zaterdag 17 oktober 2015

Gisteravond (Lucinde 2015)



"Mama, kom gauw, ik krijg geen lucht!".
Ik kijk naar de App-tekst op mijn telefoon en schiet als een snoek van de bank. Het is gisteravond 23.00 uur.
Met twee treden tegelijk vlieg ik naar boven en vervolgens de trap op naar de zolder. In het schemerdonker ligt Lucinde op bed en hapt naar adem. Ik help haar opstaan en hou haar vast terwijl ik met 1 hand het dakraam opentrek en haar zo'n beetje over de rand hang. "Door je neus in, en door je mond uit" zeg ik terwijl ik haar ondersteun en zelf voor-adem. 
Hoe vaak hebben we dit niet samen gedaan, tijdens de vele pijnaanvallen, en gedurende paniekmomenten in de chemo- en bestralingsperiode. We zijn terug in die modus, terwijl buiten de nacht zijn intrede doet en onder ons de straat slaapt. We ademen samen. Al snel merk ik dat ook de buitenlucht er niet voor zorgt dat ze zich beter voelt. Het gaat eerder slechter. En terwijl ik haar sokken en schoenen bij elkaar zoek en haar naar de zoldertrap leid, roep ik naar Niels dat wij voor de zekerheid naar het ziekenhuis gaan en dat hij de lichten in de kamer niet uit hoeft te doen. 
Als Lucinde zich in de kamer aan het barretje vasthoudt graai ik gauw mijn tas, mijn telefoon en mijn autosleutels en binnen een mum staan we buiten en stappen in de auto. We praten niet, de automatische piloot neemt het over. 
We rijden zwijgend naar de spoedeisende hulp terwijl haar zware ademhaling mij inmiddels gaat verontrusten. Iets meer dan een jaar geleden maakten wij deze zelfde rit, met dezelfde symptomen als aanleiding. Mijn hersens slaan op hol, gedachten halen elkaar links en rechts in : "10 september was alles goed. Alle onderzoeken waren prima. Ze ziet er goed uit. Er KAN niks zijn!" Ik herhaal die zinnen in mijn hoofd, bijna als een mantra. Zo maan ik mezelf tot rust. 
Lucinde loopt rood aan en draait met haar ogen. Bij de balie van de spoedeisende hulp worden we apart gezet om te wachten. 
Dan horen we Birkenstocks in de gang. "De kinderarts heeft liever dat jullie naar het UMCG gaan" zegt een oudere dame met een witte jas. "Nee, ik wil graag dat ze hier en nu onderzocht wordt!" dring ik aan. Even later worden we in een donker, beetje spooky ziekenhuis naar de kinderafdeling gebracht. Lucinde zit ondertussen in een rolstoel. Ze kan niet meer staan. 
Als we een kamertje worden binnen geleid herken ik het vertrek. Hier zaten we 24 september 2014, exact hier, en toen voelde mijn moederhart instinctief al dat er een onheilstijding zat aan te komen. Nu zitten we hier weer. 
Er worden testjes gedaan en er wordt onderzocht. Alle waarden zijn goed. De kinderarts die het dossier intussen heeft doorgenomen stelt ons gerust en zegt heel goed te begrijpen dat we angstig zijn en dat de plotselinge benauwdheid van vanavond ons heeft teruggezet in de tijd. We blijven nog een uurtje waarin Lucinde samen met een verpleegkundige ademhalingsoefeningen doet en we allebei een glaasje water krijgen. Het is waarschijnlijk hyperventilatie. Een door de radiolaborant een half jaar geleden al aangekondigd lange termijn bijverschijnsel van de bestraling.
Om 01.00 uur is Lucinde weer bij haar positieven en verlaten we het ziekenhuis.
Eenmaal thuis draait de film in mijn hoofd weer af en besef ik wat voor tijd we achter de rug hebben. 


