zaterdag 2 november 2013

Mijn eerste zeilboot


Terhorne 1970.
"Er moet een een eitje tussen kunnen". Ik hoor het mijn vader nog zeggen en "dat is geen touw, dat heet landvast".
Ik ging in die jaren trouw naar pianoles, leerde balletten, en zou gaan tennissen. Onze vakanties bestonden steevast uit 6 weken met de caravan naar Zuid Europa en in het voor-en naseizoen pleisterden we op ons vaste plekje op Ameland.
In 1970 ging het roer resoluut om. Na een zondagmiddag toertochtje door Friesland besloten mijn ouders dat we onze ankers eens in Terhorne zouden laten zakken. "We proberen het een jaartje, we kopen een boot en we zien wel" was het verhaal. De eerste zeilboot kwam, een schakel, nummer 553, en meteen werd ik voor de leeuwen gegooid. "Niet zo kinderachtig Annet, aantrekken die schoot, het is je moeder niet!." Mijn vader en leermeester was in zijn element nu hij zijn oude liefde weer kon beoefenen en onderwierp mij dagelijks aan een strak regime. Na het ontbijt was het optuigen geblazen. Alles werd benoemd "dit is een zwaard", kijk dat lange ding heet fokkeloet" en tijdens het zeilen gingen de aanwijzingen gestaag door "altijd bij het overstag gaan, je hoofd naar beneden doen en kijk naar je vaantje!".
Als we samen in de boot zaten was het "hou recht die boot, hangen met die hap!!". Als ik moest leren aanleggen moest het twintig keer over totdat "er een eitje tussen kon". Ik luisterde en leerde, elke dag een stukje kennis, vaardigheid. 
In de daaropvolgende jaren ontwikkelde ik, voor het eerst van mijn leven een passie voor iets. Ik merkte dat ik van mijn boot ging houden, dat elke vierkante centimeter vertrouwd was, dat ik een was met mijn boot en dat ik iedere windkracht de baas kon. Als ie een krasje opliep deed het me pijn, als ik tot op het bot verkleumd was en de blaren in mijn handen had staan, verbeet ik me.
's Winters zette ik een kacheltje in de garage en schuurde en lakte als anderen voor de televisie zaten, de vlonders hing ik met touwtjes aan het plafond om te drogen. 
Mijn boot, mijn passie.......................
  
 

vrijdag 1 november 2013

Oma Mieke in town



"Oma hou op, ik doe in mijn broek!", Lucinde die net uit school is, hangt met haar hoofd op de tafel en stoot haar kopje thee bijna om. Niels, die zich een moment daarvoor uit zijn werkkleding heeft gepeld, krijgt de hilariteit niet mee, dus blijft rustig in zijn kopje roeren en knabbelt verheerlijkt aan zijn bastogne koek. Hij wil gewoon verder met zijn lego, dat gegiechel vindt ie niks.
De generatie Oma Mieke sloft met moeite het tempo en de intellectuele vaardigheden van hun kleinkinderen bij, wat vaak tot lachwekkende situaties leidt. Deze middag is duidelijk zo'n 'rollercoaster'.
"Oma, ik denk dat ik mijn aardrijkskunde SO wel goed heb gemaakt" vleit Lucinde. "Dat is fijn lieverd, waar ging het over?" "Nou makkelijk hoor, over Amerika, de smeltkroes en zo". "Vertel mij dan maar eens wanneer Amerika werd ontdekt, en door wie", vraagt oma nietsvermoedend. "Oma!, dat hoeven we niet te leren, dat vroeg mama ook al, wij leren andere dingen!". Onder de tafel voel ik een licht schopje en boven de tafel bereikt mij een vage knipoog.  Lucinde daarentegen trekt haar eerste frons. "Maar dat weet toch iedereen!" probeert oma nog. "Nou ik dus niet!"vervolgt haar kleindochter mokkend. 
Ik schenk zwijgend iedereen wat thee in en wacht wat er verder komen gaat. Als ik zo naar mijn moeder kijk, vermoed ik dat ze op dreef komt.... "En hoe is het eigenlijk met je Frans; heb je de onregelmatige werkwoorden al gehad, en bij de uitspraak en het schrijven moet je denken aan de accenten he". "Pff, oma!, wij leren geen uitspraak, dat heb ik ook al honderd keer tegen mama gezegd!" "Maar wat doe je dan als je in Frankrijk bent?", Oma begrijpt er niks meer van. "Duh, dan praat ik Engels, oma". 
Oma geeft zich nog niet gewonnen. "Nou ik vind het allemaal maar ingewikkeld, neem nou die telefoontjes van jullie, het lijkt wel of niemand meer zonder kan. 
Om haar woorden kracht bij te zetten, pakt ze opeens met een zwaai een Bastogne koek uit de trommel en tikt er demonstratief met haar lange gelakte nagels op. "Kijk zo doen jullie nou de hele dag".
Lucinde's frons trekt weg en maakt plaats voor een onbedaarlijke lachstuip.....

