
Ik ga in de regen op
zoek naar een uitzicht dat ik herken van vroeger en kom uit op de steiger.
Ik
zie het eiland aan de overkant, Akkrum in de verte, de Kouwe Maag, De
Meinesloot..
Regendruppen mengen zich met die ene traan, die langs mijn
gezicht, over het frame van mijn fiets, tussen de steigerbalken door het water in
glijdt.....
Pap
Anderhalf jaar geleden, een ongelukkige
val. Daar lag ie, vleugellam, ontredderd en verstoten. Jarenlange boze stilte
maakte plaats voor mededogen. Ik hees hem wekenlang de trap op, zette hem onder
de douche, kamde zijn dunner wordende haar en knipte zijn nagels. We waren kind
aan huis in de rolstoeltaxi, het ziekenhuis en therapiepraktijken. We vonden
onze oude grapjes terug, we maakten hernieuwd kennis. "Vergeet je straks
niet krentjepap mee te nemen, als je boodschappen gaat doen, dat maakte mijn moeder
altijd zo lekker". Zijn lip trilt. "Nee pap, 't komt goed, ik ben zo
terug". In de gang strompel ik bijna over een spiksplinternieuwe rollator.
"Ja die kan naar zolder, maar dan heb ik hem alvast" roept ie me na.
Ik sla de voordeur dicht en denk melancholisch:
83 jaar, mijn vlees en bloed.
Met meneer de Wit in Terhorne
"Armen en benen binnenboord meneer de
Wit" , de autodeur slaat dicht. Rollator en stok in de klep en daar gaan
we, weg van het tehuis, weg van de monotoon tikkende klok der eenzaamheid, de
rammelende koffietrolleys op de gang, de geduldig wachtende karren met vuile
was, even een paar uurtjes proeven van de vrijheid, even weer volwaardig mens
zijn. We laten het tehuis achter ons en rijden keuvelend door de weilanden. Na
maandenlange gesprekken over zijn leven, wijd ik hem in in het mijne. Ik vertel
over mijn jeugd en neem hem mee naar voor mij dierbare plekken. Ik laat hem
Terhorne zien, het dorp, de brug, de poel. We turen samen over het water, hij
benoemt de schepen die we zien. "Kijk daar gaat een oude vrachtschuit, oh
en daar zie ik een duwboot". Hij glundert en veegt met zijn vinger de
laatste slagroom van het bordje, want taart staat steevast op het program.
"Jammer dat je nu op vakantie gaat" zegt ie bij het afscheid.
"Eind augustus kom ik weer meneer de Wit, en ik stuur u een kaartje uit
Italie". "Oh dat zou ik leuk vinden, zet er maar op kamer 20".
Hij zwaait me met zijn stok uit.
Schildweek 1979
"Weet iemand waar
Johan is?" "Volgens mij in de kieteltent", gaapt Siets. Begin
juli vaste prik, de dolste zeilweek van het jaar. Met trailers, proviand, boten
en tenten togen we naar Schildwolde om daar de boel traditiegetrouw met ons
ploegje weer eens flink op de kop te zetten. Steevast stond de
"residentie", de moedertent van Siets, pontificaal in het midden en
schaarden wij onze kleine tentjes er omheen. Johan en Gea voegden zich bij ons
met hun rode bus, door Siets omgedoopt tot "kieteltent" en dan kon
het feest beginnen. Eten was niet meer dan een noodzakelijk kwaad en diende
slechts als ondergrond..., want Boei 12 lonkte en hield ons tot vroeg in de
ochtend in haar greep. De blikken Suzi Wong nasi, de koude ravioli, de kleffe
pannekoeken die door de lucht vlogen en dan toevallig op een hoofd belandden,
het hoorde allemaal bij De Schildweek. "Hee, lig jij hier ook, en waar is
Marjan eigenlijk, we moeten opschieten, we starten over een uur". Na
ultrakorte nachtjes stonden we lodderig onze boten op te tuigen voor de
dagwedstrijd. Dan 's middags even bijkomen, boekje, dutje, om s' avonds na de
zoveelste ondefinieerbare maaltijd "volgens mij moet je dit warm eten..."
weer hevig te swingen en te keten.
