zaterdag 11 januari 2014
Terhorne, bijna veertig jaar mensen en spulletjes...
Terhorne 1979
"Toe Bettie, Marjan, help!", "Annet laat me los!"
Sjoerd, de DJ van De Kajuit die ons tot half 1 's nachts op zijn opzwepende muziek liet swingen alsof ons leven er vanaf hing, en die deze middag even voor de gezelligheid aan kwam waaien had geen flauw idee wat hem op de camping te wachten stond. Binnen de kortste keren hadden de meiden hem te pakken en lag ie in de sandwich. Een eindje verderop halen Jacob en Siets hun vaste geintjes met elkaar uit.
Het gebeurde ook regelmatig dat de verkering van thuis werd meegetroond naar de camping en daar hun vuurdoop kregen. De meesten kwamen er zonder kleerscheuren van af en werden al snel in de vaste clan opgenomen. Zo ook Els van Siets. Terwijl zij zich gezellig nestelt tussen zijn knieën kijkt Goos geamuseerd toe hoe er om hem heen wordt geouwehoerd.
Het was vaak dollen voor de caravan van Mieke. Haar strategische plek op camping 'Oan e Poel' zorgde voor dagelijkse bedrijvigheid. Kwam je van de steiger en zag je haar zitten in het bekende hoekje tussen de caravan en de tent met een kopje koffie voor zich en verdiept in een krantje dan kon je er de donder op zeggen dat het groene trommeltje met koekjes die ochtend was bijgevuld. Het loopje erheen was dan snel ingezet.
Gastvrij als altijd stond er binnen de kortste keren een kop koffie voor je neus en presenteerde zij een roomboterkoekje uit het trommeltje.
Ook voor het dagelijkse buurten was Mieke haar stek uitermate geschikt, er was altijd een praatje te maken, naald en draad te halen en je kon er onzinnige dingen lenen die niemand anders bij zich had. De hele camping wist het ook, "ga maar naar Mieke, die heeft het geheid, die tweede caravan met die oranje voortent." Ik heb me er als dochter jarenlang over verbaasd waar ze al die meuk vandaan haalde, maar feit was, je kon het niet zo raar bedenken of mijn moeder had het bij zich.
"Oh, maar dat moet ik ergens hebben", was altijd haar reactie als iemand wat bij haar kwam vragen. "Pak maar een kop koffie, ik ga even zoeken." Dan struinde ze vastberaden haar caravan door, trok een kastje of een bak open en voila, ze vond het altijd.
Toen de camping werd opgedoekt en wij al die spullen door onze vingers lieten gaan had elk dingetje zijn verhaal, bijna veertig jaar Terhorne, wat wil je......
vrijdag 10 januari 2014
Sanne pubert (2005)
Sanne 15 jaar
"Mama, je hoeft me niet op te halen, ik fiets wel naar huis, dat doet iedereen!" Sanne is zich aan het optutten om uit te gaan, beent heen en weer tussen keuken en badkamer en trekt bij elke gang een zwarter gezicht. "Ik wil gewoon niet dat je alleen in het donker fietst, dat weet je" zeg ik dwingend en roer de houten pollepel met een net even te stevige zwieper door de soep. "En trouwens, die soep lust ik niet, ik maak wel een tosti!" moppert mijn bloedje die en passant nog even een blik in de pan werpt.
Puberende Sanne, "mama, je hoeft niet voor me op te blijven, ik drink heus niet!" Ik kijk haar aan en zeg "ik blijf ook niet op, maar ik wil wel dat je me even wakker maakt als je thuis komt en dan een keer in mijn gezicht ademt...." "Pfff, niemand doet dat, dat is nou weer typisch zo'n actie van jou!", zucht mijn dochter die inmiddels aardig op dreef is. Ik voel dat ik nog even moet doorbijten.
"En wie haalt 's nachts gekleed in haar nachthemd, met laarzen aan of pantoffels, haar kind op uit het centrum en werkt duwend en trekkend onder de vermakelijke blikken van de voorbijlopende kroeggangers een weerbarstige fiets de achterbak in?" kakelt Sanne door. "Nou ikke dus", zeg ik triomfantelijk.
