zaterdag 28 juni 2014

Vakantie op losse schroeven.. (2014)


"Ik hoor een hele rare plof.."
We rijden afgelopen woensdag rond elven's avonds uit Amsterdam terug waar we jongste bloedje en een vriendinnetje hebben opgepikt na een concert van One Direction in de Arena. Als we onze medereizigster tegen half een 's nachts bij haar ouders hebben afgeleverd en jongste bloedje ligt te snurken op de achterbank begint de ellende. Ik schrik uit mijn lichte dommeling op en kijk naar mijn lief die aan het stuur zit en in het donker tuurt. "Ik kan het me verbeelden hoor maar ik verneem een hoog fluitgeluid en een soort van rammelpiepje..." breng ik schor uit terwijl ik in mijn ogen wrijf, alert rechtop ga zitten en mijn oren spits. Ja, ik hoor ook wat", mompelt lief. Hij heeft zijn mond nog niet dicht of daar volgt 'de plof'. "Getver, wat stinkt het opeens, soort van chemisch, dat kan toch niet waar zijn he" zucht ik en ik ben meteen wakker. Wij vervolgen stapvoets en met samengeknepen billen onze weg naar huis en staan een kwartier later naast een merkwaardig stinkende auto op de oprit. "Ik bel morgen meteen de garage", zeg ik gapend, opeens paniekerig beseffend dat we over een dikke week op vakantie gaan en ik met de caravan naar het Lago Maggiore moet...Wat als .....? De schrik slaat me om het hart. De volgende dag rij ik met lief voorop en met knipperende lichten naar de garage. Bij elke beweging van mijn voet op het gaspedaal zie ik in mijn achteruitkijkspiegel een dikke grijze wolk wegwaaien. De auto's die achter mij rijden zijn niet meer te zien, ze verdwijnen in de dot mist die ik uitstoot. Als ik de hele middag heb zitten wachten op een telefoontje van de garage komt rond zessen de onheilstijding. Mijn moeder, die even op bezoek is, en ik willen net een eerste nipje van ons drankje nemen en op de vakantie proosten. Als ik opneem is het eerst even stil aan de andere kant van de lijn. "Nou, das dus niet best mevrouw, klinkt dan de monotone stem van de garageman, "de turbo is ontploft, uw auto is economisch total loss...!". 
Ik ga van ellende scheel kijken en zie twee oma Miekes. "Man, doe mij een lol, ik moet 7 juli met die caravan naar Italië, hoezo slechte timing, waar haal ik zo snel een auto vandaan?!" roep ik wanhopig door de telefoon. Ik denk eventjes nog "het lijkt wel of ik in 'Bananasplit' zit. Die nacht slaap ik beroerd en tolt mijn hoofd met allerlei doemscenerio's. . 
Gisteren werd tot overmaat van ramp ook nog eens mijn bootje, dat ik had verkocht maar dat toch niet beviel, weer onaangekondigd op de oprit gepoot. Materiaal all over the place, maar hoe krijg ik het van A naar B? En wat moet ik met het wrak van mijn oude auto?? Het is zo treurig dat het haast lachwekkend wordt. Rond 8 uur gisteravond heb ik via Marktplaats het bootje weten te verkopen en bleken wat auto's die ik op het oog had bij nadere inspectie toch niet geschikt.  
Vandaag vroeg uit de veren en vol gas (op de fiets..) weer achter een auto aan, de tijd begint te dringen...

vrijdag 27 juni 2014

Gejuich, getoeter en gejoel (Sneekweek jaren 70)



