zaterdag 14 juni 2014

"Hoezo ongeluk....?!" (2014)



"Oh ja, ik heb vanmiddag ook nog een soort van ongeluk met mijn auto gehad" roept lief doodgemoederd richting de keuken nadat ie aan het eind van de middag bij me is gekomen, het eten al tijden achter de kiezen heeft en in de kamer op de bank zit te zappen met een cocktailtje voor zijn neus "Hoezo ongeluk...?!" bler ik verbaasd uit de keuken terwijl ik net bezig ben wat toastjes spul uit de koelkast te halen. "En dat zeg je nu pas?" Ik ruk een dienblad achter de pedaalemmer vandaan, knal daar de hele handel op en stiefel ermee de kamer in. "Wat is er gebeurd dan, heb je ook schade?" en ik zet al pratend het dienblad met de toastjes en het schaaltje garnaaltjes in mijn ongeduld net iets te hard op tafel. 
Lief kijkt me aan alsof ie zeggen wil, "mens, waar maak je je druk om", vult heel rustig een toastje met garnalen en houdt het mij galant voor. Eventjes kijkt ie bedenkelijk, maar dan klaart zijn gezicht op "Nou nu je het zegt, ik heb wel wat van die nieuwe brede tape van je nodig, want dan plak ik mijn bumper even weer vast, anders hangt ie zo op de grond...". 
Mijn mond valt open. "Het is toch niet te geloven hè, dat zit hier doodleuk te zappen en te happen, terwijl buiten je auto in de kreukels ligt! Ik wil NU je auto zien" zeg ik al knarsend op de garnaaltjes. Als we de oprit aflopen zie ik het blauwe blikken slachtoffer al staan. De bumper hangt tussen hemel en aarde, het glas van een van de koplampen, waarvan de lampen net vernieuwd zijn, is kapot en ik zie nog veel meer sporen van een ferme aanrijding. Ik draai mijn hoofd naar hem toe. "Sjonge jonge, hoe kun je zo rustig zijn, daar mag je dan wel heel wat meters tape tegenaan gooien schat".
De week erop zoekt lief naarstig naar een andere auto, want aan het blauwe brik is volgens kenners geen eer meer te behalen. Op een gegeven moment belt ie me helemaal verguld op "ik heb een andere auto gekocht, met alles erop en eraan, leren bekleding, kiepelbare stoelen, you name it". Het gaat mij het ene oor in en het andere uit. Het enige wat ik in mijn simplicity en tot zijn lichte geïrriteerdheid vraag is "wat voor kleur heeft ie?" 
Als meneer in zijn bolide voorrijdt en ik, quasi geïnteresseerd, een 'vrouwelijk' kijkje neem op de achterbank, ontdek ik de koelkast. 
Ik ben meteen weer bij de les. "Oh, daar past mooi een sixpack Radler in!"
        

vrijdag 13 juni 2014

"Trek AAAAN die fok!" (pap jaren 70 - 2014)



"Annet, trek AAAAN  die fok, niet zo kinderachtig, het is je moeder niet!"
Hoe vaak hesen mijn vader en ik met zijn tweetjes aan de fokkeschoot als ik in mijn beginnersjaren na het overstag gaan net niet genoeg kracht had om het zeil strak te trekken. 
"Zeilhandschoenen zijn voor mietjes!" schreeuwde ie boven de wind uit als ik tijdens het voor-de-windse rak met een van pijn vertrokken gezicht naar mijn beblaarde handen keek. Met een "daar krijg je eelt van" was voor hem de kous af. Hij verblikte of verbloosde niet toen we waren omgeslagen en blauw van de kou de wal op kropen. Evenmin gaf ie een krimp toen ik hem vlak voor het ronden van de boei in een rare manoeuvre per ongeluk een fokkeloet tegen zijn hoofd smeet en bijna een oog uitstak. Het hoorde er allemaal bij, dat is hoe ik het van hem heb geleerd en hoe hij het me inprentte. In de boot golden nu eenmaal andere regels dan daarbuiten. Eenmaal op de wal stonden er gewoon weer een vader en een dochter. 
Een incident dat ik al lang vergeten was borrelde laatst toen we anekdotes aanhaalden opeens weer bij hem op. Hij nam, rechtop zittend in het hoge bed in de kamer, zijn leesbril af en zei met omfloerste stem "en weet je nog die keer dat je tijdens de wedstrijden op Goingaryp mijn leven hebt gered?" Ik zag aan zijn gezicht dat het hem nog steeds iets deed en schaamde me eigenlijk dat het voorval uit mijn herinnering was verdwenen terwijl hij er nog steeds zichtbaar moeite mee had. Ik schoof wat dichter naar hem toe en keek in zijn fletsblauwe ogen. "We waren omgeslagen, het zeil lag over mij heen, en ik lag onder water met mijn voet vast onder de rand van de zwaardkast" vertelt ie, zwaar ademhalend. Hij gebaart om wat water. Als ik hem het glas aanreik waarin een kleurig rietje dartelt vervolgt ie geëmotioneerd. "En toen heb jij me losgemaakt en naar boven gehesen, ik zal het nooit vergeten".  
Zoveel banen samen voor de wind gevaren, zoveel halve-windse rakken met zijn tweeën euforisch in planee geweest en nu samen, loom en vol bezinning, laveren naar de einder... 
          

