zaterdag 23 november 2013

Slotfeest Terhorne 1978


17.00 uur;  Happy Hour, vaste prik. 
"Waarom kunnen wij moeders, ook niet voor 1 keer een stukje doen op het Slotfeest?"
An Leusink komt de caravan van Mieke binnenstuiven en raakt verstrikt in het kattenstaartengordijn. "Haal dat ding toch eens weg, het is levensgevaarlijk!" Ze ontwart zichzelf en ploft op een van de banken neer. "Ben je nou alweer aan het opruimen?" zegt ze plagerig tegen haar vriendin. "Ga zitten en schenk me maar een sherry'tje in voor de schrik". Mieke trekt wat kastjes open en zet even later twee glaasjes sherry en een bakje nootjes neer.
"Hee, is An Leusink hier?' klinkt het twee tellen later uit de voortent. De kattenstaarten krijgen wederom een zwieper en Tiny stiefelt al pratend naar binnen."Zeg, zullen wij met alle vrouwen meedoen met het slotfeest, Riek, Martje en Truus willen ook wel, die heb ik al even gepeild". Buiten adem schuift ze aan bij An. Mieke staat op en giet ook Tiny een sherry'tje in.
"Waar is iedereen?" roept dan iemand van buiten. De rits van de voortent floept weer open en Annie geeft acte de presence. "Nou geef mij dan ook maar wat, uiteindelijk is het 5 uur". Ze duwt wat kussens en jassen aan de kant en gaat tegenover Tiny en An zitten. Na haar eerste slok en een paar nootjes zegt ze "Meiden, gaan we ons nu met een act aanmelden, hoe zit dat?". "Als Ans Stiekema nu een lied maakt, dat kan ze goed" zegt An als ze achter haar tweede sherry'je zit."Dan zingen wij wel, en spelen de malloten, dat kan ik het best" grapt ze. 
Opeens schrikken ze van een bonk op de caravan en in een tijd van een mum stuiteren ook de andere moeders luidruchtig naar binnen. Na veel geduw en geprop heeft uiteindelijk iedereen een zitplaats bemachtigd, sommigen zitten bijna bij elkaar op schoot. In deze hutjemutje sfeer vult Mieke de sherry en de nootjes bij en kan de hele camping genieten van het gekakel en gelach van onze moeders. De volgende dag wordt de act in de steigers gezet. Terwijl Ans zich over de tekst buigt doen de anderen niks anders dan gekke kleding opvorken, idiote accessoires regelen en hun voorpret delen.
Toen de moeders op het podium stonden en met hun kolderieke act de show stalen, wisten we dat we het van niemand vreemd hadden........................           

vrijdag 22 november 2013

Poging tot kerstkaart jaren '90



"Jongens, hou die kaars nou even allebei op dezelfde manier vast, kijk zo", en ik kom voor de zoveelste keer achter mijn fototoestel vandaan en druk hun handjes er devoot omheen.
"Mama, ik wil hem toch liever in de lucht steken" zegt Sanne, en ze brengt haar arm omhoog. Vervolgens raakt het laken dat ik zorgvuldig met een wasknijper om haar nek heb vastgemaakt langzaam los en valt open. "He, toe nou", wanhoop ik, als ook bij Niels een en ander begint te glijden en zijn kerststrik geen strik meer is.
"Mama, die ketting kriebelt" en hij doet een greep naar zijn hoofd waar ik een nepgouden ketting omheen heb gelegd. Doing!, ketting op de grond, mijn hele compositie naar de haaien. "Mama, die ketting is toch voor je nek, waarom moet ik hem dan op mijn hoofd?" Niels snapt er niks meer van.
Inmiddels zijn beide lakens niet meer dicht, hangen de kerststrikken op half zeven, en heeft Takkie, die ik zo mooi tussen de kerstversiering had gepositioneerd het décor verlaten en liggen de kerstster en de kersttak als oud vuil op de grond.
"Kom, we nemen even een snoepje en dan gaan we het nog 1 keer proberen" zeg ik op mijn liefst. Als de figuranten na de snoeppause voor de laatste keer opdraven lijkt alles goed te gaan. De engelen houden hun kaarsen keurig vast, de lakens blijven zitten en Takkie werkt zowaar mee. Nu gauw afdrukken. Net op het moment dat alles perfekt lijkt, zegt Sanne, die mijn trouwsluier draagt en het blijkbaar opeens niet meer weet : "Mama, ben ik nou een engel of ga ik trouwen?"
"Je bent een engel voor de kerstkaart, dat heeft mama toch verteld" antwoord ik ongeduldig. 
Ik heb geen idee waar dit heen gaat....
"Mama, mag een engel ook plassen........?"         