     

donderdag 31 oktober 2013

Vriendschap

Amersfoort, 29 oktober
"Hellup, ik heb de trapleuning in mijn hand, sorry!" Ik kan nog net op tijd een ander stuk houvast grijpen en beland gierend op de verdieping. "Nou het is me de entrée wel weer, Annet, je bent ook niks veranderd in al die jaren!" Henriette staat boven aan de trap met haar benen over elkaar naar adem te happen van het lachen. "Ben ik even blij dat je niet van de trap bent gevallen, kom gauw binnen, de koffie is klaar!". 
Als we even later naast elkaar op de bank zitten, voelt het zo vertrouwd, hoeveel jaren zijn er voorbij gegaan, hoeveel hebben we van elkaar gemist, waar waren we gebleven?
We praten de jaren door, het verleden herbeleven we, het verdriet om Eddie, dat wat had kunnen zijn, de mooie jaren van onbekommerd leven, niet weten hoe je pad loopt, wie je wordt en tegen welke prijs. 
Ze verhuisde naar een andere kant van het land, begon opnieuw, moedig en dapper, wat een respect. En nu zitten we hier, pakken elkaar af en toe vast en kijken elkaar aan, waar is de tijd gebleven?
Als ik wegga hangt de trapleuning nog op half zeven, als stille getuige van een memorabel en warm weerzien na zoveel jaren.
"Lieve Henriette, je was misschien uit mijn oog, maar uit mijn hart ben je nooit geweest, ik ben blij dat ik je weer heb gevonden!". 

woensdag 30 oktober 2013

Daar ligt ie.....


Terhorne 1998 : "Als de baby er straks is, wil je met drie kinderen toch niet in een lekke caravan zitten, misschien wordt het tijd voor een stacaravan". Mijn moeder kijkt bedenkelijk naar het toenmalige rollende exemplaar dat mankementen begon te vertonen. 
Ik stort me vervolgens vol overgave op het project "caravan kopen", samen met Joop Helmholt die zich opwerpt als onderhandelaar. Getweeen schuimen we de provincie af op zoek naar een nieuw vakantieonderkomen voor ons groter wordende gezin.
En dan lopen we tegen hem aan, de Nordstar; ruimte, comfort, ik was meteen verkocht.
Jaren volgden van louter geluk, het was de plek waar we ons als gezin geborgen voelden, waar de kinderen opgroeiden, hun ruzietjes uitvochten, waar oneindig werd getekend, de Winnie de Poeh puzzelstukjes door de lucht vlogen, en de tafels permanent bezaaid lagen met knipsels, kraaltjes en lijm. De omgeving waarin we leefden met een hoofdletter, waar we op regenachtige momenten met jong en oud samenklitten en onze kelen schor zongen, waar we stonden te swingen, moppen tapten, levensvragen bespraken en waar het glas altijd half vol was.
Maar ook de plaats waar ik verdriet verwerkte, waar ik de kracht vond om door te gaan, waar ik op winteravonden vaak stiekem naar toe reed om even alleen te zijn en na te kunnen denken.   
Vorig jaar verkocht ik hem,  mijn 'hut" die zo de mijne was....
De storm van afgelopen maandag nam hem definitief van me af.... 
"Annet, herken je hem nog, hij ligt op zijn kop". 
De caravan is weg,  maar wat rest is een kleurig palet aan herinneringen....
                        

