zaterdag 7 december 2013
Ons marktavontuur .....
Jaren '90. "Zeg, zullen we samen een bedrijfje beginnen?". Mijn zusje Valerie komt net terug van een intercontinentale vlucht en hangt onderuit bij mij op de bank in Heerenveen. Ze heeft de wereld leuke spullen meegebracht uit Thailand, die ze net allemaal aan me heeft laten zien. De tafel staat vol met hapjes, we hebben een wijntje in de hand en door de ruimte galmt een kinder-CD . Niels en Sanne spelen om ons heen, de kamer ligt bezaaid met speelgoed, en ons hoofd staat niet naar koken. "Nou, dat lijkt me wel wat, en dan met zulk soort spullen?" Ik wijs naar haar recente aankopen en schenk meteen nog even een wijntje in. Ze knikt, we mijmeren nog wat door en proosten uiteindelijk op ons nieuwe avontuur. Van koken komt die avond niks meer. De week erop tik ik een marktkraam op de kop, bind het gevaarte op het dak van mijn mini en rij zo naar huis. Mijn buren staan stomverbaasd voor het raam als ik het onooglijke gedrocht de oprit in manoeuvreer. Ik ga achter een zeil, marktklemmen en steenharingen aan en bezoek de Kamer van Koophandel. Ondertussen vraagt Valerie verre reizen aan en maakt een lijstje van spulletjes. "De Struner" gaan we heten, we schrijven ons in voor markten en braderieen en bouwen onder alle weersomstandigheden onze kraam op naast snoepkramen, worstenmakers en poeliers. Met thermo ondergoed, handschoenen en kleine drankflesjes houden we ons warm op wintermarkten, 's zomers zoeken we verkoeling in de schaduw. Onder de marktkooplui heerste een prettige sfeer, ze maakten een praatje bijelkaar, hielpen elkaar met opbouwen, je gaf korting over en weer, en je mocht bij de eetkraampjes proeven. "Hey, de meisjes zijn er, jongens even helpen!" werd er geroepen als wij het terrein op reden.
Sinds "De Struner" loop ik met andere ogen over de markt....
vrijdag 6 december 2013
Van drie bloedjes en vakantie
2009
"Als jullie zo doorgaan, pieker ik er niet over om over twee dagen helemaal naar de zuidhoek van Frankrijk te rijden, dan blijf ik liever thuis!". Ik werp mijn bloedjes een boze blik toe en ga geforceerd door met spullen klaarleggen, lijstjes afvinken, wassen en strijken. Achter mij krijgt iemand de zoveelste lel en de verbale reactie van 'het slachtoffer' komt na precies twee seconden. Weer een tel later klinkt er een schreeuw vanaf de zolder waar Sanne achter haar bureau zit te leren. In een tijd van een mum komen de verwensingen van drie kanten. Zo gaat het nu al weken, ik ben er helemaal klaar mee. Sanne staat voor haar eindexamen en kan weinig verdragen en Niels en Lucinde vangen elkaar constant de vliegen af. Ik loop al tijden op eieren en probeer ondertussen in te pakken voor onze op handen zijnde voorjaarsvakantie naar Carnet Plage in Zuid Frankrijk. Het wordt een lange rit en de gedachte aan drie ruzieende kinderen stemt me verre van vrolijk. Tot overmaat van ramp ziet de weersvoorspelling voor dat gebied er ook nog eens bijzonder slecht uit, koud en regen. Ik moet echt alle zeilen bij zetten om niet de hele trip af te blazen en de voorbereidingen te staken. Er moet op korte termijn wat gebeuren. In een van de laatste nachten voor het vertrek ontspruit er een plan aan mijn brein. De volgende ochtend leg ik het de vakantiegangers in spe voor : "ik ga een contract maken, waarin Niels en Lucinde beloven niet te hakketakken, zodat Sanne kan leren". Ze kijken me alledrie schaapachtig aan, maar durven er niks tegen in te brengen. "Zodra iemand gaat klieren, pakken we onze spullen en gaan we meteen naar huis!". Het driemanschap zit ineengedoken en gluurt stiekem naar elkaar. "En ik meen het!" zeg ik nog even nadrukkelijk. Ze maken aanstalten om te gaan staan, maar ik gebaar dat ze moeten blijven zitten. "En tenslotte, als we aankomen en het regent, dan pakken we niks uit. Giet het de volgende dag nog, zetten we alles weer in de auto en gaan terug naar Heerenveen". Ze verroeren gaan vin. "En mama, wat nou als de volgende morgen de zon schijnt?", vermant Niels zich. "Dan blijven we en pakken alles uit", zeg ik enigszins bedaard. Zo gezegd, zo gedaan, de plechtige belofte om niet te klieren wordt vol overgave getekend, onderweg in de auto is het muisstil en nadat het bij aankomst pijpenstelen regent, staat de zon de volgende morgen hoog aan de hemel....!