donderdag 21 november 2013

Terhorne einde seizoen



Eind jaren '70 : "Ik ga even zitten hoor", en ik plof op een van de bankjes uit de speedboot die door iemand lukraak zijn neergepoot op het gras.
Zo erg als ik me verheugde op het begin van het campingseizoen, als we de tent gingen opbouwen, ons slaaptentje opzetten, de boten brachten en je elkaar na een lange winter weer zag, zo deprimerend was het eind september als we de boel moesten oppakken.
"Annet, als jij nu even wat sop en een doek opsnort, dan kun je mooi de slikranden even schoonmaken!" klonk het vanonder het ingestorte tentdoek.  Daar worstelden mijn ouders ondertussen met losgedraaide stangen en het enorm zware en onhandelbare tentdoek. Af en toe werd er mopperend een haring naar buiten geslingerd en klonk er een vloek die net niet op tijd werd ingeslikt. Er kreeg namelijk altijd wel iemand een stang op zijn hoofd en menig oog is op het nippertje niet uitgeprikt. Het hoorde er allemaal bij. Om ons heen heersten soortgelijke taferelen. Iedereen zat in hetzelfde schuitje, je kon niet vluchten, want waar je ook kwam, moest je helpen.
Tegen lunchtijd werd door de verschillende families buiten soep opgediend, maakten we een praatje en een geintje over en weer, zittend op omgekeerde emmers en afwasteiltjes en van top tot teen onder de blubber spetters, om vervolgens na een korte pause de eindsprint in te zetten.
Als uiteindelijk de klus was geklaard, tenten schoon en opgeruimd, boten vastgebonden op de trailers en auto's ingepakt, verzamelden we midden op het veld met ijzeren opstapjes en ander primitief materiaal om op te zitten.
Dan toverden onze ouders traditiegetrouw allemaal hun restanten drank tevoorschijn, overigens bleek dat verrassend genoeg altijd meer te zijn dan ze dachten..., stalden de laatste hapjes uit op een theedoek en dan luidden we met zijn allen het campingseizoen feestelijk uit.
Tenslotte reden we uitbundig zwaaiend en hevig toeterend in een lange rij de camping af.....  

woensdag 20 november 2013

Mijn lagere school



1968 : De Kerkstraatschool in Haren, een school zoals je ze in prentenboeken ziet.
Gebouwd in een hoek waar je door een zware massieve deur in de grote de hal met de glimmende, geboende houten vloer binnenkwam.
Als je daar rechtsaf ging bereikte je via een lange met grauwgele tegeltjes bedekte gang de klassen 3, 4, 5 en 6, de lokalen waar de landkaarten hingen met de aanwijsstokken en sommen stonden uitgeschreven op het schoolbord.
Nam je vanaf de hal de lange gang naar links, dan waren daar de klassen 1 en 2 waar de lokalen vol hingen met kleurige tekeningen, de kasten bedekt waren met knutselwerkjes en het grote Aap-Noot-Mies bord voor de klas stond. 
Midden in de grote hoge hal hing een dik gevlochten touw dat verbonden was met een enorme bel  in het torentje van de school. Je liep bijkans naast je schoenen als je werd aangewezen om de bel te  luiden.
En als je er dan onder stond, helemaal alleen in die grote stille hal, met het touw in je handen en  het gevaarte kwam in beweging, de klepel raakte de klok, en het touw trilde in je handen, dan voelde je je buitenaards. En terwijl de bel nog nagalmde hoorde je in de verte stoelen schuiven, kinderstemmen aanzwellen, en het duurde het maar even of het gelach en het gepraat kwam jouw kant op.
Op het schoolplein deden we kettingtikkertje, hinkelpot, of overlopertje. In de stenen nissen aan de buitenkant van de school konden we heerlijk zitten smoezen.
Toen ik na jaren van afwezigheid weer langs mijn oude school reed keek ik als vanzelf naar het torentje en vroeg me af "wie zou de bel nu luiden.....?."    

