zaterdag 21 december 2013

Terhorne: zullen we een eindje gaan varen.....?


Terhorne jaren 90: 
"Zullen we een eindje gaan varen met Helene haar boot?". An glundert bij het idee alleen al. "sherry?" voegt ze er meteen aan toe en zonder op het antwoord te wachten duikt ze het roefje van de houseboat van Helene in en komt terug met een fles die inmiddels bijna leeg is. "An Leusink", begint Mieke streng, "deze boot is niet geschikt om mee te varen!" en ze nipt aan haar derde sherry. De grappen en grollen van haar vriendin kennende begint ze hem op dat moment al te knijpen.
Helene, de trotse eigenaresse van de opvallende woonboot, die al sinds jaar en dag aan de camping ligt, en deel uitmaakt van de vaste clan staat ook op het dek en voelt een ondeugende bui opkomen. Ze kijkt met haar sherry'tje in de hand schalks naar Mieke, geeft An een por en zegt "Ja, An waarom eigenlijk ook niet, uiteindelijk hangt er een buitenboordmotor achter, dus het zou moeten kunnen". "Wie schenkt me nog even bij, of is het op?" De twee vrouwen wisselen een veelzeggende blik, drinken hun glas leeg en beginnen demonstratief de touwen los te maken. Mieke weet op dat moment dat er geen redden meer aan is en dat zij mee moet of ze wil of niet. Ze geeft zich over aan de situatie en probeert in het roefje gauw nog wat dingen klem te zetten terwijl An Helene helpt met het starten van de motor. 
Ook Jan heeft de meiden horen praten en wil er het zijne van weten. Hij legt de hond vast aan een stoel en beent het veld over naar het kleine zijsteigertje. "Zijn jullie gek geworden, daar komt niks van in, jullie blijven gewoon aan de wal, doe die motor uit!", roept hij.  Terwijl hij het steigertje opstapt is de boot met de drie aangeschoten dames al los van de wal en drijft achteruit het meer op. Helene en An hebben de motor tot hun grote verbazing en schrik aan de praat gekregen en moeten nu bedenken wat ze gaan doen. Over het water galmt hun paniekerige slappe lach en iedereen kan meegenieten van het hachelijke avontuur. "Mieke, doe de gordijntjes open, ik zie niks!" schreeuwt Helene vanaf de achterplecht. "Kijk uit Helene, we gaan scheef, je kopjes vallen van de tafel!" giert An lachend terwijl ze met haar voeten worstelt op het smalle gangboordje en zich vasthoudt aan het dak. Ondertussen staat Jan zich te verbijten op het steigertje. "Terugkomen zeg ik, d'r gebeuren zo ongelukken!" roept hij met overslaande stem. Na een capriolend en hilarisch slagje over de poel, landen de dames uiteindelijk met meer geluk dan wijsheid en voor de neus van de uitgelopen en verontruste campinggasten, weer aan de wal. 
Jan heeft dagen niet met ze gepraat .........            