"Weet je mama, mijn grootste nachtmerrie is dat jij nog eens in je pyjama met je pantoffels aan en je haar recht op je hoofd de kroeg in stiefelt om op mij te halen; daarom ben ik altijd op tijd, ik zou me kapot schamen....!".
Ik herinner me nog goed al die keren dat ik in bed lag te wachten, het geluid van haar fiets die in het rek op de oprit werd gezet, haar snelle voetstappen om het huis en tenslotte de sleutel voorzichtig draaiend in het slot van de voordeur. Dan getrippel op de plavuizen beneden, het standaard gerommel in de badkamer, kastjes open, kastjes dicht en even later het vertrouwde gekraak van de derde tree. Nog even en ze zou op mijn slaapkamer komen.
Met het lampje van haar mobiel op mijn gezicht gericht, fluisterde ze dan "mama, ik ben er, even ruiken". Vervolgens boog ze zich met de onmiskenbare lucht van de bar nog om zich heen, en de stank van sigarettenrook in haar haar naar me toe en ademde 1 keer in mijn gezicht.
Meestal was het goed, een heel enkele keer had ze de verleiding niet kunnen weerstaan, maar dan dacht ik aan mijn eigen jeugd en hoe ook ik mijn grenzen had gezocht. Na een lichte reprimande ging ze dan nog even bij me zitten, vertelde hoe de avond was verlopen, wie er allemaal waren en met wie ze was terug gefietst.
En als ik dan na de laatste knuffel en het gefluisterde "welterusten mama" mijn hoofd weer op het kussen legde, zeilde ik met een tevreden glimlach om mijn mond naar dromenland......
donderdag 9 januari 2014
Terhorne, "toch niet weer een gebakken ei he Anne?"
Terhorne
"Wat doen we met eten?"
An, Mieke en Helene staren verveeld voor zich uit en je ziet ze denken. Geen van drieën voelt ook maar enige behoefte om straks te koken. "Ik heb nog iets staan van gisteren" schiet Mieke te binnen, "ik warm het gewoon op, en anders ga ik wel kijken of ik bij Annet kan aanschuiven, die heeft toch altijd teveel". Ze pakt nog een chippie uit het houten bakje voor zich en nipt aan haar sherry'tje. "Nou ik hoef niet eens te piekeren" zegt Helene laconiek terwijl ook zij het glas naar de mond brengt, "ik heb in mijn boot geen eens pannen, haha!" An en Mieke schateren vrolijk mee.
Opeens komt er in de caravan van Jan en An iets in beweging, er klinkt gebonk en gestommel.
"Let op, daar komt ie", gniffelt An terwijl ze haar beide vriendinnen een knipoog geeft. Ze heeft haar mond nog niet dicht of daar steekt Jan enigszins geërgerd zijn hoofd om de hoek van de caravandeur. "Anne, weet je eigenlijk wel hoe laat het is?" "Jawel hoor", zegt An die dit gedragspatroon na al die jaren kan dromen. "Moet je niet met het eten beginnen?" klinkt het mopperig vanaf het houten trapje waar Jan inmiddels staat.
Hij slaat het tafereel onder zich gade, hijst demonstratief zijn joggingbroek tot grote hoogte op en vervolgt zijn gemopper met "of krijg ik weer een gebakken ei?"
"Jan Leusink, in godsnaam, trek die broek niet zo hoog op, ik zie je schaap zitten!" gilt Mieke. An en Helene krijgen ook een en ander in het vizier, stoten elkaar ietwat te hardhandig aan en binnen de kortste keren staan de glazen sherry te wankelen op de tafel en gieren de dames het uit van het lachen.
Jan staat wat onnozel op het trapje en laat zijn blik quasi nonchalant naar beneden gaan. Het kwaad is reeds geschied, hij wordt deze avond niet meer serieus genomen.
"Kom jongens, dit wordt lachen, we schuiven gewoon bij Annet aan ..."
woensdag 8 januari 2014
Niels en Sanne anno 1995
Omdat ik een leuke uitnodiging voor een feest wil versturen roep ik weer eens de hulp in van mijn kleine figuranten.