dinsdag 19 november 2013

Terhorne gloriejaren



Terhorne jaren '90
"Ze gaan een luchtfoto van de camping maken", gonst het onder de vaste kampeerders.
Het is druk bij de steiger, iedereen wil er het zijne van weten. De grappen en grollen zijn niet van de lucht. "Kunnen we eindelijk eens zien wat voor zootje het van bovenaf is", grapt iemand. "Ik zou die drankflessen van je maar vast opruimen, wie weet wordt er op ingezoemd", gekscheert een ander.  Er wordt smakelijk gelachen en de dag neemt zijn loop.
Honden worden uitgelaten, boten op- en afgetuigd, boodschappen gedaan en 's avonds wordt er zoals gewoonlijk gekaart, gedronken en geouwehoerd.
Als de foto na weken klaar is vliegen we er allemaal op af en zoeken we elk ons eigen onderkomen in het groen. "Jee, je kunt wel weer zien waar Annet staat, al die bende om de deur", en "had Mieke een feestje of zo, wie zitten daar allemaal?"  
In de kom van het vierhonderd inwoners tellende dorp, ligt dat kneuterige rustieke stukje grond, met dat stel heerlijke malloten, vaak drie generaties op rij, waarvan de oude garde uiteindelijk meer dan dertig jaar lief en leed heeft gedeeld. De foto vat alles samen. 
We vierden hoogtepunten met elkaar, kolderieke polonaises, eindeloze idiote voordrachtjes, ontelbare bizarre liedjes, maar we waren er ook in donkere tijden als huwelijken strandden of tijdens ziekte en overlijden. We troostten en steunden over en weer.  
Deze bijzondere en unieke gemeenschap werd groot met elkaar en oud met elkaar, er werden kinderen geboren en we moesten menigmaal afscheid nemen.   
We laafden ons in de Kajuit en De Zevenwouden, vierden feest in de Buorkerij, wandelden over het schelpenpad en bij "L'ouwer om e Tun", zaten heerlijk uren te bomen, zwommen naar het eiland, zeilden met elkaar, er was zoveel. 
De foto van deze dierbare plek, die de laatste jaren zo'n rigoreuze en voor velen pijnlijke metamorfose heeft ondergaan, brengt me in 1 klap terug bij al die herinneringen........
               