Annet

donderdag 15 oktober 2015

De Truus-Truus (2015)













"Annet, kan ik morgenavond met jullie mee terugrijden naar Heerenveen?". 
"Prima oma, tot morgen!" App ik terug.
We verkeren de eerste dagen van oktober allemaal in een pre-euforische stemming door de ophanden zijnde eerste verjaardag van James, ons kleinkind, ons neefje. Niels, Lucinde en ik zullen er met zijn drietjes vanuit Heerenveen heengaan.  
Al dagen wordt de stapel kadootjes die ik in de hoek bij het barretje heb aangelegd breder en breder. 
Het is weer zo heerlijk om speelgoedwinkels in te lopen, en treinen, knuffelbeesten, en aaiboekjes door mijn handen te laten gaan, kinderliedjes te horen en me alvast te verkneukelen op sinterklaasinkopen voor het kleine mannetje. Wat een onbetaalbare rebound.    
Donderdagmiddag 8 oktober vertrekken uit meerdere plaatsen in Nederland familieleden van 2 gezinnen met treinen en auto's richting Arnhem waar het feestvarkentje al vanaf 7 uur met een klein kartonnen feesthoedje op zit, waarvan - ik spreek uit ervaring - het strakke elastiekje onder het minuscule kinnetje een klein striemetje zal achterlaten. Zoals het dat deed bij mijzelf en later bij mijn drie bloedjes. Maar het hoedje hoorde erbij. Evenals de slingers en het allereerste verjaardagstaartje met het gekleurde kaarsje erop.
We vieren, pakken uit, spelen, knuffelen en zingen. Als het feestvarkentje tegen achten afgepeigerd op bed ligt en het uitgelaten gezelschap met volgegeten buikjes op de bank hangt wordt het tijd om op te stappen. 
"Mama, ik ben zo blij dat je auto het nou eindelijk weer doet, hoef ik me niet steeds ongerust over je te maken." zegt Sanne bij de deur. Waarop Truus aanhaakt met "nou, ik heb je moeder nog even gevraagd of haar auto weer helemaal voor elkaar was alvorens ik vroeg of ik mee kon rijden". 
Na een uitgebreid "nou doeoeoeoe" lopen we met zijn viertjes de straat in waar mijn auto staat. Als we allemaal onze plek hebben ingenomen en de gordels hebben vastgeklikt, geef ik mijn navigatiesysteem ter instelling aan Lucinde, die samen met Truus achterin zit. Vervolgens start ik de motor en manoeuvreer de parkeerhaven uit. 
"Mama, ik snap er niks van, hij zegt 'kan kaart niet lezen' hoor ik achter mij in het donker. Ik rol terug de parkeerhaven in en draai me om in mijn stoel. "Ik kijk wel even" zegt Truus en ze neemt in het donker het navigatiekastje van Lucinde over. ""Oh nee hè, het kaartje valt ergens op de grond!" klinkt het benepen achter mij. "Waar is dat ding nou, het is hier pikkedonker!" Er wordt door vier handen gegrabbeld tot het kleine blauwe kaartje weer boven water is. 
Als het ding is schoon geblazen wordt het kaartje opnieuw geplaatst en stelt Lucinde het kastje wederom in. "Nou mooi niks, mama, nu is zelfs de kaart van Nederland uit het systeem! We kunnen naar elk land in Europa navigeren, maar niet binnen Nederland." "Sjonge jonge, wat een ellende, deze hadden we nog niet gehad" mopper ik achter het stuur. We zijn ondertussen dik een half uur verder en nog steeds staan we in de straat waar Sanne en Robert wonen."We gaan gewoon rijden hoor", oppert Truus, "het is al negen uur. Ik herken vanzelf iets,.... hoop ik". 
"Wel ja" giechelt Lucinde "met andere woorden, we zetten voor de verandering de 'Truus-Truus' aan...!". 
Als we eindelijk de parkeerhaven afdraaien zegt Truus opbeurend "volgens mij is de route langs 'Het Dorp' van Mies Bouwman wel leuk toeristisch, door een soort bos.  Als ik hem tenminste kan terugvinden...." 
"Nou voor mij hoeft dat niet hoor...", Niels mengt zich voor het eerst in het gesprek, "we zien toch niks, het is pikkedonker....".             



Annet 


dinsdag 13 oktober 2015

Twee pijlers (mam en tante Wil 2015)




















Twee pijlers 
die mij al zolang dragen 

die door me heen kijken,
en me spiegelen laten

hoe bang ben ik 
vol toekomstpijn

als zij er
niet meer zullen zijn.



Annet