"Zullen we hier gaan zitten?" Wanneer komen de mannen? Lenie schuif 'ns op!"
Terhorne 07.30 uur : bedrijvigheid alom op. In de vroege ochtend stommelen de moeders nog slaapdronken en met een licht gevoel in hun hoofd wat rond na het zoveelste uit de hand gelopen kaartavondje met de nodige spiritualiën. In de caravans op camping Oan e poel heerst zoals altijd op dit tijdstip gemiddelde chaos, menig aanrecht staat nog vol lege en halfvolle glazen en op de grond zijn liggende en staande flessen stille getuigen van een uitermate gezellige avond, platgetrapte borrelnootjes liggen overal. Nadat ze de boel de boel hebben gelaten trommelen de moeders hun mannen uit bed om de proviandboten vaarklaar te maken en halen hun wedstrijd zeilende kroost in de tenten uit de slaapzakken om vervolgens zelf op de automatische piloot te gaan. 
Broodjes smeren, koffie zetten en in thermoskannen overgieten, kartonnetjes drinken inpakken, fruit niet te vergeten en uiteraard wat sherry, jenever en bier voor de supporters. Alles wordt klemgezet in grote canvastassen die voor de tenten worden neergepoot en door de vaders in de boten worden geladen. Kinderen lopen slaperig heen en weer met zeilzakken, trapezebroeken, banenkaarten en stopwatches. Als laatste volgen de klapstoelen en de verrekijkers en dan kan de overtocht naar het Starteiland beginnen. 
Bij een windkracht 5 is de deining op het Snekermeer niet mals, maar iedereen is goedgemutst en de stemming zit er al goed in. Voor de wal van het Starteiland gooien de mannen de klapstoelen met de gestreepte en gebloemde dekjes uit de boten en gaan de moeders met de stoelen onder hun arm op zoek naar een strategische plek van waaruit ze hun kroost straks kunnen zien finishen. In een tijd van een mum zitten de moeders eersterangs op een rijtje naast elkaar en gieten het eerste kopje koffie juit de glimmende thermoskan naar binnen terwijl de vaders elkaar in het 'Foarunder' hangend aan de bar sterke verhalen aan het vertellen zijn.
Zo ging het, jaar in, jaar uit. En als je dan moe en met zere handen het laatste kruisrak in ging dan wist je dat je geen mooier en enthousiaster gejuich, getoeter en gejoel te wachten stond dan dat van dat illustere en betrokken groepje ouders dat met klapstoeltjes en verrekijkers bij de finishlijn zat.       

donderdag 26 juni 2014

Mama (jaren 50 - 2014)



"Ik heb nog een paar foto's voor je, ik leg ze wel klaar in de gang, dan kun je ze straks meenemen." 
Ik ben even in Groningen en wip bij mijn moeder aan voor een praatje en een kopje koffie. Terwijl zij aan het rommelen is in de keuken kijk ik in de overvolle kamer om me heen. Alles ademt hier vertrouwen, alles voelt veilig en geborgen, ik word omringd door warmte en gezelligheid. Onwillekeurig neem ik een paar in al die jaren zorgvuldig en met liefde onderhouden spullen in me op en besef dat ieder schilderij, elk zilvertje en elk kristalletje zijn eigen unieke geschiedenis heeft en dat de met zorg uitgezochte souvenirs van haar reizen stuk voor stuk hun eigen verhaal vertellen. De lach en de traan hebben door de jaren heen hun plek gekregen in dit huis vol herinneringen. 
Ik ben weer even het kind zoals zij voor altijd mijn mama is. 
Als ze even later moeizaam lopend de kamer binnenkomt met in haar handen een klein dienblaadje lonkt het zachte bolletje kaas me al toe. "Ik heb ook even gauw een bolletje voor je gesmeerd en een beker bouillon gemaakt, je zult wel trek hebben". Ze ademt zwaar en neemt steunend op de twee houten stoelleuningen haar plek weer in in haar hoekje bij het raam. Na het afscheid zwaait ze me vanaf haar balkon uit met twee armen in de lucht. Ze roept nog iets, maar ik hoor het niet. Ik laat mijn raam nog even zakken en steek mijn arm voor de laatste keer naar buiten. In mijn spiegel zie ik de vertrouwde gestalte steeds kleiner worden waarna ik de hoek omsla en ze uit het gezicht verdwijnt.  
Die avond zet ik het plastic zakje met de foto's die ze me heeft gegeven op tafel en haal ze er een voor een uit. Ze glijden door mijn vingers als fijne korreltjes door een zandloper. "papa en mama in hun verkeringstijd', 'mama in de duinen...". Als ik de oude zwart/wit foto met het mooie kartelrandje tegen het licht hou verbeeld ik me dat ik de wind door het helmgras hoor lispelen, de meeuwen zie glinsteren in de lucht en het zilte nat van de golven kan ruiken. "Hoe oud zou ze hier zijn geweest, zou ik haar liefde voor de zee en het strand hebben geërfd, waarin lijk ik op haar?"
Het speelt allemaal door mijn hoofd en ik besef eens te meer dat haar eindigheid nu al pijn gaat doen. 
   