"Als jullie zo doorgaan, pieker ik er niet over om over twee dagen helemaal naar de zuidhoek van Frankrijk te rijden, dan blijf ik liever thuis!". Ik werp mijn bloedjes een boze blik toe en ga geforceerd door met spullen klaarleggen, lijstjes afvinken, wassen en strijken. Achter mij krijgt iemand de zoveelste lel en de verbale reactie van 'het slachtoffer' komt na precies twee seconden. Weer een tel later klinkt er een schreeuw vanaf de zolder waar Sanne achter haar bureau zit te leren. In een tijd van een mum komen de verwensingen van drie kanten. Zo gaat het nu al weken, ik ben er helemaal klaar mee. Sanne staat voor haar eindexamen en kan weinig verdragen en Niels en Lucinde vangen elkaar constant de vliegen af. Ik loop al tijden op eieren en probeer ondertussen in te pakken voor onze op handen zijnde voorjaarsvakantie naar Carnet Plage in Zuid Frankrijk. Het wordt een lange rit en de gedachte aan drie ruzieende kinderen stemt me verre van vrolijk. Tot overmaat van ramp ziet de weersvoorspelling voor dat gebied er ook nog eens bijzonder slecht uit, koud en regen. Ik moet echt alle zeilen bij zetten om niet de hele trip af te blazen en de voorbereidingen te staken. Er moet op korte termijn wat gebeuren. In een van de laatste nachten voor het vertrek ontspruit er een plan aan mijn brein. De volgende ochtend leg ik het de vakantiegangers in spe voor : "ik ga een contract maken, waarin Niels en Lucinde beloven niet te hakketakken, zodat Sanne kan leren". Ze kijken me alledrie schaapachtig aan, maar durven er niks tegen in te brengen. "Zodra iemand gaat klieren, pakken we onze spullen en gaan we meteen naar huis!". Het driemanschap zit ineengedoken en gluurt stiekem naar elkaar. "En ik meen het!" zeg ik nog even nadrukkelijk. Ze maken aanstalten om te gaan staan, maar ik gebaar dat ze moeten blijven zitten. "En tenslotte, als we aankomen en het regent, dan pakken we niks uit. Giet het de volgende dag nog, zetten we alles weer in de auto en gaan terug naar Heerenveen". Ze verroeren gaan vin. "En mama, wat nou als de volgende morgen de zon schijnt?", vermant Niels zich. "Dan blijven we en pakken alles uit", zeg ik enigszins bedaard. Zo gezegd, zo gedaan, de plechtige belofte om niet te klieren wordt vol overgave getekend, onderweg in de auto is het muisstil en nadat het bij aankomst pijpenstelen regent, staat de zon de volgende morgen hoog aan de hemel....!
donderdag 5 december 2013
Verjaardagspartijtje anno jaren 60
"Handen op de rug en happen maar!"
Mijn moeder instrueert de kinderen op mijn partijtje tijdens het koekhappen. Terwijl naast mij zonder uitzondering door iedereen gretig wordt 'gevangen" en gehapt, krijg ik mijn koek maar niet te pakken, hij zwaait elke keer voor mijn neus weg, ik vind er niks meer aan.
