zaterdag 8 februari 2014
Op weg naar Terhorne, never a dull moment .......(2008)
Terhorne 2008.
"Au, Sanne hou Fluffie vast, hij krabt me!" Lucinde en Sanne maken stampij op de achterbank. Sanne houdt haar konijn los op schoot en een van de honden die ook achterin zit en bij vertrek van huis tussen iemands knieën is klemgezet heeft de kans schoon gezien zich te bevrijden en wil het beestje eens van dichtbij gaan bekijken. Het konijn neemt een sprong en duikt met zijn nagels in Lucinde. De poppen zijn weer eens aan het dansen, en dat gebeurt mij net even te vaak in een rijdende auto.
Ik knijp extra hard in het stuur en hoor tot overmaat van ramp een tennisbal onder mijn stoel door naar voren rollen. Ik voorkom met mijn voet dat ie onder mijn gaspedaal belandt. "Jongens, doe rustig daar achterin, straks krijgen we ongelukken!". Ik voel de stoom uit mijn oren komen.
"Ik had toch gezegd dat Fluffie in een mandje mee moest!" roep ik boven de radio uit die Niels extra hard heeft gezet zodat ie mee kan zingen. "En wie legt er nou een tennisbal op de grond in een rijdende auto?"
Ondertussen heeft ook de viervoeter die voorin op de grond zit lucht gekregen van het tumult op de achterbank, ontsnapt aan Niels zijn aandacht en wurmt zich hijgend tussen de voorstoelen door richting het achtergebeuren. De chaos is compleet. "Mama, Fluffie vindt het niet gezellig in dat mandje, hij wil bij ons zijn!" bijt Sanne me achter adem toe, terwijl ze met kunst-en-vliegwerk haar konijn probeert te vangen voordat de honden hem gaan 'bestuderen'.
"Ja dit is gezellig, straks een aangevreten konijn, twee opgefokte hondjes en een auto met 4 mensen en een hok vol dieren om een boom gekruld!" breng ik witheet uit.
We zijn onderweg naar Terhorne voor een lang weekend. Er kan geen plakje brood meer in de auto. Overal staan tassen, de net aangeschafte nieuwe schotel torent hoog boven de meuk uit, 2 hondenmanden, een baal hooi, een pak zaagsel, een konijnenhok, weet ik veel wat ik allemaal bij me heb.
Ik zwenk geïrriteerd naar een parkeerplaats langs de snelweg en stel kort maar krachtig orde op zaken, tennisbal in de achterklep, konijn in het mandje, en de honden verdeeld over voor- en achterbank. Als de rust is weergekeerd vervolgen we onze Comedy Capers Tour naar Terhorne, en dan te weten dat het maar een kippeneindje is van hooguit 20 km.....
.
vrijdag 7 februari 2014
Van afscheid, weemoed en verdriet...(1978 - 2014)
'The Day After'.
We beleefden het als een soort van vacuüm dag. Het afscheid van Diddy blijft hier in huis nog zo voelbaar, we komen hem de hele dag in zoveel kleine dingen tegen, de ontelbare plukjes met witte haartjes in zijn mand, zijn halsband met het ijzeren riempje in de gang, zijn groene etensbakje in de keuken onder het fornuis.
Momenten van afscheid, van weemoed en verdriet in vele gradaties zijn me in de loop der tijd overkomen.
Ik vond in mijn pen en mijn schrijfblok menigmaal geduldige en troostende bondgenoten. Hele nachten brachten we samen door, de ene keer zat ik achter mijn bureau, een andere keer stond ik aan het raam in gedachten verzonken, soms een traan latend, over de bergen te turen en waande me geborgen in de armen van de donkere nacht.
Nu, zoveel jaar later, sta ik weer voor het raam, dit keer zie ik geen bergen, maar een doodnormale straat in Heerenveen, in een miezerige, regenachtige nacht.
Het gedicht "Aan het raam" dat ik in 1978 schreef past bij een dag als vandaag.
Aan het raam
Maan,
neem mij op
in uw domein
van donker en geheime
flonkerende twinkel
Breng mij naar
uw sterrenwinkel
Haal mij weg
bij 't raamkozijn
met kleuren die te scherp
mij zijn
Voeg mij in
in al uw pracht
laat mij zwart zijn
als de nacht.
Annet
donderdag 6 februari 2014
Dank je wel lieve Diddy.....(5 februari 2014)
"Weet je nog, Diddy, twaalf jaar geleden, in dierenasiel De Wissel in Leeuwarden?