woensdag 25 juni 2014

Foto hokje V&D (Sneekweek jaren 70)















"Jongens wil er nog iemand mee, we gaan liften naar Sneek!"
Tijdens de Sneekweek was er altijd wel een dag dat het te hard woei en de zeilwedstrijden werden afgelast. Vaak was het dan ook nog miezerig weer. Dan trokken we onverrichter zake de dekkleden weer over onze boten, ruimden de zeilen op voor de volgende dag en gingen wat gekjagen bij de tenten. Maar na een tijdje hadden we dat dan ook wel weer gezien en besloten we met het hotseknotsende pontje van het Starteiland af te gaan en ons heil op de vaste wal, cq in Sneek te zoeken. Natuurlijk konden we eenmaal afgezet aan de wal opgaan in de deinende massa luidruchtige zeilers met wapperende identiteitskaarten en ons vervolgens duwend en trekkend de propvolle bus in proberen te wurmen die vlakbij camping De Potten stopte en ons platgedrukt en wel naar het centrum van Sneek zou brengen. 
Maar liften sprak ons meer aan. Daarvoor moesten we wel eerst een heel eind lopen en regen en wind trotseren om bij de doorgaande weg naar Sneek te komen, maar dat hadden we er graag voor over. Als we verwaaid, verkleumd en verregend eindelijk in Sneek aankwamen begroeven we ons allereerst in bakken patat met dikke klodders mayonaise en togen dan traditiegetrouw in optocht naar V&D waar we ons in het trappenhuis, onder de trap naar de eerste verdieping, in het minuscule fotohokje met het zwarte gordijn op hilarische wijze lieten vereeuwigen. Je wist nooit precies op welk moment de camera zou klikken voor de serie van vier verschillende zwart/wit pasfoto's. Soms liep je het hokje al uit en volgde er toch nog een flits, waardoor alleen je rug op de foto stond. Vaak ook had je net het krukje op de goede hoogte gedraaid en dan sprong er op het moment van de flits iemand door het gordijn heen en ging doodleuk op je schoot zitten waardoor je op de foto compleet uit beeld was, een verschrikt gezicht trok of schaterlachte en maar half op de foto stond omdat je van de kruk viel. Andere keren stuiterde er iemand bij je het hokje in, trok een gekke bek tijdens de flits en verdween dan weer gierend van het lachen naar buiten. 
Zo zijn er in de loop der jaren heel wat pasfoto's gemaakt die in al hun hilariteit een mooie episode van ons leven weergeven en die tot op de dag van vandaag in mijn moeder's portemonnee worden bewaard.            

dinsdag 24 juni 2014

Heimwee (1978)












Heimwee

Ik vind geen rijm
geen zee van
kabbelende strofen

Mijn heimwee
kan ik met geen 
jambe loven

Woorden worden enkel tranen
coupletten groot verstikt verdriet
ik ben te innerlijk bewogen
heimwee rijmt eenvoudig niet


Annet 



maandag 23 juni 2014

'n Dagje met mijn lief (2014)