Ook Ezeltje Prik ging me die verjaardag niet goed af, ik kreeg een blinddoek omgeknoopt die kriebelde, en op het moment supreme prikte ik tot overmaat van ramp de losse staart op het oog van de ezel. Geen punten dus. Bij de anderen ging het allemaal stukken beter. Walther liep rechtstreeks op de achterkant van de ezel af en Meindert zat er maar een klein beetje naast.
Gelukkig had ik op mijn partijtje met flessenlopen meer success. Ik stapte geblinddoekt met zevenmijlspassen over de flessen heen en won eindelijk een prijsje. Achteraf denk ik dat ik onder de blinddoek moet hebben doorgekeken. Of wellicht dat mijn moeder de flessen had weggepakt...zodat ik, als feestvarken, ook een prijsje zou vergaren, wie zal het zeggen.
Ja mijn partijtjes herinner ik me nog goed.
Ze begonnen steevast met hoedjes opzetten en een plekje om de tafel zoeken. Daarna werd ik staande op een eetkamerstoel toegezongen en volgden de kadootjes. Mijn moeder had vantevoren de tafel mooi gedekt en voor iedereen een gekleurd kartonnen bordje met allemaal lekkers en een glaasje ranja met een rietje neergezet. Uiteraard was de kamer met slingers versierd.
Toen ik laatst bij mijn moeder was, drukte ze mij bij het afscheid ons oude "Ezeltje Prik" in de handen. "Ik heb opgeruimd, neem maar mee voor de kinderen".
De hoeken van de doos waren gescheurd en de rode kleur ervan verschoten. Toen ik de deksel voorzichtig optilde kwam mij een muffe zoldergeur tegemoet.
Onderin de doos lag, keurig opgevouwen, de plaat met de onmiskenbare ezel. De vele kleine gaatjes deden mij glimlachen. Bovenop prijkte de losse prikstaart .........
woensdag 4 december 2013
Terhorne, after Happy Hour
"Toe Jan Leusink kietel me niet!" Mieke glijdt bijna van zijn schoot en morst daarbij wat as op zijn rode polo. "Kijk uit, ouwe Muis, straks heb ik een brandvlek en dan krijg ik moppers van Anne", geint hij, onderwijl toch nog even in haar flank prikkend. "Als je nou niet uitkijkt, Jan Leusink, dan ga ik aan je oren zitten!" ketst zij terug, wetende dat hij daar beslist niet tegen kan. Ze maakt haar hand vast vrij en legt haar sigaret op de volle asbak. Het is een fraai tafereel.
Op de tafel de stille getuigen van een geslaagd Happy Hour, eigenlijk is alles leeg, behalve de asbak.
Dan steekt Anne haar hoofd om de hoek van de caravan. "Is het nou afgelopen met jullie, ik ben hier druk met koffie en jullie zitten daar maar te geiten". "Jan, ga ns met die hond wandelen, die moet nodig uit!"
Mijn moeder en oom Jan Leus, ze vlogen elkaar regelmatig in de haren, 's avonds met kaarten de grootste rivalen. "Jan Leusink, ik zie het wel, je houdt weer kaarten onder de tafel vast!", en even zo vaak "ik hou ermee op, dat mens van Gorter speelt vals!" Vaak hadden wij het gevoel dat we figureerden in hun tweeakter, je wist nooit hoe de afloop zou zijn. De ene keer een aanvaring, een andere keer lachen en saamhorigheid.
Maar soms verbond iets ze onverwachts, dat waren bijzondere momenten. Zo konden ze samen opeens geemotioneerd naar zijn lievelingsmuziek luisteren of hielp ze hem mee als hij een klusje op de boot had. Dan zat ze bijna bewegingloos aan dek en knoopte geduldig het touwwerk van de reling vast, een monnikenklus.