Je stal ons hart zoals je daar zat, drie en half jaar oud en zwaar verwaarloosd, verscholen in een donker hoekje, je verroerde je niet, je keek ons enkel verstild aan en je kleine zwart-witte stompstaartje ging heel voorzichtig heen en weer.
En herinner je je nog onze rit naar huis in de auto? Je had je met je nieuwe riempje om verschanst tussen mijn benen en deed van de zenuwen een plasje, terwijl wij leuke namen voor je aan het bedenken waren. Uiteindelijk werd het 'Diddy', naar het figuurtje uit Donkey Kong. Maar het had net zo goed 'Tubby', of 'Rakker' kunnen zijn, wat maakte het je uit, bij ons was je veilig en niemand zou je meer pijn doen.
Je was niet gewend dat iemand van je hield, laat staan een heel gezin. Voorzichtig legden we je in je mandje en bogen ons over je heen, en jij lag daar maar zo stil, je bewoog nauwelijks, alleen het kleine koekje dat we je gaven knabbelde je schuchter maar dankbaar op.
En wat vond je in het begin eigenlijk van Takkie, die kleine druktemaker, je oudere 'broer', zoals we hem noemden. Hij gaf je ter verwelkoming een lik en ging meteen kameraadschappelijk tegen je mandje aan liggen.
En Diddy, weet je nog, toen je eindelijk na drie weken je eerste blafje liet horen? We schrokken er allemaal van en jijzelf nog het meest. Vanaf toen ging het steeds beter met je, je at goed, rende zij aan zij met je 'broer' door het bos en was altijd te herkennen aan je hoge blafje en je scheve tandje. We hadden zelfs een hele riedel koosnaampjes voor je, 'Sniddel, 'Diddeloris', 'Diddeltje', en toen je de laatste jaren niks meer zag en je oogjes helemaal dof en blauw waren, werd je jongere 'broer' Pip je blindengeleidehond, zo'n aandoenlijk gezicht.
Nu ben je ruim 15 jaar en heb je alles gegeven wat je had. En hoe verdrietig we ook zijn, en hoe vreselijk we je nu al missen, want je was een van ons, het is goed.
Takkie wacht op je.
Dank je wel lieve Diddy voor al die mooie jaren! "
XXX je vrouwtje
woensdag 5 februari 2014
Van onstuimig kind naar moeder ... (1989)
De onrust van de late jaren 70, niks willen missen, overal bij zijn. Je leefde in het oog van de storm, op het scherpst van de snede, je danste op de rand van de vulkaan.
En dan kom je halverwege de jaren 80 eindelijk in rustig vaarwater, en op momenten van mijmering die je zelf niet in de hand hebt, vraag je je opeens af "is dit alles?" Gesprekken met vrienden veranderen, krijgen meer diepgang, je komt elkaar opeens op een andere golflengte tegen, je laat eens een feestje schieten en je neemt na al die jaren van onstuimigheid weloverwogen het penseel ter hand om je toekomst in te kleuren.
Schoorvoetend denk je na over kinderen krijgen, met alle onwetendheden, twijfels en angsten die daarbij horen. Want als je heel eerlijk bent en je kijkt diep in in je hart dan voel je jezelf nog steeds een beetje kind, maar de spiegel liegt niet.
Die laat een volwassen vrouw zien, misschien zelfs wel een moeder.......
Toen Niels werd geboren op 30 juni 1989 schreef ik het gedicht 'moedergevoel' :
Moedergevoel
Geboren
verloren
aan mijn lijf
Jij lieve klein
jij blijft voor altijd mijn
Dat ik niet wist
dat dit bestond
Nu jij er bent
en mij herkent
is eindelijk mijn cirkel rond
mama
dinsdag 4 februari 2014
Grindelwald 1980, een skiles om nooit te vergeten ......
Grindelwald, Zwitserland 1980.
"Ja is goed, ik pak mijn spullen in en kom morgen naar jullie toe!"
Ik leg de hoorn neer en ren jubelend het inpandige telefoonhokje uit op de begane grond van het studentenhuis in Zurich, glij op mijn pantoffels de propere hal door en neem op de geboende houten trap met gevaar voor eigen leven sprongen van twee treden tegelijk. Ik kan mijn lol niet op.