Jongens, waar blijft de tijd.......
zondag 13 oktober 2013
Uitje naar Sloten met meneer de Wit
"Je reed
me bijna van de sokken, meisje!". "Hoezo "van de sokken", u
heeft helemaal geen sokken aan meneer de Wit!", ik hap naar adem. Meneer
de Wit kijkt naar beneden waarop tien blote tenen terugstaren. Hij op zijn
beurt grijpt zich vast aan zijn rollator van het lachen. De toon is gezet. We
koersen binnendoor naar Sloten, praten wat en kijken om ons heen. "Dit is
een drukke tijd voor de boeren", zegt ie als ie de bedrijvigheid op het
land ziet. "Dat was hard werken vroeger, maar ik ben er niet minder van
geworden". In Sloten aangekomen gaan we met zijn rollator het gevecht met
de kinderkopjes aan, duwen, tillen, trekken, er lijkt geen eind aan te komen,
de wieltjes hebben duidelijk hun dag niet. "Leuk he, meneer de Wit",
verzucht ik licht ironisch als we eindelijk op een terrasje zitten. "Ik vind
het machtig!" glundert ie boven zijn koffie, "zo beleef je nog eens
wat, zullen we ook taart nemen?". Tijdens de rollator exercitie terug naar
de auto rapen we nog wat mooie glimmende kastanjes. Als ik hem bij het tehuis
afzet, heeft ie nog rode konen van plezier.
"En nu gauw sokken aan doen he, meneer de
Wit, niet verder vertellen....."
Sneek 1979 supporters
"Rijk, kijk uit, een
boot over bakboord,... toe draaien!!" "Rustig Tien, ik had hem allang
in het oog, hij gaat achter ons langs". "Mieke schuif eens op, volgens
mij zie ik onze Ronald, kijk daar bij die rode ton, hij ligt 4e". An tuurt
in de verte. "Tini mag ik de verrekijker even?". "Wat een wind,
ik hoop dat ze het houden met de spinnaker" zucht Rijk. Tini zwaait
uitbundig als ze de zoveelste bekende voorbij ziet varen. "Tien hou je
vast, een hoge golf!"
Rijk manoeuvreert behendig door het zeilersveld,
terwijl Tini in het roefje poogt zonder morsen koffie te maken.
Onze ouders, onze supporters..
Knabbel
Woensdagmiddag met meneer de Wit :
"Een gezellig middag!" roept een meneer in een rolstoel ons nog na,
en weg zijn we, meneer de Wit en ik, Knabbel en Babbel op avontuur. Knabbel zit
wat sneu naast me, "Kop op meneer de Wit, niet sikkeneuren, daar is het
veels te mooi weer voor". Zijn gezicht klaart wat op. Op weg naar IJst mis
ik bijna een afslag. "Meneer de Wit grijp de leuning!" roep ik
terwijl ik een heftige stuurmanoeuvre maak. Er ontvouwt zich langzaam een
glimlach op het gezicht naast mij. "Wat ben je toch ook een monster"
zegt ie gekscherend. Als we voor de zoveelste keer een bordje "Koffie met
Gebak" menen te volgen en ergens in the middle of nowhere belanden waar we
wel koeien maar geen koffie zien, stoot ie me aan en zegt glimmend "ik heb
een prachtmiddag!" "Maar alles gaat fout!" roep ik
verontwaardigd uit. Ten langen leste strijken we neer in Langweer. We peuzelen
een stuk taart op en genieten van de koffie in het bruine cafeetje waar ik als zeiler zo
menigmaal kwam.