Mijn moeder en oom Jan Leus, een dierbare herinnering.....
dinsdag 3 december 2013
Thialf, dat is lang geleden
Het is woensdagmiddag, ik ben onderweg naar meneer de Wit.
Als ik het terrein van het tehuis oprij, zie ik nog niemand. Ik parkeer voor de deur, doe de motor uit en neem een kijkje in de hal. Daar komt ie links uit de gang al aangeschoven, rollator fier voor zich uit en een smile van oor tot oor. "Ja, ik moest nog even een warme trui aandoen, want dat had je toch gezegd?" verontschuldigt ie zich. Hij laat zijn rollator los en omvat mijn uitgestoken hand met twee handen. "Ik ben zo blij dat je er weer bent!".
Ik hou het rechterportier voor hem open en help hem daarna met de gordel. "Trek uw buik eens in meneer de Wit, u eet teveel" gekscheer ik. De rollator verdwijnt in de achterklep en zijn dikke jas leg ik er bovenop. "Alle hens aan dek, zet u schrap dan gaan we!".
Als we eenmaal het terrein af zijn stoot ie mijn schouder aan. "Nou zeg het nu maar, wat gaan we doen vandaag?" Hij zit zich al zichtbaar te verkneukelen. "Meneer de Wit, we gaan naar Thialf, is dat wat?" "Oh, dat is lang geleden" mijmert ie hardop. "ik zou niet meer weten hoe het er daar uitziet". "Dat dacht ik al" zeg ik "daarom gaan we er maar eens even kijken".
Ik probeer zo dicht mogelijk bij het ijsstadion te parkeren en nadat de rollator is uitgeladen en meneer de Wit zijn warme jas heeft dichtgeritst lopen we richting de hoofdingang. Bij de receptie krijgen we twee kaartjes voor de tribune en twee consumptiebonnen.
De rollator moeten we onder aan de trap laten staan, de rest wordt een dingetje... "Meneer de Wit, hou mij goed vast en pak met uw andere hand de tribune beet, dan gaan we langzaam samen naar boven". Zo gezegd zo gedaan. We belanden op de tribune en hij geniet van de voorbijzoevende schaatsers en de hele entourage van de ijsbaan. De herfstvakantie heeft veel jeugd op de gladde ijzers gebracht, het is een kleurrijke roezemoezerige bedoening waar hij zichtbaar plezier aan beleeft. Als ik even later met twee dampende plastic bekertjes koffie en een gevulde koek de tribune op kom kan zijn middag niet meer stuk. Net als we de koekkruimels van onze jassen slaan gaat zijn telefoon. "Oh nee, ik kan niet komen, ik ben met Annet in Thialf" hoor ik hem zeggen.
Als ie de telefoon heeft uitgedrukt kan ie een glimlach niet onderdrukken "ik had een afspraak in het huis, helemaal vergeten......"
maandag 2 december 2013
Puberperikelen
"Mama, er zijn zoveeeeeel kinderen die ik ken die werken, dat wil ik ook!" Lucinde wervelt naar binnen en gooit haar schooltas prompt op mijn krant. "Nou ik vind het prima, bel nog eens achter die folderwijk aan van laatst", zeg ik terwijl ik haar tas op een stoel zet en de krant ontkreukel. Dochterlief, die inmiddels een mandarijn heeft ontveld, zet zit zichtbaar schrap voor een klaarblijkelijk belangrijke mededeling. "Mama, ik heb al eens even gebeld met die folderclub, en gevraagd wat ik ermee verdien". Er volgt noodgedwongen een pause aangezien ze net een ietwat te groot stuk fruit in haar giecheltje heeft gestoken en op een aalscholver lijkt die een te dikke vis heeft doorgeslikt. "Kauw nou eerst eens rustig die mandarijn weg, straks stik je erin", zucht ik, terwijl mijn ogen weer snel over de krant gaan. Dan kan de mond weer spreken. "Nou mama, het is dus echt kinderarbeid, ik heb het opgezocht op internet, en ik ga het echt niet doen!". Voordat ik nog wat kan zeggen stampt ze gefrustreerd naar boven.
