zaterdag 21 juni 2014

Ik ben blij dat ik ze niet vergeten ben (Terhorne jaren 70)



"Ik ga in de tent even een boekje lezen".
Wat was er in de jaren 70 lekkerder dan met een Suske en Wiske, of Asterix en Obelix in je binnentent op je slaapzak te liggen terwijl de regen zachtjes tikkelde op het doek, je laarzen of je gymschoenen op een dweil in het voorportiekje stonden en uit je cassetterecorder de stem van Robert Long of Boudewijn de Groot klonk. Hoe volmaakt was dat. En dan door het getik van de regen heen in de caravan op een paar meter afstand de vertrouwde geluiden te horen van rammelende drankflessen, volwassenen die met elkaar aan de knusse dinette met het gaslampje erboven een kaartje legden, moppen tapten en om de haverklap met zijn allen in een onbedaarlijke lachbui schoten. En 's ochtends vroeg als je loom wakker werd en de slaapzak nog even over je hoofd trok, de kikker serenade aan de slootkant, een groepje eenden dat kroos opsnaterde, een roepende koekoek in de verte.  
Mijn jeugdjaren op de camping in Terhorne. Naast het zeilen en het keten, fungeerde mijn slaaptent altijd als veilige haven. Achter de rits van de binnentent kon ik de wereld even buiten sluiten, mooie boeken lezen, muziek luisteren, mijmeren en gedichten schrijven. Maar het was ook de plek waar plannen werden beraamd, samen giechelend met vriendinnen vriendjes werden doorgenomen en ons eigen campinglied tot stand kwam. En als ik dan zo in mijn tentje lag, soms onhandig leunend op een elleboog, een ballpoint in mijn hand, en om me heen schoolboeken en multomappen die ik even daarvoor uit mijn legergroene pukkel had gekiept, dan leek het alsof de tijd even stil stond, alsof dat moment een dia werd die ik elke keer opnieuw voorbij kon laten schuiven. 
Onwillekeurig wilde ik misschien toen al momenten vasthouden, herinneringen opzuigen tot in het kleinste detail en de bijbehorende gevoelens zodanig subtiel opslaan dat ik ze ooit weer met dezelfde intensiteit zou kunnen oproepen en beleven.
Ik ben blij dat ik die momenten en herinneringen niet vergeten ben.  

vrijdag 20 juni 2014

Gratis kaartjes... (Lucinde 2014)



"Mamaaaa, ik heb 2 gratis kaartjes gewonnen!!"
Ik moet de telefoon met uitgestrekte arm voor me houden om mijn trommelvlies geen geweld aan te doen.
"Wacht even, ik was net bezig uit de auto te stappen, mijn broek zit vast en schreeuw niet zo", kreun ik boven het verkeer uit terwijl ik met een plof terug veer op mijn stoel en het portier dat ik net had geopend met een zucht weer dichttrek. "Hoezo, van wie, wanneer?" breng ik uit. Aan de andere kant van de lijn is de euforiestemming niet meer te stuiten. "Nou van Miley Cyrus!" gilt jongste bloedje die zich echt niet druk gaat maken om de trommelvliezen van haar moeder en zelfs nog een tandje bijzet. "Praat eens wat zachter, ik kom zo weer thuis, dan hebben we het er dan over, ik ben in Wolvega want mijn auto is gemaakt, nou ja gemaakt, er mankeerde niks aan, ook weer een zinloze exercitie", pruttel ik terwijl ik check of mijn broek nog heel is. "OK, tot zo", zegt de andere kant en de hectische verbinding wordt verbroken.
Als ik een kwartiertje later weer thuis ben wordt de draad onmiddellijk opgepakt. Bloedje springt als een kikker door de kamer "En ik heb er helemaal niks voor hoeven doen! Nou ja, ik moest mijn favoriete smiley doorgeven, dat was eigenlijk alles" kwaakt de om me heen springende kikker en stopt ondertussen een handjevol kleurige jelly beans in haar mond. "En wat heb je dan wel voor spectaculaire smiley opgestuurd?" vraag ik snokkelig. "Ach niks bijzonders, een dubbele punt en een hoofdletter D!" giert bloedje. Ik kijk zoals moeders van hedendaagse pubers meestentijds kijken, namelijk dom en onwetend. "Mamaaaa, laaaaat maar!". "En ik neem Ilse mee, alleen, eh, we moeten er nog wel heen, en het is nu zondag al, in Amsterdam en we hadden al een lift maar dat gaat niet meer door..." Ze kijkt me met een paar bruine ogen aan die dwars door me heen prikken. 
"Nee echt niet!" roep ik uit, "ik pieker er niet over!" Dinsdagnacht haal ik je ook al uit Amsterdam op na het concert van One Direction, ik ben geen taxibedrijf! Da's lekker, ...'gratis kaartjes'!" Even staan we zwijgend tegenover elkaar en lezen de gedachten van de ander. "Ja mama, maar de trein is te duur, de kortingskaarten zijn op, en je wilt toch niet dat ik 's nachts bij de Ziggo Dome ronddwaal...?". Haar ogen fileren me inmiddels. 
Ik raap al mijn moed bijeen en doe nog een laatste poging. "Ik weet het goed gemaakt, bel papa maar".
Een half uur later is er 'redding' uit onverwachte hoek.
         