Ik
ben blij dat u weer lacht, meneer de Wit" zeg ik bij het afscheid.De tante Ellie
" Haal dat bord maar even uit De Tante Ellie, al jaren een gevleugelde uitspraak bij ons in huis. We bedoelen hiermee de servieskast die ze altijd zo liefdevol afstofte en nu als eerbetoon aan haar bij mij staat.
Tante Ellie, de 9 jaar oudere zus van mijn
moeder. Daar waar Mieke de spotlights zocht, welbespraakt was, hield Ellie zich
op de achtergrond, ze stond niet bekend als charmant of geestig, eerder saai en
ouderwets. Ze bezat noch de extravanganza van mijn oma, noch de chique uitstraling
van mijn moeder. Haar leven kenschetste zich door eenvoud, onderdanigheid en
drama's, maar ik had een zwak voor haar, mijn tante Ellie.
Terwijl een sherry’tje anderen vrolijk
stemde, kwamen na 2 glaasjes bij haar de tranen, en dan viel ze zoals altijd
uit de toon. Ze leed in stilte.
Na haar herseninfarct was ze verworden tot
een plant, gevangen in haar lichaam, opgesloten in haar gedachten, bevroren in
haar woorden. Communiceren deed ze met haar ogen, en die straalden als ik met
de kinderen op bezoek ging. Dan we zetten een hondje bij haar op schoot en
legden haar hand voorzichtig op zijn kopje.
Toen ze eindelijk de ketenen des levens
dorst af te leggen en het licht wenkte, was ik blij voor haar.
Haar servieskast vangt alle herinneringen.....
Haar servieskast vangt alle herinneringen.....
Kamperen in Terhorne 2013
De wind krijgt vat op mijn luifel, het dak klapt en rukt aan de caravan. Slagregen teistert de ramen, de glazen in de kastjes rammelen.
Nog even met de zaklamp naar buiten, kijken of de haringen het houden, en de scheerlijnen op spanning staan. Eenmaal buiten in mijn nachtpon, vliegende wind om de oren, vergeet ik waarvoor ik kwam en kan ik slechts genieten. Die vertrouwde plas voor me, het bekende geluid van zingende stagen en kreunende takken, het geklots van golven tegen het talud, het onafgebroken rood en groen knipperen van de herkenningsboeien van het Prinses Margrietkanaal in de verte.
Ik mijmer nog wat door in de sterrenloze nacht en zoek uiteindelijk drijfnat, verwaaid, maar vervuld van euforische gedachten mijn bed weer op...
Bakkeveen herfst 2013
Woensdagmiddag met meneer De Wit;
"Waarom doe je je achterklep niet open?" vraagt ie als ik met het
nodige kunst- en vliegwerk de rollator op de achterbank hijs. "Oh het
handvat is los, moet even een mannetje bijkomen" zeg ik terwijl ik me in
allerlei bochten wurm om weer uit de auto te komen zonder dat mijn rok naar
boven opkrult. "Niet belangrijk meneer de Wit, instappen met die hap, en
hup met de geit, 't is mooi weer, we gaan chillen!" Zijn gezicht glimt,
"waar gaan we heen?" "Verrassing van de gids" zeg ik
terwijl ik de parkeerplaats van het huis verlaat. Wij rijden door bossen met
schitterende herfstkleuren, de zon en de lucht spelen hun nazomerspel, meneer
de Wit is in zijn element. "Als u uw raam op een kiertje zet, kunnen we de
herfst ruiken" opper ik. Zo komen we al keuvelend en van de omgeving genietend
in Bakkeveen bij de Slotplaats. We maken een praatje met de tuinman die net
rode herfstcalvilles plukt en zoeken dan een mooi plekje in de zon. Als de
koffie en de zelfgemaakte muffins op zijn zegt meneer de Wit. "Als je nou
volgende week wat gereedschap meeneemt, dan gaan we naar een sloper en dan
schroef ik ergens een handvat voor je auto af...... "
Gezelligheid jaren '90 Terhorne