De familie Leusink is met kinderen en aanhang weer neergestreken op hun vaste camping in Grindelwald en oom Jan heeft beloofd me dit weekend te leren skiën. Als ik mijn rugzak heb gepakt ga ik onder in de kelder mijn skies uit het rek halen en prop de skischoenen met veel moeite in een andere tas. De volgende morgen daal ik met mijn pakkelarie de vele trappen af naar het Hauptbahnhof en wurm me bonkend en stotend in een coupe. In Grindelwald volgt een warm en hilarisch onthaal door de welkomstdelegatie en even later zit ik mannetje aan mannetje knus en behaaglijk tussen het bekende bonte gezelschap aan een glaasje kruidenbitter. Het is de bedoeling dat we de volgende morgen bijtijds naar boven gaan voor de skiles van oom Jan maar na het korte nachtje, de schorre keel van het zingen en wat spierpijn vanwege een rare slaaphouding gaan we relatief laat de berg op. "Jan, zorg dat je op tijd bij de laatste lift bent" roept tante An ons nog na. "Om half vier gaan ze dicht en dan komt de nevel opzetten en zie je niks meer". Oom Jan en ik gaan op weg, hij leert me de daarop volgende uren de grondbeginselen van het skiën, ik volg hem in de bewegingen die hij maakt, ik zwenk met rode konen achter hem aan en neem de skihouding over die hij me voordoet. Als hij op een gegeven moment op zijn horloge kijkt is het over vieren, een eerste lichte paniek slaat toe. We zijn de tijd compleet vergeten. Alle liften zijn al gesloten, het begint inmiddels te schemeren en er is geen kip meer op de piste. "Ga maar achterop op je skies zitten", adviseert hij. Maar dan suis ik als een gek recht naar beneden, dus ik laat me al vrij snel opzij vallen. We besluiten onze skies na verloop van tijd uit te doen en verder naar beneden te lopen. Dan valt de duisternis in, kan ook oom Jan zich niet meer oriënteren en vinden we het geen van beiden meer leuk. We ploeteren zij aan zij richting de lichtjes van het dorp, god zegene de greep. Als wij uiteindelijk dodelijk vermoeid en met pijn aan alles wat maar beenspier is het dal bereiken en de caravan in strompelen, schreeuwt binnen iedereen door elkaar.
Tante An haar stemgeluid heeft net even wat meer volume.
"We hebben jullie als vermist opgegeven, ze zijn met honden en fakkels naar boven om jullie te zoeken!!"
We hebben het er nog vaak over gehad, mijn eerste skiles........
maandag 3 februari 2014
Met mijn vader op pad.... (Haren jaren 60)
Haren jaren 60.
"Jan, neem je Annet even mee als je het dorp in gaat?" Mijn moeder staat met een hoofd vol krulspelden boven aan de trap. Ze heeft net gedoucht en staat op het punt onder de droogkap te gaan. Het lijstje met boodschapjes heeft ze beneden op de keukentafel klaargelegd.
Zaterdagochtend, het huis ruikt naar vers gemalen koffiebonen en schoenpoets. Drie paar glimmend gepoetste schoenen staan op een frivole rij in de keuken op de vensterbank en vanuit de kamer klinken de zoetgevooisde klanken van Jim Reeves.
Mijn vader steekt het lijstje in zijn zak, haalt de naald van de grammofoonplaat en loopt met mij in zijn kielzog naar de gang waar de jassen hangen. Als de voordeur achter ons dichtslaat kan het avontuur beginnen.
Het eerste ritje gaat steevast naar Kwekerij van Es aan de Rijksstraatweg, daar maakt mijn vader een praatje met de eigenaar, dol ik wat met de vermaarde papegaai in de grote ijzeren kooi achter in de zaak en gaan we met een bos rozen de deur weer uit. Het gebietste pepermuntje brandt op mijn tong. De volgende pleisterplaats is de Slijterij van Jan en Sientje Bakker in de Kerkstraat. Terwijl mijn vader leunend op de toonbank een mop vertelt en Sientje luisterend en wachtend op de clou een fles Hartevelt kunstig oprolt in een vel doorzichtig wit papier zit ik heerlijk te kauwen op een geel torenschuimpje dat ik uit het koperen trommeltje mocht vissen en vergaap me ondertussen aan de mooie flessen op de mahoniehouten kasten. Als het deurbelletje van de slijter ten afscheid klingelt lopen we een paar panden verder en klimmen het trapje op van de sigarenboer waar we ook een tijdje blijven hangen voor de laatste dorpsnieuwtjes. Ik snuif de heerlijke geur van tabak op en mag een katjesdropje pakken van het schoteltje op de toonbank. Als we daar met een paar pakjes sigaretten zijn vertrokken schiet mijn vader nog wat te binnen en stappen we bij drogisterij Aiking over de drempel voor een flesje Fresh up en scheerschuim. Als mijn vader heeft afgerekend, grijpt ie naar een glazen bakje en stopt mij gauw nog even een dropje in mijn mond. Met het kleffe goedje van de drogist nog plakkend aan mijn kiezen brengen we als laatste een bezoek aan Bertram waar we even neerstrijken op de chique fauteuils voor een kopje koffie en een glaasje ranja.