vrijdag 20 december 2013

Kerst nostalgie jaren 60



"Jan, haal jij even een kerstboom?' Het is krap een week voor kerst, de eetkamertafel ligt bezaaid met opengeslagen kookboeken, losse handgeschreven, bemorste recepten en schetsjes voor menukaarten. De kerstversiering en -accessoires zijn van de zolder gehaald en een paar pakken spierwitte kaarsjes, prijken ernaast. Mijn moeder houdt van kerst, de tradities die eromheen hangen, de feestelijke kleding, het kerstdiner, de mooi gedekte tafel met het glimmende zilver en niet te vergeten de zorgvuldig uitgezochte muziek. Mijn vader figureert in deze periode als logistiek leider, kerstboom inkoper, culinair secondant, kaarsjesvervanger en fikkie blusser. 
"Mieke, ik ga wel even naar Van Es voor een mooie volle boom". Hij legt de krant weg, pakt zijn jas van de kapstok en gaat naar de plaatselijke boomkweker. In de tussentijd checkt mijn moeder welke miniatuur ballen, bellen en sneeuwpoppen het afgelopen jaar hebben overleefd en neemt ze een beslissing over de te bereiden gangen. Als mijn vader met de kerstboom in de achterbak de oprit oprijdt staat mijn moeder al klaar met een zaag en een aardappelschilmesje zodat hij de boom op maat kan maken, dikke takken kan afzagen en een puntje kan slijpen voor de piek. "Jan, kijk uit voor je vingers", zegt ze bezorgd. 
Samen zetten ze vervolgens de boom in een emmer met tuinzand en tillen het gevaarte naar de woonkamer. Dan kruipt mijn vader weer achter zijn krant en slaat mijn moeder aan het decoreren, klemt de knijpkaarshoudertjes aan de takken, drukt voorzichtig de kaarsjes erin en vleit als laatste voorzichtig het engelenhaar over de boom. 
In de opmaat naar de kerst is het gezellig onrustig in huis, heerlijke aroma's hangen in de lucht, de keuken is heilig verklaard, het zilver wordt gepoetst, kerst lp's draaien overuren en feestelijke kleding wordt klaar gehangen. Als we traditiegetrouw op Tweede Kerstdag met drie generaties aan tafel zitten, beleven we de apotheose van al die uren liefdevolle voorbereiding. De gangen zijn allemaal even heerlijk en lopen naadloos in elkaar over. Als kaarsjesvervanger en 'fikkie blusser' at mijn vader altijd het minst rustig met kerst. "Jan , links boven, dat gaat verkeerd, toe gauw!" Ik zie hem nog zo'n beetje elk kwartier zijn bestek neerleggen en de tafel verlaten om een kaarsje te vervangen of een brandende tak te blussen met het water dat mijn moeder in een emmer onder de boom had gezet. Gek dat je zulke dingen nog zo precies weet. Het sluitstuk van het diner was vaak de bewerkelijke Charlotte Russe waar mijn moeder een breed rood lint om had gedrapeerd en die ze opdiende met een knisperend brandend sterretje. Dan volgden de sigaren, de café complet en de anekdotes.
Kerst jaren 60, als ik mijn ogen dicht doe, ben ik weer dat kind, dat staarde in de kaarsjes, dat nieuwsgierig deksels optilde in de keuken, dat krullers kreeg in het haar....................  
     

donderdag 19 december 2013

Schoolfoto jaren 60


07.45 uur. "Mama, wat moeten we aan?" Mijn zusje en ik stiefelen met onze geruite pantoffels en in onze favoriete sprookjesfiguurpyjama's de trap af naar de keuken. Daar staat mijn moeder in haar ochtendjas brood te smeren, met aan haar voeten de roze muiltjes met dito zwanenveertjes. Op de groene keukentafel staan twee hoge glazen melk met kleurige aapjes, die oorspronkelijk als pindakaas glas met plasticdop bij Takens, onze buurtsuper, gekocht waren. Er was in die tijd geen huishouding waar die glazen niet als drinkglas of vaasje werden gebruikt. En ja hoor, daarnaast liggen ze, die smerige, glazige levertraanknikkers. We negeren de knikkers en herhalen onze vraag "Mama, de schoolfoto is vandaag, wat moeten we aan?" Mijn moeder loopt ons voor de trap op naar onze slaapkamers en gaat eerst naar de kamer van mijn zusje om daar in de hangkast een geschikte outfit uit te zoeken. "Doe jij dit maar aan" zegt ze terwijl ze een rood jurkje pakt, gauw nog nog even het bed openslaat waar mijn zusje net is uit gekropen en het raam op het haakje zet. Daarna komt ze mijn kamer in en ik weet als ze de kast opendoet al wat ze er voor me gaat uitvissen. "Nee mama, die trui kriebelt, die doe ik niet aan", mopper ik. "Nou dat staat nu net zo leuk met die bijpassende paars-roze-wit geblokte midi rok en het paarse suede hesje" oppert mijn moeder en ze legt de combinatie demonstratief op het sprei van mijn bed. "Die hebben we vorige week pas gekocht, toen vond je het nog mooi", gaat ze verder. "Ja maar toen wist ik nog niet dat die trui kriebelde" verdedig ik mij. Mijn moeder trekt haar frons.  "Je doet hem gewoon aan, dat is leuk!" en ze beent mijn kamer uit terug naar de keuken. Ik bleef chagrijnig achter, maar had niet het lef om tegen haar kledingkeuze in opstand te komen, dus ik trok gedwee het ensemble aan.
Na het broodje, de levertraan en de melk gingen we, haartjes in de plooi, schoenen keurig gepoetst, kettinkje om, op weg naar school waar rond een uur of half 10 de schoolfotograaf mijn klas in kwam en groepjesgewijs kinderen vroeg hun broertjes en zusjes uit andere lokalen op te trommelen voor de jaarlijkse schoolfoto. Ik haalde mijn zusje op en we lieten ons in de hal van de school waar de fotograaf met zijn apparatuur was neergestreken gelaten achter een lessenaartje zetten, ik zittend, zij staand.
Mijn trui kriebelde als een gek, mijn staartjes zaten te strak en ik moest ook nog naar de wc, maar ik mocht me niet verroeren.......