donderdag 19 juni 2014

Soms (1980 - 2014)













Soms
voel ik me zo machteloos
bijvoorbeeld als ik weet 
dat iets dat niet 
voorbij mag gaan,
niet altijd voort kan duren.



Annet

woensdag 18 juni 2014

Veranderingen zijn ophanden (Sanne 2014)




"Mama, we komen zondag wel even naar Terhorne. Nee, we blijven niet eten, want ik ben best gauw moe en ik heb last van mijn stuitje, heb je een kussen waar ik op kan zitten?" Haarlem calling. Sanne spraakwatervalt door de telefoon en ik hoor allerlei snerpende geluiden die duiden op een slecht bereik. "En mama, heb je een parasol want ik wil niet met mijn gezicht in de zon, straks krijg ik een zwangerschapsmasker." "Ja is goed" zeg ik, "we staan aan het water, zelfde plek als vorig jaar en we hebben een parasol".
Als ik neerleg kan ik het niet nalaten mijn kopje koffie op tafel te zetten en even naar de kalender te lopen die aan de zijkant van de koelkast hangt. Ik haal eerst alle losse plakbriefjes eraf waar dingen op staan die ik niet moet vergeten, sla dan de maand oktober op en tel de weken terug.
22 weken zwanger is ze nu, mijn dochter van 23, die zelf nog steeds mijn kind is en altijd mijn kind zal blijven. 
Soms als ik dezer dagen aan het redderen ben, een stukje schrijf of gewoon in het dorp een boodschapje doe, sta ik opeens heel even stil bij alles wat zich momenteel in mijn leven voltrekt, veranderingen zijn ophanden. En als ik haar dan na een tijdje weer zie, met in haar ogen die glans van aanstaand moederschap en ze de stof van het jurkje dat ze aan heeft trots strak trekt over haar buikje dan zijn opeens alle zorgen van dit moment verdwenen. Dan kan ik slechts mijmeren over hoe haar het moederschap in oktober zal vergaan. Zal ze in den beginne net zo onzeker zijn als ik, zal ze net als ik niet genoeg krijgen van het gebiologeerd kijken naar friemelende garnaalvingertjes, trillende minuscule wimpertjes en van het extatisch opsnuiven van Zwitsal baby geurtjes in een met liefde aangekleed kamertje? Ach en die nachten, ik zie mij nog al die nachten als in trance, slaapdronken op mijn tenen naar haar kamertje lopen en haar troosten, of haar haar speentje geven om daarna gewoon even een tijdje op de stoel voor het raam te blijven zitten en haar ademhaling te volgen terwijl de straatlantaarn op de hoek een streepje licht door de gele gordijntjes wierp. 
Zoveel om door te geven, zoveel om te delen, zoveel om lief te hebben. 


dinsdag 17 juni 2014

Oude vriendschap (jaren 70 - 2013)