"Mama, mag ik deftig zijn?" Kwikzilver Sanne huppelt om me heen, tuit haar lipjes en neemt de pose aan van een heuse deftige dame. Haar enthousiasme werkt blijkbaar aanstekelijk. Niels die op de grond zit te spelen, laat zijn autootjes voor wat ze zijn en staat even later zij aan zij met zijn zusje tegenover me, zijn blik omhoog gericht. "Mama, mag ik een mooie papa worden?" Om zijn woorden kracht bij te zetten verlaagt hij zijn stem en fronst zijn voorhoofd.
Nadat mijn peuters verscheidene keren achtereen geen sikkepitje zin tentoonspreidden om mee te gaan in mijn geënsceneerde foto's, of constant naar de wc moesten, straalt het enthousiasme nu van ze af. Als ik hun smekende blikken voor me zie bedenk ik opeens dat ik helemaal geen geschikte outfits heb om ze feestelijk mee uit te dossen, anders dan hun eigen kleertjes en die blinken nou niet echt uit door een hoog partygehalte. Ik besluit daarom de echte 'papa en mama' kleren in de strijd te gooien en tover uit onze eigen kledingkast wat materiaal tevoorschijn.
De kleintjes glimmen van trots als ze mij met de spullen beneden zien komen. Eerst hul ik Sanne in een zwart topje van mij dat tot haar knietjes reikt en zet haar kleine voetjes in mijn lakpumps. "Mama, ik moet nog oorbellen en lippenstift!" ordonneert de wankelende peuter. Niels zijn outfit vergt de nodige aanpassing. Papa's broek, die dateert van het 60-er jaren feest, moet tot de helft worden opgestroopt en bij de taille worden vastgezet. "Mama dat prikt", kreunt de kleine papa. "Niels, wie mooi wil zijn moet pijn lijden" zeg ik met het zweet op mijn hoofd, pielend op mijn knieën met een handjevol veiligheidsspelden. Dan rol ik de mouwen van het hemd flink op, neem het strikje wat in en poot Niels zijn voetjes in papa's glimmende trouwschoenen. Sanne trekt koket haar lipjes strak zodat ik ze kan stiften en Niels op zijn beurt wil beslist nog een snorretje.
Als ik ze dan allebei nog een hoed op zet en een frivole stola om Sanne haar kleine schoudertjes drapeer is het plaatje compleet.
De kleintjes zijn zo vol van hun 'grote mensen' verkleedpartij dat ze bijna vergeten te lachen......
dinsdag 7 januari 2014
Egmond aan Zee jaren 60
De kleine witte ronde Yvonne met de blauwe streep en het hefdak. De eerste caravan van mijn ouders. Als je binnenstapte meteen naast de deur rechts een lange bank met steunen voor een hangbed, links een klein zitje, in het midden de hangkast met ertegenover het compacte keukentje en de wereld kastjes rondom. Vakantiegenot op de vierkante meter.
Ik kan me niet anders herinneren dan dat we in die beginjaren altijd in de weekenden naar Egmond togen, pakkelarie, gezin, hond en oma.
Oma Annie, de moeder van mijn vader ging vaak mee, wandelde met ons door de duinen, zong met haar geoefende stem kinderliedjes voor die wij zin voor zin met onze schelle kinderstemmetjes nagalmden, en deed op regenachtige dagen geduldig spelletjes met ons in het knusse zithoekje, terwijl mijn ouders de krant lazen, even bij andere kampeerders buurtten of ergens een borreltje dronken.
In de oranje voortent stond de stretcher van oma. 's Avonds na een potje kaarten en het laatste drankje kroop ze in haar flanellen pyjama diep in haar bruin/geel gebloemde slaapzak die altijd zo heerlijk naar haar rook. 's Ochtends stond ze in de tent bij een teiltje te poedelen met een stuk zeep en een washandje en als ze daarmee klaar was, kleedde ze zich aan en knoopte een haarband in haar haar, passend bij de jurk die ze die dag droeg.
