donderdag 31 juli 2014
Leven (1977)
Leven
Mijn leven zal een leven zijn
van groot vermaak en diepe pijn
van dag en nacht
van onmacht en kracht
van grillige onbezonnenheid
van overmoed en spijt
van leven en leven laten
van zwijgen en vreselijk veel praten
want ik zou niet willen
dat als mijn leven wordt gezeefd
ik zeggen moet : "'k heb nooit geleefd"
Annet (1977)
Lieve leesvrienden,
Aangezien het merendeel van mijn lezers momenteel vakantie viert neem ik even een blog time out van 8 dagen.
Volgende week woensdag verschijnt er overigens wel een nieuwe column op www.inharen.nl.
Dit maal over mijn terugkeer naar Haren, mijn geboortedorp.
Op zaterdag 9 augustus kunnen jullie het eerstvolgende verhaal op mijn blog verwachten
Dag,
Annet
woensdag 30 juli 2014
De rode bus (Schildweek jaren 70)
"Nee, daar hebben wij geen last van, bij ons is alles droog..."
Als het tijdens de Schildweek 's nachts flink had geregend was het 's ochtends vroeg een drukte van belang op ons tenten kampje in Schildwolde. Menigeen constateerde dat zijn of haar tent zo lek was als een mandje, de spullen de tent uitdreven en ook het voedsel vochtig was geworden. Maar of we ons er nou heel erg druk om maakten, dat kan ik eigenlijk niet zeggen. Als op een soort van automatische piloot sleepten we met onze slaperige hoofden de volgende morgen matrassen naar buiten, hingen slaapzakken over de provisorisch vastgebonden lijnen en gooien her en der wat kleding over stoelen om te drogen. "Gelukkig dat bier in flesjes zit", was zo'n beetje de gevleugelde uitspraak op zulke momenten.
Na een nacht vol nattigheid waren we 's ochtends altijd jaloers op Gea en Johan Schootstra die jaar in jaar uit hoog en droog lagen in hun rode bus. Als wij voor de zoveelste keer in de weer waren om onze tenthuishouding weer enigszins op orde te krijgen en een droge draad aan ons lichaam te trekken, dan lagen broer en zus Schootstra in de bus nog heerlijk te pitten met hun dagelijkse benodigdheden binnen handbereik.
Hoe vaak zaten we niet met man en macht in de rode bus met de deur stijf dicht als de regen weer eens met bakken uit de lucht viel en al onze eigen spullen doorweekt waren.
Zodra de opvallende rode bus toeterend en zwenkend het tenten kampje opreed, waar wij aan het klooien waren met stokken, scheerlijnen, haringen en tentdoek, en tot stilstand was gekomen in het episch centrum van die chaos klonk er een luid gejoel ten teken dat het illustere gezelschap compleet was en de Schildweek kon beginnen!
dinsdag 29 juli 2014
De kinderen van je kind (Mieke 2014)
Het is zaterdagmiddag half 5, er staat een licht briesje en we varen een sloeprondje in Lemmer waar mijn zusje met haar gezin 1 keer per jaar neerstrijkt. Huizen met open ramen, terrassen met spelende kinderen en loom kabbelende boten aan aanlegsteigers trekken aan ons voorbij. Terwijl Ken achter het stuur staat, Valerie met de hapjes rondgaat, ondertussen drankjes inschenkt uit de meegebrachte koelbox en 'en passant' in de gaten houdt of er geen zwemmers voor de boeg opduiken voelt het voor mij weer ouderwets, zo gezellig bij elkaar. Het is te lang geleden.
Ook mijn moeder is in haar element. Al kwam ze deze morgen in Groningen door het warme weer moeilijk op gang en stribbelde haar zwakke hart wat tegen, ze heeft zich vermand om hier nu toch te kunnen zijn. Immers, ze heeft al zo lang moeten wachten. Eindelijk kan ze na al die tijd haar kleinkinderen die over ver wonen weer in haar armen sluiten, grapjes met ze maken en een paar dagen met ze doorbrengen.
Het doet me goed haar zo te zien. Sinds ze door haar gezondheid niet meer in staat is om, zoals ze dat jaren deed, naar warme contreien te reizen om mijn zusje en haar gezin te bezoeken, lijkt het of de contacten, die zich nu uitsluitend in Nederland afspelen, intensiever en emotioneler worden en het afscheid steeds zwaarder valt, ook omdat bij haar de jaren inmiddels zijn gaan tellen. Soms voel ik me op zulke momenten een indringer in een wereld die voor deze korte periode heel even van hun vijven is.