Terhorne Poelcamping herinnering jaren '90: "Hebben we nog sherry?" "Hoezo nu al? " "Zolang ergens ter wereld de klok 5 uur slaat, vieren wij happy hour" zei An dan. Op hoogtij dagen gevolgd door een snelle avondhap om tegen achten, nog enigszins vertroebeld, weer aan te schuiven voor het beruchte piratenbridge. "Tante Muis mag alleen komen als ze die lekkere hapjes meeneemt", zei Jan steevast doelend op mijn moeder, die van de exquise hapjes was. "Annet zal wel weer die goedkope worst met die velletjes meenemen...". An stond te redderen met koffie in het keukentje. Als wij aantraden voor het spel, waren binnen de gemoederen al in de voorbereidende fase. "Anne, waar is mijn bril, je weet dat ik de punten moet noteren, heb je even een lange broek voor me en moet die hond niet naar buiten?". Tussen mijn moeder en oom Jan was het bijkans elke avond raak. "Jongens even uitschuiven, ik wil niet meer naast dat mens van Gorter zitten want die speelt vals", waarop zij reageerde met "Jan Leusink hou op met borrelnootjes in mijn bloes te gooien, ik zie heus wel dat jij dat doet!". "Wanneer komen de hapjes weer door Anne?" Onderwijl zaten wij onderling kaarten uit te wisselen, de geldpot uit het raam te gooien en huisraad te verstoppen. Als na uren valsspelen, dom ouwehoeren en onbedaarlijke lachsalvo's de hapjesschaal en de flessen leeg waren, zette oom Jan zijn favoriete oude jazz CD's op en werd er gezongen en gedanst en verhalen over vroeger passeerden de revue. In het holst van de nacht hoopten we dan onze caravans nog te vinden...
Ik mis het, ik mis ze, op mijn netvlies komt alles voorbij
Hond op dieet
"Is het wel een beetje lekker, anders
eet ie het niet" "Nou geen idee mevrouw, ik heb het zelf niet
geprobeerd..", zegt de assistente van de dierenarts. "Jongens, ik heb
het afvaldieet voor Pip, dus we gaan vanaf nu beide honden gescheiden laten
eten", zeg ik enthousiast als ik thuiskom. "Hoezo "we",
roept iemand uit de wc. "Nou, good luck mam" krijg ik van een ander
te horen, "ik doe niet mee". Tijdens de eetmomenten wordt van
iedereen assistentie gevraagd, wat niet in goede aarde valt. "Mama, wiens
project is dit nu eigenlijk, je ziet toch dat ik mijn nagels aan het lakken
ben". "Kijk uit Lucinde, Pip eet Diddy zijn voerbak leeg!"
wanhoop ik. "Nou ik ga naar boven hoor, die hysterie over die honden, ik
ben er klaar mee, get a life!" Even later steekt iemand zijn hoofd over de
vide en zegt "goh mam, jij wilde toch ook afvallen, kun je het meteen
proeven...."
Mijn ouderlijk huis
Berkenlaan 39, Haren, het huis waar ik mijn jeugd doorbracht. De achtertuin met de kersenboom, waar merels zich te goed deden en wij schaduw zochten, de loom schommelende hangmat waarin ik mijn verdrietjes overdacht, de "schat" onder de steen bij de oprit, er is zoveel. De grote struiken waarin je je zo heerlijk kon verstoppen, de garage waar we schooltje speelden, mijn kamertje waar ik mijn gedichten schreef. Als ik in de buurt ben trekt het huis als een magneet, dan moet ik er heen, stilstaan, kijken, voelen, herinneringen snuiven. In mijn hart blijft dit mijn huis, de plek waar de lach altijd groter was dan de traan, de deur voor iedereen openstond en gastvrijheid hoogtij vierde. Op mijn netvlies komen de fameuze donderdagmiddagen voorbij, de zoete inval, soms zaten we met 15 man op een kluitje, jong en oud, dan werd er gezongen, gelachen, gedanst en gedebatteerd.