Mijn ouders hadden iets met de zee, een gevoel dat ik van ze heb overgenomen. Mijn kinderen weten het en kijken er niet meer raar van op als ik op een holletje naar de zee dar, mijn knellende schoenen uit schop, mijn sokken afstroop en mijn blote voeten laaf aan de vloedlijn terwijl ik dromerig naar de horizon tuur.
De zilte zeelucht, het geluid van de bruisende branding, meeuwen die krijsend door de lucht scheren, het strakke geflapper van vliegers aan fluitende lijnen.
Ik zal er nooit los van komen.....
maandag 6 januari 2014
Honderd jaar handen
"Oma, hou je handen eens naast die van mij".
Sanne schuift haar bord wat opzij, rolt haar stoel een tikkie naar achteren en legt haar handen naast elkaar op het witte tafelkleed. Mijn moeder vouwt haar servet op, zet haar wijnglas even aan de kant en legt dan haar handen tegen die van haar kleindochter aan.
Honderd jaar handen.
De 78 jaar oude handen van dat nog altijd in haar hart Rooms-katholieke kind, de handen die op kostschool zo menigmaal in gebed moesten worden gevouwen, die als boetedoening na balorigheid regelmatig voor dag en dauw de stenen vloeren van diezelfde kostschool moesten schrobben, terwijl ze op haar blote knieën zat. De handen die in moeilijke tijden gevouwen lagen in haar schoot en waar traan na traan op drupte.
Maar tevens de handen die mij hebben gevoed, getroost en gedragen. Die mijn tranen wegveegden, mij van splinters verlosten, pleisters plakten op mijn wonden, mijn haar vlochten en mij leerden haken.
En dan de 22 jaar jonge handen van Sanne. De handen waarvan ik na haar geboorte alle vingertjes telde, die veilig in die van mij lagen als we erop uit gingen, de handen die altijd in de weer waren met knutselspul en die mij snibbig wegduwden toen ik haar wilde leren fietsen zonder zijwieltjes. Maar ook de handen die Takkie voor de laatste keer aaiden.
En ja, bijna vergeten, de handen van de afwashulp van het Mexicaanse restaurant, "mama ik vind het goor werk, maar ik wil geld verdienen", van de grote zus die luiers verschoonde, de handen die een veldmuis uit een diervriendelijke muizenval haalden en terugbrachten naar het bos,
de stille bleke handen met het infuus die ik opgelucht streelde nadat ze uit de narcose was ontwaakt.
Honderd jaar handen, het fascineert me ........
zondag 5 januari 2014
Haren, familie Vos
Berkenlaan, jaren 60-70.
Caesar lag altijd op zijn vaste plekje, in de grote mand in de schuur, onder zo'n beetje 4 fietsen die met hun voorwiel aan haken tegen het plafond hingen. Caesar, de lassiehond van familie Vos, de hond van Carla, Tineke, Johnny en Marian, maar bovenal de hond die mevrouw Vos waarschuwde als de bel ging, die blafte en zichtbaar voor het raam ging staan als de melkboer kwam, die mijn komst aankondigde als ik wilde spelen. Mevrouw Vos was namelijk doof, maar communiceerde met haar man en vier kinderen op een bewonderenswaardige manier. Haar ontging weinig. Ze kon liplezen als de beste en de kinderen, en ook ik als vriendinnetje, wisten niet beter dan dat we alle woorden overdreven met onze mond moesten vormen en altijd moesten zorgen dat we tegenover haar stonden als we haar iets wilden zeggen. Op een gegeven moment vergat ik gewoon dat ze doof was.