Tegelijkertijd probeer ik me in de opmaat naar mijn omaschap voor te stellen wat voor explosie van gevoel er door een moeder heen gaat als ze het kind van haar kind in haar armen houdt.
maandag 28 juli 2014
De Kaephesten (Terhorne jaren 80)
"Wie let even op het roer, ik ben vergeten mijn schoenen aan te doen."
Of "Anne, heb jij mijn lange broek wel meegenomen?" Als de Kaephesten was losgegooid betekende dat in de verste verte nog niet dat alles aan boord bij de familie Leusink op orde was. Het gebeurde dan ook regelmatig dat er, nadat het schip een meter of wat van de wal af was, alweer rechtsomkeer gemaakt moest worden omdat, de hond nog aangelijnd aan de steiger stond te blaffen, de tas met sherry, worst en kaas in de haast was vergeten, of omdat er toch nog wat verstekelingen wilden inschepen.
Maar hoe dan ook, het was altijd een dolle boel als de Kaephesten met veel kabaal en met de nodige jongelui aan boord uitvoer en oom Jan nog een paar ferme stoten op de scheepstoeter gaf ten teken dat ze nu eindelijk vertrokken.
Al varend op de motor werd als eerste de fok gehesen en voordat we de Heerenzijl brug in het vizier kregen waren er al de nodige flessen ontkurkt, galmde muziek over het water en stond het tuig erop. Niet dat er erg veel naar het vaantje of de zeilen werd gekeken. Af en toe hoorde je wat geklapper en dan werd er een ruk aan de schoot gegeven. Het bonte gezelschap was van het voordek tot de achterplecht veel te druk met moppen tappen en gekkigheid terwijl de houten snijplanken met kaas en worst van hand tot hand gingen en er luidkeels met de muziek uit de luidsprekers werd meegezongen. Naar elk passerend bootje werd uitbundig gegroet en de op het dek gevallen stukjes worst en kaas werden lachend aan de eenden gevoerd. Vaak gingen we op de harde zandgrond vlak voor de strandcamping ook nog even voor anker om met zijn allen te zwemmen en te keten om vervolgens na uren van uitgelatenheid, ruim na etenstijd, als er in de caravans van onze ouders een kouwe prak op ons stond te wachten, weer aan te leggen aan de Poelcamping.
Zo hebben we heel wat uurtjes doorgebracht op de Kaephesten. En het gekke is dat nu, jaren later, het besef pas tot me doordringt dat het stuk voor stuk momenten waren met een gouden randje.
zondag 27 juli 2014
Melancholie (jaren 50 - 2014)
"Toen waren we verloofd."
Ze legt de foto langzaam terug op de stapel en wendt haar hoofd af. Voor haar raam steekt een buurvrouw de hand op, maar ze ziet het niet. Haar ogen kijken naar binnen. Wat zal er door haar heen gaan bij het zien van deze foto vraag ik me af. Wellicht een leven in vogelvlucht. Zal ze stilstaan bij de pieken, of komen juist de dalen als eerste in haar op? Zal ze hem ondanks alles dankbaar zijn voor de kinderen die ze samen kregen en die zij in haar eentje door moeilijke tijden loodste, zal ze spijt hebben van keuzes die ze maakte of overheerst na al die jaren toch de berusting over hoe het is gelopen? Ik ben er nog niet achter.
Levenslust is wat ik hier lees in hun ogen. En als ik de verhalen van vroeger mag geloven hebben ze ook veel gelachen met elkaar, heel veel gelachen. Eigenlijk zijn ze nooit in staat gebleken de ander helemaal los te laten, ook al willen ze dat nog steeds niet toegeven en ook al doen ze nog zo hun best. En het gaat ook niet meer lukken vrees ik, want ze zijn nu respectievelijk 77 en 84 jaar. En dan te bedenken dat ze elkaar al in geen jaren meer hebben gezien of gesproken.
"Hoe is het met mama, kan ze het het beetje volhouden met deze hitte?" hoor ik dezer dagen regelmatig als ik bij mijn vader ben en hij rechtop zit in het ziekenhuisbed voor het achterraam. En als ik mijn moeder aan de telefoon heb kun je er de donder op zeggen dat ze op enig moment vraagt "Is papa alweer naar het ziekenhuis geweest en wat zeiden ze?"
Mijn ouders, ik zal ze nooit helemaal kunnen doorgronden, maar ik hou het erop dat ze, net als ik, een product zijn van hun tijd, hun generatie.
En toch, nog zoveel vragen om te stellen, wijsheden om te ontfutselen, levenslessen om door te geven, nu de tijd door onze vingers glijdt als korrels door een zandloper....
Abonneren op:
Posts (Atom)