donderdag 12 juni 2014

'Ouwe Dop' (De Wilp 2014)



"Mijn vader heeft nog zoveel verhalen, zou jij er eens heen willen gaan met pen en papier om zijn herinneringen te vangen en zijn anekdotes te bewaren voor ons en onze kinderen?"
Het is een bijzonder verzoek, van een bijzonder iemand en ik hoef er dan ook geen moment over na te denken. Vanzelfsprekend is het antwoord ja en natuurlijk ga ik naar De Wilp om bij de vader van mijn eerste grote liefde zijn levensverhaal op te tekenen en het samen met hem te larderen met oude en nieuwe foto's uit zijn roerige leven. Ik vind het een mooi verzoek, een eer bijna, om hand in hand met 'ouwe Dop' stapsgewijs dat avontuur aan te gaan, de mijlpalen te benoemen, stil te staan bij de oorlog, de pareltjes van geluk, de kleine en de grote momenten, maar ook bij het verdriet en het ouder worden. Samen gaan we die branding door en schrijvend van onder zijn huid zal ik zijn woorden uit mijn pen laten vloeien.
Gisteren was het dan zover. Na de afslag Marum kon ik de weg alweer dromen als was ik nooit weggeweest. Hoe vaak hobbelde ik hier in een halflege bus met mijn weekendtasje schuddend op schoot nadat mijn moeder mij had afgezet bij het busstation in Groningen. 
Nu anno 2014 herken ik de gezellige slingerweg feilloos en ik weet ook zonder mijn moderne navigatiesysteem dat ik tegenover het huis waar vroeger een stelletje lama's en een enkele dromedaris stonden te koekeloeren linksaf de Wilpsterweg op moet draaien. Vaag verschijnen beelden uit een grijs verleden op mijn netvlies, links en rechts zijn huizen gemoderniseerd, maar hun contouren komen me na al die jaren nog bekend voor. Bij het plantsoen worden de beelden scherper. Ik rem voorzichtig wat af en neem de omgeving zorgvuldig in me op. En dan, aan mijn linkerhand, een glashelder déjà vu. Met mijn ogen zuig ik het beeld van de bushalte en het naastgelegen bushokje op. Dit was de plek waar we afscheid namen, waar we elkaar begroetten en schuilden, in weer en wind, bij nacht en ontij, jaar na jaar. 
Ik kan het niet nalaten om toch nog even langs zijn ouderlijk huis aan de Oosterweg te rijden, de woning die zoveel herinneringen herbergt, de gezelligheid aan de grote tafel, de gastvrijheid, de hartelijkheid. 
Om klokslag 2 uur bel ik met een schrijfblok en een nieuwe pen aan bij het opgegeven adres. 
Nadat ik door het raampje wat beweging in de gang heb gezien gaat de voordeur open en verschijnt het oude, maar vertrouwde lachende gezicht van 'Ouwe Dop' in de deuropening.
Als hij dik anderhalf uur later na een korte pauze met een kopje koffie in zijn hand zegt "zeg nou maar 'Roel'", schud ik zachtjes mijn hoofd.
"Dat gaat me na al die jaren echt niet meer lukken meneer Dop".    



             

woensdag 11 juni 2014

Magisch moment (Terhorne 2014)