dinsdag 29 oktober 2013

Terhorne Waterdropping


"Heeft iemand ons al opgegeven voor vanavond?", roept Kees slaperig terwijl hij zijn eerste loopje van de dag naar het sanitair maakt. Bij de washokken klit de jeugd al bijelkaar, toilettassen onder de arm en de haren gekamd. Donderdags, vaste prik, dan begon de middag met de zeilwedstrijd van de plaatselijke vereniging 'Onder Ons". 
Om kwart over 1 gingen we met man en macht het water op,  om half 2 banenkaart halen op het kleine padvinderseiland en dan rond twee uur concentratie voor de start. Na afloop van de wedstrijd was het vaak prijsjes incasseren en dan hup terug naar de camping waar we ons gingen voorbereiden op de wekelijkse waterdropping.  Een aantal oude vissers was gezwicht onder onze druk en stond in de zomervakantie elke donderdag hun groene ijzeren visbootjes aan ons af. Als we boten hadden geregeld kwam de indeling aan bod. Meestal kozen we voor 2 jongens, 2 meisjes per boot. Iedereen leverde wat voor 'onderweg' waarbij het de kunst was om naast de cola en de chips stiekem een fles drank te ritselen  (ik kan me die fles bessen nog herinneren...). Als het schemerig werd peddelden we naar het dorp met de geleende visbootjes en legden ze vast achter de praam 'De koumelker" om vervolgens zelf onder het donkere zeil te duiken, terwijl onze ouders zich roezemoezerig verzamelden op de brug. Als de schipper het tijd achtte gooide hij de trossen los en voer, met ons onder het zeil en een tiental kabbelende en klotsende visbootjes in zijn kielzog, het dorp uit om ons na een uur ergens in een willekeurige vaart midden tussen de weilanden te droppen. Eenmaal onder het zeil vandaan begon het grote orienteren.
Aangezien we de poelen en slootjes in de omgeving van Terhorne op ons duimpje kenden, waren een paar herkenningspunten voldoende . "Jongens waar is de UTD van Akkrum?", en "wie ziet de lampjes van de Heerenzijlse brug?" waren de vaste vragen. Als dat was uitgevlooid wisten we waar we ons globaal bevonden en kon de race beginnen. Eerlijk is eerlijk, de jongens waren meer van het roeien, als wij eens de peddels ter hand namen was het vaak "goh, volgens mij roei je nu al voor de tweede keer om het rieteiland heen, Annet". 
Onderweg probeerde je zo stil mogelijk te zijn, maar dat lukte niet altijd op het water, helemaal niet als de drankfles een paar keer was rondgegaan...
Als dan na een uur of twee roeien de steiger werd aangetikt, was het zaak met een peddel over je schouder zo snel mogelijk bij de Buorderij te komen en dan maar hopen dat je de eerste was.
De dampende erwtensoep die steevast voor ons klaar stond, "jullie zullen het wel koud hebben..", sloegen we vaak over,.... we waren immers al warm genoeg geworden van het illegaal meegebrachte vocht .....   

 
       

maandag 28 oktober 2013

Terhorne, De Bereboot


Terhorne 1976 's ochtends.
"Jongens, op wie wachten we nog, moet er nog iemand naar de wc?", Has heeft zijn Bereboot volgeladen met jeugd en staat op het punt te vertrekken. Aan boord de kleurrijke groep watersportende kinderen, stapels zeilzakken, en een berg tassen met proviand en droge kleding. Moeders komen de steiger op rennen met zwemvesten die nog in een verloren hoekje lagen, boterhammetjes die waren vergeten en touwjes voor brillen. Het is op de steiger een drukte van belang op dit vroege tijdstip. Has is geduldig, maar wil nu wel vertrekken. 
"Roelof gooi jij zo los aan die kant en willen Siets en Rene het andere landvast van de paal halen?". Has is in zijn element,  hij glundert, en heeft er zin in vandaag. Hij vervoert de groep straks naar het eiland zodat ze hun boten op tijd kunnen optuigen voor de wedstrijd en is de rest van de dag stand by voor het geval dat nodig mocht zijn. Ton zit klaar bij het roer, iedereen is er, ze kunnen gaan. Has gooit de boot los.
Op de steiger staan onze ouders, sommige met een hond aan de riem voor de eerste wandeling, anderen in een snel aangetrokken joggingbroek met het haar wild op het hoofd.
Als we weg varen zien we het illustere wuivende gezelschap steeds kleiner worden en klinkt hun "succes allemaal!" nog lang over het water......              

zondag 27 oktober 2013

Mama Flintstone


"Mama, als ik straks na school iemand mee naar huis neem, wil je dan a.l.s.j.e.b.l.i.e.f.t die telefoon van je ergens verstoppen, ik schaam me kapot voor je!", ratelt Lucinde als ze haar schooltas pakt en met de jas achter zich aan flapperend de deur uit gaat. Ik ruim grinnikend de ravage van haar ontbijtresten op en mijn mondhoeken krullen. Ja, ik geef het toe, ik ben een Flintstone, zo iemand die haar kinderen voorlas uit haar eigen beduimelde Dik Trom boekjes, en wat te denken van de belevenissen van Swiebertje. Ik ben een moeder die vertelde over vroeger, over mijn eigen jeugd, de stripboekjes die ik las, die foto's liet zien van opa's en oma's uit een ver verleden en verhaalde van hun lotgevallen, terwijl mijn kinderen vaak verveeld om zich heen zaten te kijken en af en toe mompelden "Mama ben je nu klaar, mogen we weg?" 
Ik was tevreden met mijn oude telefoon, bebladderd en bekrast was ie jarenlang een doorn in het oog van mijn bloedjes die zelf met het meest geavanceerde materiaal rondliepen, onder het mom van "ik sta voor aap als ik geen zus en zo'n telefoon heb". Ik slofte bij en slikte in, ik schikte mij in mijn lot van 'mama Flintstone' en deed af en toe een impuls aankoop als ik eens hip uit de hoek wilde komen. Zo kocht ik in een opwelling een Tablet die zo traag als dikke stroop bleek te zijn, maar "zeker wel goedkoop he mama...?" Ik gaf het op......, tot gister. 
"He he, mama nu kun je me eindelijk whatsappen als we gaan eten en hoef je niet meer zo naar boven te schreeuwen.....!"