"Wat zullen we morgen gaan doen lief?"
Het is een van de vragen die me om de week op vrijdagavond laat uitstijgen boven de aldaagssfeer. Meestal gevolgd door "en weet je al bij wat voor tentje je zou willen eten? Dit keer weer 'ns tapas, of heb je zin in sushi, of toch liever een eetcafé?" Als deze zinnen over de lippen van mijn lief komen dan maakt mijn hart een sprongetje, want één zaterdag in de veertien dagen zijn we één hele lange heerlijke dag samen en maken we van elke minuut een feestje. Die twee kostbare dagen per maand zijn zijn en mijn kinderen respectievelijk bij hun mama en hun papa en hebben mijn lief en ik het rijk een paar uur alleen. Even geen verantwoordelijkheden, even één dagje geen dingen hoeven zoeken die ze weer eens kwijt zijn, één luttel dagje zonder de gebruikelijke gezinshectiek.  Op het ene adres even geen "mama, wil je me overhoren?" op het andere nu eens niet "papa, kun je m'n sportkleding nog even wassen?" De telefoon blijft in twee huizen onbeantwoord, de post in twee brievenbussen ongeopend, de was in twee bijkeukens onaangeroerd.
Ik had nooit durven dromen dat mijn leven een kentering zou krijgen die de schaduw verdreef en de storm zou doen luwen. Het voelt als een schoolreisje uit een ver verleden, elke keer weer. Een kinderlijke tinteling, een spanning: "wat gaan we doen? zal het mooi weer blijven? wat zullen we gaan eten?" Als van twee adressen de kinderen vertrokken zijn kan onze dag beginnen. Soms lezen we eerst bij mij aan de grote tafel, elk een katern van de ochtendkrant, zwijgend naast elkaar, de ruimte vullend met enkel stilte, een steelse kus en een kopje koffie. Bij zomerdag zetten we de openslaande deuren op een kier en laten de buitenwereld gedoseerd naar binnen. Zo tegen het middaguur laven we ons aan een lome lunch buiten de deur en zetten vervolgens koers naar waar de wind ons waait. De ene keer schuifelen we gescheiden langs glazen vitrinekasten in de steriele zalen van een museum, een andere keer wandelen we hand in hand door authentieke stadjes met een glorierijk verleden, vergapen ons aan mooie geveltjes en delen onze interesses voor oude bijzondere gebouwen en pandjes, om steevast te eindigen in een sfeervol ingericht restaurantje waar we genieten van een heerlijk dinertje, een drankje, en van elkaar.
Vierentwintig 'schoolreisjes' per jaar om de accu op te laden.
En als ik dan aan het einde van zo'n dag mijn bloedjes weer door de deur zie komen ben ik volmaakt gelukkig. 
        

zondag 22 juni 2014

Houvast (Lucinde 2014)



"Mama, mag die stomme tekening van mij nou  e.i.n.d.e.l.i.j.k  'ns een keer van dat keukenkastje af?"
Lucinde zit haar huiswerk te maken aan de eettafel, drukt ongeïnteresseerd knopjes van haar rekenmachine in en krijgt opeens haar oude tekening in het vizier, die nog steeds een van de keukenkastjes siert. Ik sla geen acht op haar commentaar maar ga door met het zoeken naar mijn dagelijkse 'to do lijstje' dat er net nog lag en nu miraculeus genoeg verdwenen is. Terwijl ik links en rechts wat dingen optil, kranten opzij leg en alle zes de eetkamerstoelen achteruit schuif vraagt Lucinde andermaal mijn aandacht.
"Mamaaa, halloohoo, ik ben al 15, toen had ik net leren schrijven! Ik snap niet dat je die kinderachtige tekening van mij daar nog steeds doodleuk hebt hangen. Het slaat echt nergens op en ik schaam me ook nog eens kapot als hier kinderen van school komen. Wat moeten ze wel niet van me denken?"
"Maak je toch niet zo druk om zo'n tekening" zucht ik opgelucht met het teruggevonden "to do lijstje" in mijn hand. Ik loop naar het keukenkastje toe en blijf voor de kindertekening staan.
Haar stamboom door de ogen van mijn jongste bloedje die destijds net had leren schrijven, met een broertje en een zusje, een papa, een mama en twee opa's en oma's. Hoe overzichtelijk was het leven op die leeftijd, de tekening laat alle houvast zien die je nodig hebt als je klein bent. De grote lichtgroene boom, keurig ingekleurd, waarschijnlijk met het puntje van de tong uit haar mond en het potlood stijf geklemd in haar kleine knuistje. En een mooie rechte stam, natuurlijk moest die donkerbruin en ook netjes binnen de lijntjes. En nooit, nee nooit vergat ze de hartjes, grote hartjes, kleine hartjes, want iedereen hield van elkaar. 
Hoe vaak heb ik de afgelopen jaren tijdens het wegzetten van een wijnglas achter het kastdeurtje niet even gekeken naar de tekening die me in zijn kinderlijke eenvoud telkens weer ontroerde.
En al is de boom uiteindelijk grilliger gaan groeien en al zijn er appeltjes afgevallen en gekneusd inmiddels weet ik dat houvast niet in de boom zelf, maar in de wortels zit.