Niets was te gek, alles kon.
Mijn huis, mijn hart, mijn herinnering....
50 jaar vriendschap
"Annet weet je nog dat ik als
vierjarige tegen een boom stond te plassen en jij met je broek op je hakken
stampvoetend naast me stond en huilend riep, waarom heb ik nu een
platte?".
Twee kleuters, Berkenlaan Haren, 1963, samen
in de wigwam Indiaantje spelen, uren met de trein op zolder, hand in hand lopen
naar de kleuterschool. We beloofden elkaar eeuwige trouw in de poppenhoek.
Onafscheidelijk waren we, Walther en ik. De jaren verstreken, verhuizingen,
andere scholen, andere vriendenkringen, liefdes kwamen, liefdes gingen, maar we
raakten elkaar nooit echt uit het oog. "Hoe is het met je ouders en je
zusje?", vroegen we dan. Slechts eenmaal hebben we echt gekust. Allebei
getrouwd, kinderen, van alle facetten van het leven onze portie gekregen. En nu
samen lunchen in Heerenveen. We heffen het glas op onze bijzondere vriendschap.
50 jaar geleden nestelden we ons in elkaars hart en zo is het altijd gebleven.
Als hij me voor huis afzet, zegt ie "ik rij nog even naar Sneek, daar ligt
mijn vader begraven, het is zijn verjaardag vandaag, ik breng even een bloemetje".
Opeens ben ik weer dat meisje van vier, bij oom Jos achter in de auto, "ik
vond hem altijd zo lekker ruiken" zeg ik zacht. En met een brok in mijn
keel knijp ik hem even in zijn hand........Kool van Heerenstraat 26
De voordeur staat op een kier. In de smalle gang heerst ordentelijkheid: de zomerjassen hangen keurig aan de kapstok, opa's zomerpetten fier erboven, het trapliftje in ruste. In de keuken op het aanrecht pruttelt hoorbaar een stukje vlees op een eenpits kookplaatje en verspreidt een heerlijke geur, een vaatdoetje hangt netjes over de kraan en de aardappels voor vanavond zie ik geschild in een pannetje water. "Oh, ik dacht al dat ik wat hoorde, ik zet gauw een kopje bij, oma is binnen." In de kamer, weggedoken in haar fauteuil, een grote skibril voor driekwart over haar gezicht, zit oma. Haar witte armen met de zichtbaar blauwe aderen liggen rusteloos op de leuningen. "Ik hoor het al, het is Annet", fluistert ze. "Ik vind er niks meer aan, ik heb zo'n last van het licht" gaat ze verder. Ik kus haar en hou haar even vast. Opa komt binnen, de kopjes op het dienblad rammelen vervaarlijk, hij zet ze zwijgzaam neer. In het trommeltje dat hij me voorhoudt schudden de koekjes. "Maar mama ze komen toch binnenkort een betere loep brengen, dan kun je weer handwerken en misschien wel weer boekje puzzelen", zegt hij troostend. Met zijn bleke hand raakt hij even haar arm aan en ik voel de liefde stromen als mijn blik valt op de trouwring die na 60 jaar dragen dun en versleten is en is opgegaan in de huid van de ringvinger...