Ik was graag en vaak bij de familie Vos. Carla, Tineke en ik scheelden niet veel in leeftijd. We zaten op verschillende scholen in Haren, zij op een christelijke en ik op een openbare. Maar elke dag als ik thuis kwam en bij mijn moeder een kopje thee had gedronken, liep ik bij hun achterom, ging voor het raam staan en vroeg of ze wilden spelen. Vaak deden we dat buiten met andere kinderen uit de buurt, overlopertje, boompje verwisselen, spelen bij de berg op het sportveld of elastiek twisten tussen de witte paaltjes. Andere keren bleven we binnen, zaten op kussens op de grond en keken op woensdagmiddag met een glas ranja in de hand ademloos naar de televisie. Ook weet ik nog goed dat we 's winters met de lichten uit, als hun ouders er niet waren, vaak spookje speelden en ons dan een ongeluk schrokken als in het doodstille huis vlak naast je iemand opeens uit een kast kwam zetten en "boeh!" riep. Een ander binnenspel was elkaar 's avonds in het pikkedonker zulke enge verhalen vertellen dat we op het stapelbed zaten te rillen van angst en ik niet meer naar huis durfde. En wat te denken van het donkere kolenhok, de hoge houten schommel, de moestuintjes van de kinderen helemaal achter in de tuin, de lichtblauwe kever van hun vader.
Toen ze naar een royalere woning verhuisden aan de Zwanebloemweg in Tuindorp, ging dat met een grote open kar achter een trekker terwijl wij pontificaal met zijn allen tussen de huisraad zaten. Zo hobbelden we naar de nieuwe locatie.
Ik ben nog lang elke vrijdagmiddag op de fiets naar ze toe gegaan omdat ik ze moeilijk kon loslaten en het sinds hun vertrek nooit meer hetzelfde was in de Berkenlaan....
Caesar lag altijd op zijn vaste plekje, in de grote mand in de schuur, onder zo'n beetje 4 fietsen die met hun voorwiel aan haken tegen het plafond hingen. Caesar, de lassiehond van familie Vos, de hond van Carla, Tineke, Johnny en Marian, maar bovenal de hond die mevrouw Vos waarschuwde als de bel ging, die blafte en zichtbaar voor het raam ging staan als de melkboer kwam, die mijn komst aankondigde als ik wilde spelen. Mevrouw Vos was namelijk doof, maar communiceerde met haar man en vier kinderen op een bewonderenswaardige manier. Haar ontging weinig. Ze kon liplezen als de beste en de kinderen, en ook ik als vriendinnetje, wisten niet beter dan dat we alle woorden overdreven met onze mond moesten vormen en altijd moesten zorgen dat we tegenover haar stonden als we haar iets wilden zeggen. Op een gegeven moment vergat ik gewoon dat ze doof was.
Ik was graag en vaak bij de familie Vos. Carla, Tineke en ik scheelden niet veel in leeftijd. We zaten op verschillende scholen in Haren, zij op een christelijke en ik op een openbare. Maar elke dag als ik thuis kwam en bij mijn moeder een kopje thee had gedronken, liep ik bij hun achterom, ging voor het raam staan en vroeg of ze wilden spelen. Vaak deden we dat buiten met andere kinderen uit de buurt, overlopertje, boompje verwisselen, spelen bij de berg op het sportveld of elastiek twisten tussen de witte paaltjes. Andere keren bleven we binnen, zaten op kussens op de grond en keken op woensdagmiddag met een glas ranja in de hand ademloos naar de televisie. Ook weet ik nog goed dat we 's winters met de lichten uit, als hun ouders er niet waren, vaak spookje speelden en ons dan een ongeluk schrokken als in het doodstille huis vlak naast je iemand opeens uit een kast kwam zetten en "boeh!" riep. Een ander binnenspel was elkaar 's avonds in het pikkedonker zulke enge verhalen vertellen dat we op het stapelbed zaten te rillen van angst en ik niet meer naar huis durfde. En wat te denken van het donkere kolenhok, de hoge houten schommel, de moestuintjes van de kinderen helemaal achter in de tuin, de lichtblauwe kever van hun vader.
Toen ze naar een royalere woning verhuisden aan de Zwanebloemweg in Tuindorp, ging dat met een grote open kar achter een trekker terwijl wij pontificaal met zijn allen tussen de huisraad zaten. Zo hobbelden we naar de nieuwe locatie.
Ik ben nog lang elke vrijdagmiddag op de fiets naar ze toe gegaan omdat ik ze moeilijk kon loslaten en het sinds hun vertrek nooit meer hetzelfde was in de Berkenlaan....
Abonneren op:
Posts (Atom)