maandag 18 november 2013

Mijn geloof in sinterklaas



Begin jaren '60 :"Annetje, straks gaan we naar sinterklaas". 
Mijn moeder rolde de tekening op die ik 's morgens al vroeg had gemaakt en waarvoor ik mijn mooiste kleurtjes had gebruikt. Ze deed er een grote strik omheen.     
De winter trad vroeg in dat jaar. Warm ingepakt ging ik die middag met mijn moeder naar V&D in Groningen, waar sinterklaas en zwarte piet traditiegetrouw elk jaar hun opwachting maakten.
Ik geloofde heilig in sinterklaas.
Elke avond stond ik netjes met mijn handen op mijn rug uit volle borst voor de gaskachel te zingen, soms wel meer dan 1 liedje want ik wilde me van mijn beste kant laten zien. Bij opa van Dalfsen, onze oude buurman, mocht ik een grote wortel uit de grond trekken, die ik dan eerst thuis schoon boende en zorgvuldig droog wreef om vervolgens rechtop in mijn schoen te zetten. Wiebelend op een stoel vulde ik een bak met water bij het aanrecht en zette dat naast mijn schoen neer, voor het paard. Ik dacht overal aan, maakte tekeningen, zocht hooi, leerde alle sinterklaasliedjes uit mijn hoofd en oefende ze dan 's avonds in bed.
De spanning die ik voelde als ik 's ochtends in alle vroegte heel stilletjes de trap af sloop en de kamerdeur opendeed kan ik nog steeds oproepen. Eenmaal binnen dwaalde mijn blik meteen naar de gaskachel en het stenen plateautje ervoor.
Het waren magische momenten.
Als de wortel, het water, de tekening en het hooi verdwenen waren, durfde ik pas naar mijn schoen te lopen en erin te kijken. In het doodstille, ijskoude huis, zat ik dan ineengedoken bij de kachel, met een onbeschrijfelijk gelukzalig gevoel, te smikkelen van chocolade centjes, een fondant kikker, een marsepeinen varkentje, of ik 'rookte' nep een chocolade sigaretje.
Toen mijn moeder mij jaren later inwijdde in de mythe van sinterklaas was ik verward en verdrietig  en heb ik nachten niet kunnen slapen......                    

zondag 17 november 2013

Duinhuisje Ameland


 
"Goh mama, we kunnen wel een keertje naar Ameland gaan", oppert Sanne in het voorjaar van 2007."Dan nemen we de hondjes mee, gezellig!" "En dan huren we zo'n leuk klein huisje in de duinen, ik zie het al helemaal voor me", gaat ze verder. Ik sla mijn krant terug en mijn ogen kruisen haar enigszins dwingende blik. "Oke, ik ga wel eens op internet kijken, maar ik beloof niks" prevel ik en duik weer achter mijn krant.
"Ik had het kunnen weten", verzucht ik de volgende dag, voor Ameland moet je dus ruim een jaar van tevoren boeken. Na veel gezoek reserveer ik een vierpersoons duinhuisje in Nes voor de meivakantie van 2008. De honden meld ik niet aan, die verstop ik wel ....Als ik net alles heb geregeld, komt Sanne met een pruillip naar me toe. "Mama, ik zat te denken, kan Robert ook nog mee?" "He, moet dat nou, ik wil de honden ook al illegaal meenemen, bovendien is het een huisje voor vier personen en je krijgt een boete als je iemand binnensmokkelt." 
Afijn, het laat zich raden, met drie extra verstekelingen pakken wij eind april de boot naar Ameland. Iedereen is in opperbeste stemming. In de bus naar Nes slingeren we aan de lussen met uitpuilende rugzakken, en keffende honden onder de arm. Het laatste stuk naar het huisje moeten we lopen."Oh wat een leuk lang huisje!" zegt Lucinde als we een dakje zien tussen de duinen. "Nou volgens mij zijn dat twee huisjes" zeg ik, dan nog opgewekt. Eenmaal binnen loopt iedereen elkaar in de weg. Deuren kunnen pas open als er eerst iemand naar buiten gaat en de honden lopen verdwaasd rond in de chaos van benen en tassen "Jee, het is wel erg klein", hikt Sanne, "maar ja, wij hebben in ieder geval een slaapkamer", en ze ploft op een tweepersoonsbed neer. In de andere kamer hebben Lucinde en Niels hun tassen neergegooid. "Dat bedoel ik nu", hoor ik mezelf zeggen, "alle kamers en bedden zijn vol, en waar moet ik nu slapen?" Sanne, die inmiddels haar kamer heeft ingeruimd en haar spulletjes op een kastje heeft uitgestald, stapt het woonkamertje in waar ik wat verdwaasd om me heen sta te kijken met twee honden aan mijn voeten.
"Nou mama, we schuiven vanavond gewoon de stoelen wat aan de kant, leggen een kussen van de tuinstoelen op de grond en dan pas je precies met je hoofd onder het tv tafeltje en je benen onder de eettafel......."