Het talud ligt er nog steeds bij als veertig jaar geleden.
En ook de pier en de bosschages zijn dezelfde als waar wij vroeger in het hoogseizoen met lantaarns in de hand en gewikkeld in oude lakens het nachtelijke spokenspel speelden dat georganiseerd werd door het recreatieteam van de Buorkerij. Hoe erg kon je schrikken als het groepje waarmee je het spel begonnen was rond het middernachtelijk uur werd opgesplitst, je vervolgens moederziel alleen en doodsbenauwd in het pikdonker door de bosjes sloop en er pal naast je opeens iemand met een langgerekt "whaaaa!" tevoorschijn sprong en je totaal verblindde met een gammele lantaarn. Wat waren we bang, maar wat hadden we een lol.
Die pier en die bosschages. Toen ik ze afgelopen weekend bij de ondergaande zon weer zag dacht ik onwillekeurig terug aan ons spokenspel van toen.
"Er is niets veranderd" fluisterde ik bij lief zijn oor alsof ik de betovering van het moment niet wilde verbreken. Ik kneep mijn ogen samen en keek door mijn wimpers naar de zon die langzaam steeds verder zakte, meer ging gloeien en telkens een ander kleurenpalet tentoonspreidde. En terwijl we elk in onze eigen gedachten verzonken waren en op het schilderij voor ons iedere keer weer nieuwe penseelstreken verschenen voelde ik een soort van sereniteit opklimmen vanuit mijn binnenste.
Ik merkte dat de magie van dat moment en de hoge herinneringswaarde van die plek een troostende, bijna zalvende werking hadden op mijn gepijnigde gemoed.
Toen ik die avond laat de gordijntjes van mijn caravan sloot en de knipperende bakens van de vaargeul door het laatste spleetje blikten ervoer ik andermaal dat de dimensie tijd hier geen enkele rol speelde.  

dinsdag 10 juni 2014

Geluk (1980)


















Geluk is
innerlijk evenwicht
blij zijn met
je eigen gezicht
Geluk is
jezelf accepteren
ook na al die keren
dat je probeerde
een ander te zijn


Annet   

maandag 9 juni 2014

"Dat doet mijn moeder altijd..." (2014)



"Jemeg, jongens wat is er met dat stuur aan de hand"?
Twee schaapachtige gezichten kijken me in de achteruitkijkspiegel aan terwijl we naar Terhorne rijden en net bij de Heerenzijlbrug zijn. "Hoezo mama?" vraagt Lucinde neutraal terwijl ze met haar lange nagels driftig op haar telefoon tikt. "Nou ik heb het merkwaardige gevoel dat ik een bewusteloze olifant aan de kant moet duwen als ik een bocht om ga!" kreun ik, "of allevier de banden zijn lek, een van de twee" zeg ik met twee handen stijf aan het stuur. "Oh, dat vond Valerie ook al toen we naar de Toppers gingen donderdag", klinkt er enigszins geamuseerd achter mij. "Maar toen heb ik gezegd dat jij eigenlijk altijd zo aan het stuur zit te hijsen", vervolgt Lucinde grinnikend. "Wat is dat nou weer voor onzin, dit is levensgevaarlijk!" roep ik terwijl ik beestachtig stijf mijn stuur omklem en met twee handen en het zweet op mijn voorhoofd een haakse bocht neem en aan de andere kant van de weg beland waar een naderende tegenligger geschrokken lichtsignalen geeft. "Ik rij geen meter meer met dat ding, ik zet hem straks op de parkeerplaats en bel de ANWB, ik heb notabene een tennisarm en ik moet rustig aan doen!" oreer ik op halve kracht, uitgeput door het gesjor.
"Ja mevrouw ik zie het al", zegt het mannetje in het fluorescerende ANWB-hesje de volgende ochtend. "De aircopomp is stuk en de aandrijfriem die ook de stuurbekrachtiging regelt is gebroken, morgen maar naar de garage". "Ben ik blij dat ik vandaag niet meer hoef te rijden", zeg ik opgelucht voordat het mannetje wegrijdt.
Net als ik weer bij caravan aankom krijg ik een App. "Mama, ik heb de bus naar Heerenveen gemist en de volgende gaat pas over een uur, en ik moet op tijd bij Mac Donald zijn. Wil je me brengen?" In mijn hoofd licht code rood op terwijl mijn armen nog pijn doen van even daarvoor. "Sjonge jonge, ook dat nog, moet ik weer met die 'strakke Harrie' de weg op!"  steun ik hardop. Er helpt geen lieve moeder aan, ik moet weer op pad. Ik trek vervolgens mijn armen andermaal lens aan het stuur, pik bloedje op bij de bushalte en rij kreunend en sjorrend naar Heerenveen. 
Maandagochtend ga ik ultravroeg de deur uit om boodschappen te doen. Dan heb ik tenminste de ruimte om te manoeuvreren op de parkeerplaats, bedenk ik slimmig. Maar als ik bepakt en bezakt bij mijn auto terugkom, ben ik tot overmaat van ramp toch voor en achter klemgezet. Hoe is het mogelijk! Ruimte zat en gaan ze uitgerekend hier staan! Na twintig keer tevergeefs heen en weer te hebben gerold met een stuur waar nauwelijks zijwaartse beweging in zit, word ik gered door de bestuurder van de achterste boosdoener die opeens aan komt lopen en zijn auto wegrijdt.
Eenmaal thuis waait Valerie nietsvermoedend binnen.
"jij moet wel Tarzanspieren hebben dat jij zo makkelijk met dat stuur draait, ik zou het niet kunnen..."