Levensboek
Voor me op tafel ligt honderd uur luisteren, inleven, emotie, woordkunst en verbondenheid. Drie maanden lang kroop ik onder de huid van de 89 jarige, oh zo heldere Sietske en weefde ik van haar gevoelens, haar gedachten, haar vreugdevolle, verdrietige en betekenisvolle momenten een levenskleed van woorden. Haar herinneringen vloeiden uit mijn pen, ik voelde haar pijn, ik lachte haar lach. Elke schil van haar leven namen we door, we stonden stil bij de mijlpalen, het harde werken, het warme gezin. En nu ligt het boek voor me, voltooid. Ik ben blij in haar bijzondere leven een klein rolletje te hebben gespeeld en haar herinneringen een toekomst heb kunnen geven. Ik ga haar missen
Meneer de Wit
Elke woensdagmiddag haal ik hem op, meneer
de Wit. Dan zie ik hem al zitten, voor het tehuis, op zijn rollator. Stok in de
lucht als ie me ziet. Soms heb ik een thermoskan koffie en een pak koekjes bij
me en gaan we ergens op een bankje zitten, de verrekijker bij hand, soms rijden
we langs mooie dorpjes en praat hij over vroeger. Af en toe legt hij zijn oude
hand op mijn arm en zegt "ik vind het zo fijn dat je elke week langs
komt". Ik ken zijn moeizame en dappere verleden sinds ik zijn levensverhaal
heb opgetekend. Het heeft ons met elkaar verbonden. Zijn eenzaamheid raakt me
nog het meest. Ik hoop dat ik met de woensdagmiddagen op de valreep nog wat
glans kan geven aan zijn levensavond. Bij het afscheid krijg ik een handkus.
"Dag meneer de Wit, tot de volgende week".
mijn oma Serree
"Uttie, lass mich doch, in meinem
Haus ben ik de baas" , maande ze mijn moeder met haar koosnaampje, en
zette de ronde lage tafel met het Perzische kleedje en de leeuwenkoppen vol met
schalen koekjes en snoepjes. "Nimm maar Lieblinge", zei ze dan tegen
ons en ze genoot als wij de ene na de andere lekkernij in onze mond staken,
terwijl mijn moeder afkeurend maar berustend toekeek. Mijn Poolse oma,
Stanislava Valerie Lamparski, wat heerlijk vonden wij het als kind om die naam
over onze tong te laten rollen en haar over vroeger te horen vertellen. Haar
gebrekkige Nederlands klonk grappig en aandoenlijk tegelijk. Wij hoorden het
niet eens meer. Ondanks twee wereldoorlogen, haar vlucht uit Polen, het verlies
van familieleden, haar ontreddering in Duitsland, was zij onze rots in de
branding. De Mater Familias bij wie je altijd terecht kon en die al onze
geheimen op haar laatste reis meenam. Een reis die ze op haar 93ste overigens
zelf verkoos. "Ich heb alles mitgemacht, jetzt ist schluss". Terwijl wij
met afgetrokken bekkies stonden en ons realiseerden dat dit afscheid met een
hoofdletter was, ging oma met een schaaltje zoutjes rond en vroeg of iedereen
nog wijn had zodat we konden proosten. Ze regisseerde haar leven tot het eind.
"Prosit, nicht traurig sein, wir sehen
uns wieder..."opa en oma
Ik druk op de bel, in huis geen reactie. Als ik met de hand boven mijn ogen naar binnen kijk zie ik ze. Opa zit aan tafel en legt een puzzel, zijn gehoorapparaat ligt op de bank. Oma voert een gesprekje met haar pratende parkiet. Als ik tegen het raam tik, hoor ik geschuifel, oma doet open en tuurt met halfdichte ogen mijn kant op. "Ik ben het oma, hoe gaat het hier?" "Oh papa, zet er nog maar een kopje bij, en pak ook maar even een stuk Friese koek uit de kelder, Annet is er". Opa komt langzaam in beweging en doet wat hem is gevraagd. Zo met elkaar vergroeid, de dag kent enkel automatismen, maar ze hebben elkaar nog dat is alles wat telt. Wat zij niet kan zien, ontwaart hij voor haar, waar hij de draad kwijt is, pakt zij hem weer op. Ze zwaaien me uit tot het einde van de straat me van ze losrukt. Zo dankbaar dat ik van hen nooit ben gescheiden…
Abonneren op:
Posts (Atom)