Als we na uren weer thuiskomen en onze hoofden om de hoek van de kamer steken, zit mijn moeder met keurig gekapte haren en een kopje koffie voor zich.
Ze pakt de onderkant van haar linker mouw vast, schuift hem langzaam omhoog, kijkt op haar horloge en zegt "Wat hebben jullie al die tijd gedaan..?"
zondag 2 februari 2014
Terhorne : het nachtmerrie feest van elke moeder (Sanne 2001)
Terhorne 2001
"Mama, ik weet iets heel leuks, ik hoop dat het mag!".
Sanne vliegt de keuken binnen met in haar kielzog een hele sliert giebelende meiden met wapperende haren.
Tassen en jassen worden op een hoop gesmeten en het gezelschap ploft her en der op banken en stoelen neer. Ik voel een momentje aankomen. "Nou ja, eigenlijk heb ik al tegen iedereen al gezegd dat je het goed vindt ......". Sanne waant zich zichtbaar oppermachtig. Terwijl er een lachje om haar mond speelt kijkt ze haar 'volgelingen' triomfantelijk aan. De ogen van het ploegje zevende groepers gaan enigszins bangig van mij naar Sanne en weer terug. De spanning is voelbaar. "Dat ik wat goed vind?", vraag ik ogenschijnlijk sukkelig, want Sanne trekt een gezicht en de groep kijkt gelaten voor zich uit met hier en daar een krullende mondhoek. "Nou gewoon, dat ik voor mijn verjaardag de halve klas voor een weekend in Terhorne heb uitgenodigd...".
Niemand verroert zich, je kunt een muis horen lopen. "Jemeg, Sanne, zoiets moet je toch eerst even overleggen", breng ik krampachtig uit. "Mama doe niet zo flauw, iedereen neemt een tent mee en Maartje heeft zelfs nog een legertent, en het wordt dit weekend mooi weer, en iedereen heeft er zin in", ratelt Sanne aan een stuk door. Mijn hersenen tollen. Ik neem even een hap lucht. "Om wat voor aantal gaat het?" pers ik eruit ten overstaan van de zwijgende groep. "Jongens met hoeveel zijn we eigenlijk als iedereen komt!", Sanne voelt instinctief dat mijn capitulatie ophanden is. Iedereen begint wat te roepen en ik distilleer daaruit dat er rond de dertien kinderen inmiddels uitgenodigd zijn om op de camping te komen bivakkeren.
We leuren ons de dagen erop ongans aan voedsel, drinken, fruit en andere meuk. Als die vrijdag de meute in konvooi toeterend met ouders het veld op rijdt, kan het feest beginnen. Op het middenveld wordt met tentstokken gejongleerd, er vliegt snoep door de lucht, luchtbedden worden uitgevouwen en pompen worden gepakt. Als het een tijdje later opeens akelig stil is op het terrein achter mij waag ik een kijkje te nemen. Uit de chaos van tentdoek en stokken op de grond, onopgepompte luchtbedden en rondslingerende kledingstukken maak ik op dat de hele zooi onverrichter zake is vertrokken, waarschijnlijk richting de steiger om te gaan zwemmen.
Als tegen het invallen van de duisternis alle tenten, met lichte dwang en hulp onzerzijds, eindelijk overeind staan, de opgelaaide ruzietjes zijn gesust en iedereen een slaapplek heeft bemachtigd, kan ik geen pap meer zeggen. Terwijl ik die nacht als een blok beton in slaap val zien de tijdelijke tentbewoners kans om de hele boel op de kop te zetten en ervoor te zorgen dat de vaste kampeerders geen oog dicht doen. De volgende ochtend word ik in alle vroegte uit bed getrommeld en bij de campingleiding op het matje geroepen wegens het nachtelijk wangedrag van de groep logees.
Sanne vatte het die zondagavond zeer treffend samen :
"Mama, dat doe je zeker nooit weer....."
Waarvan akte.
Abonneren op:
Posts (Atom)