"Kunnen we niet 'ns een kleine reünie houden, Annelies, jij en ik, gewoon, wat babbelen over vroeger".
Ik las het mailtje een paar keer over en vroeg me af hoe het zou zijn met de afzender. Met Jorden, die lange blonde jongen uit Hoogezand die net als ik schakel zeilde, wiens naam met grote letters op het legergroene zeilhoedje stond dat ik recentelijk op zolder had teruggevonden, de jongen voor wie ik jaren een zwak had. Ik zie hem nog de camping op rijden met zijn witte kever, zijn wit/groene schakel 'Superlink' op de trailer, en Titus, zijn fokkenist, zijn kok, zijn aangever en zijn co-piloot naast zich. Zij sloten zich regelmatig een weekendje naadloos aan bij de zeilers van camping Oan e Poel. Hun rommelige bungalowtent waarin 'Tietje' altijd aan het redderen was, waar permanent wetsuits aan de stangen hingen en Jorden het liefst relaxed op een klapstoel voor de tent zat te converseren met iedereen die aan kwam waaien, kreeg altijd een prominente plek op het kampeerterrein, niet te ver van de steiger en het liefst ergens waar wat te beleven viel.
"Tietje, wat eten we?" werd door Jorden steevast naar binnen geroepen als het gerammel van de pannen was begonnen, de blikken door Titus waren opengetrokken en de eerste etensgeuren door kwamen terwijl wij met een groep voor de tent zaten te gekjagen.
Dat allemaal ging door me heen na het lezen van zijn mailtje, een grijs verleden werd in mijn hoofd ingekleurd. Ik zag weer boten met klapperende zeilen, hoorde het vertrouwde geratel van trailers bij de steiger en het ploppende geluid van opwippende bierdoppen.
Hij sloot zijn mailtje af met "willen jullie ook fotoalbums meenemen uit die tijd, dan doe ik dat ook, kunnen we zien hoe oud we zijn geworden".
Met een kopje koffie en een taartje bladerden we een paar week later bij het station in Groningen met zijn drieën door elkaars fotoalbums, we wisten weer hoe het was, we keken naar de foto's en dan weer naar elkaar, om vervolgens de conclusie te trekken "eigenlijk zijn we in de kern niks veranderd, we zien er alleen wat ouder uit".
En terwijl we bladzijde na bladzijde van de oude albums keerden, en de verhalen van vroeger aan de hand van de foto's weer nieuw leven inbliezen sloegen we de brug naar het heden. 
"Hoe oud zijn je kinderen, zeilen ze ook, heb je je boot nog?"
Aan het einde van avond spraken we af na meer dan dertig jaar onze oude vriendschap in ere te herstellen.  

maandag 16 juni 2014

"Want zolang je bij me bent" (Niels 2014)



"Mama, zet me hier maar af, je hoeft niet met me mee te lopen".
Niels stapt stoer uit de auto, plukt zijn sporttas van de vloer op de bijrijdersplaats en trekt de deelnemerskaart om zijn nek recht. Voordat ie zijn tas heeft omgehangen, waar een handdoek uit bengelt omdat een van de ritsen in de haast niet goed is dichtgezipt, maait ie al enthousiast met zijn armen door de lucht naar zijn teamgenoten die in hun groen/witte trainingsjacks op een kluitje voor de ingang staan. 
"Heb je alles, zit je portemonnee in je tas om wat drinken te kopen?" vraag ik nog snel terwijl ik in mijn hoofd naloop of ik hem vanmorgen al zijn spullen heb zien inpakken. "Mama, ik moet nu gaan, de jongens wachten!". Hij gooit ongeduldig het portier dicht en loopt zijn bekende loopje richting het groen/witte voetbalteam dat hem enthousiast begroet met klappen op zijn schouder en stoere lachende voetbalpraat. Ik blijf nog een tijdje kijken en zet dan mijn auto in beweging..
Toch kan ik het niet nalaten om buiten zijn gezichtsveld het sportterrein weer op te draaien. Ik parkeer achter een grote bus met het kleurige opschrift "Sponsor Team Special Olympics" en begeef me in de roezemoezerige menigte van luid zingende en uitgelaten 'special sporters'. Terwijl ik omringd word door spandoeken, begeleiders, chauffeurs, en supporters met klapstoelen en proviand galmt door de luidsprekers "Want zolang je bij me bent", het liedje van Benny Neyman dat ik vroeger zo vaak opzette tijdens melancholische buien en waarbij ik zo heerlijk mijn tranen kon laten stromen. 
Als ik om me heen kijk en de kakofonie van lopende, zittende en lachende 'speciale' mensen in me opneem, besef ik eens te meer dat ik moeder van een verstandelijk gehandicapte zoon ben en dat dat onomkeerbaar is, maar tegelijkertijd voel ik me gezegend dat ik deel mag uitmaken van zijn bijzondere leven.    
En terwijl ik naar mijn auto terugloop hoor ik mezelf zachtjes neuriën :
"zeg dan dat je bij me blijft,
ik laat je nog niet gaan..."   

zondag 15 juni 2014

Geloven (2014)














Geloven

Geloven 
is zien dat er meer is
dan er is
dat ergens, je voelt het,
iets over je waakt

geloven
is verre van tastbaar,
maar maakt
dat je soms zomaar
aan het bidden gaat.


Annet