De volgende dag haal ik bij Albert Heijn een formulier waarmee ze zich kan aanmelden om vakken te vullen, ook bel ik met de Mexicaan waar Sanne ooit als afwashulp begon. In beide gevallen moet ze 15 jaar zijn, maar dat duurt nog een maandje. "Ik wist het toch, ik kan nog niks, alleen maar die stomme folders", moppert mijn puber door. Al met al kruipt het humeur nog niet echt uit het slop en hebben ook Niels en ik het zwaar te verduren.
"Wat denken jullie ervan als we vanavond eens ergens gaan eten?" roep ik rond half 6 enthousiast naar boven. Ik hoor Niels stommelen en even later hangt ie over de vide. "Waar gaan we heen dan?". Ik wacht af wat er in de andere kamer gaat gebeuren. Ja, beweging, haar deur gaat open. "Toch niet weer naar de pizzeria he?" is het eerste wat ze zegt. "Nee, raad eens, jij mag het zeggen", vlei ik. Zoveel coulance had ze niet verwacht. "Nou dan wil ik naar het pannenkoekschip!", en er verschijnt een klein lachje op haar gezicht.
Als we alledrie met een pannenkoek voor ons zitten en ik de serveersters in hun blauw-wit gestreepte pakjes langs zie lopen, kan ik me niet inhouden. "Lucinde, kijk eens achterom, je kunt hier volgens mij zo in de bediening, je hebt het tenue al aan......".
zondag 1 december 2013
Terhorne, een mooie zomerdag
Terhorne 2008: "Help je me even de boot in het water te doen Niels?" Het is een mooie zomerdag, de vakantie is begonnen en Piet Jan wil het water op. Ze tillen samen de trailer op, laten de lier draaien en de boot glijdt de poel in. Veel tenten en caravans staan al open, de geur van verse koffie hangt over het veld, honden worden uitgelaten, de dag komt langzaam op gang.
"Ik ga naar de winkel, voor wie kan ik nog wat meebrengen?" roept iemand die langsloopt en blijkbaar het dorp al ingaat. Mieke duwt haar tentdoek omhoog en steekt haar hoofd met het bekende haarnetje om de hoek. "Als je toch gaat, wil je voor mij een halfje bruin halen?' en het hoofd trekt zich terug. In de verte blaft een hond, er waggelen wat eenden in een rijtje over het veld en de zon begint al lekker aan te voelen.
Tafels en stoelen worden buiten gezet, tentwanden opgerold, ramen opengeklikt en van een dekje voorzien. Mannen met toilettassen en handdoeken begeven zich naar het washok, onderwijl iedereen links en rechts "goedemorgen" wensend. De vrouwen buurten al bijelkaar en de eerste uitbundige lach klinkt over het veld.
Na de koffie komt iedereen wat in beweging, zeilboten worden opgetuigd en varen samen met motorboten uit, kano's en rubberbootjes worden het water ingeschoven en kinderen gooien hun handdoeken bij de steiger en springen de plomp in. Zo ging het op mooie zomerdagen. Om en bij de steiger verzamelde zich een bont gezelschap, op zoek naar verkoeling, een praatje en een lolletje. Thermoskannen koffie, kopjes en tuinstoelen verhuisden massaal naar de waterkant, waar het binnen de kortste keren een gezellige boel was. Soms waagde ook iemand van de oudere garde zich aan een duik en verscheen dan in een, volgens eigen zeggen "badpak uit het jaar nul" en paradeerde daarmee demonstratief en tot grote hilariteit van de anderen over de steiger. Zo rolden we al pratend, lachend en zonnebrand smerend de middag in en ging de koffie naadloos over in sherry en andere spiritualien.
Als we erachter kwamen dat het allang etenstijd was geweest, werd er een lading snacks bij de cafeteria in het dorp gehaald, deden we even wat warms aan, maakten wat licht met kaarsjes en zaten dan vaak nog uren met elkaar op de steiger......
Abonneren op:
Posts (Atom)