woensdag 18 december 2013

Terhorne barbecue 1982



Terhorne september 1982 : "Jongens, let even op, er dreigt hier een aantal sateetjes te verbranden!" Een vader die met omdraaigereedschap in de hand bij een van de barbecue's staat probeert schreeuwend boven het geluid van een ghettoblaster uit te komen. Tevergeefs, niemand hoort hem, ziet hem of slaat enige acht op hem. Hij schudt zijn hoofd en kiept een paar zwartgeblakerde vleesstokjes in het gras. "Zo, die zijn voor de honden".
De zomer van 1982, een lange hete zomervakantie, gevolgd door een heerlijke lome septembermaand werd feestelijk afgesloten met een grote campingbarbecue. De moeders trokken van meet af aan het grootste gedeelte van de organisatie naar zich toe, immers, zij draaiden hun hand niet om voor zo'n project en, los daarvan, ze hadden wel weer zin in een feestje. Na een korte 'plan de campagne', waarschijnlijk bij Mieke in de caravan, of in een kring voor de tent, verdeelde een groep moeders zich over de camping, voorzien van intekenlijsten en geldbusjes, vroegen iedereen naar hun eetwensen, incasseerden de bijdragen en bleven nog even hangen voor een praatje. Toen de groep zich bij Mieke weer present meldde en compleet was, werden onder het genot van een sherry'tje de lijsten bijelkaar gelegd, het materiaal geïnventariseerd en maakte degene met het netste handschrift een enorme boodschappenlijst. De potigsten van de moeders gingen met de lijst op pad en kwamen uren later met hun auto's buikschuivend de camping weer op. De vaders waren meer van de logistieke kant. Zij leurden met roosters, barbecuepotten, houtskool, krantenpapier en omdraai- en prik garnituur, sleepten tafels en stoelen naar het 'feestterrein', ondertussen een pilsje naar binnen klokkend en een sigaretje rokend. Toen het vuur aan was en de mannen met kranten aan het wapperen waren om de kooltjes te laten gloeien, legden de moeders de laatste hand aan de salades, verdeelden schalen met vlees over de tafels, zetten frisdrank en spiritualiën neer en ploften tenslotte op een stoel om onder een luid "proost!" het glas te heffen. Na de eerste smikkel- en drankronde werd de muziek op maximaal volume gezet, gingen de voetjes van de vloer en gooiden de 'oudjes' er nog even een 'jive' tegenaan.  
Het bleef ook die keer nog lang rumoerig op camping Oan e Poel.....      

dinsdag 17 december 2013

Mama, ik weet wat goed voor je is...



"Mama, hou 'for god sake' nou eens op met dat eeuwige gesmeer met Nivea!" Sanne drentelt om me heen in de badkamer. Haar lange blauwe fluffie ochtendjas volgt haar gedwee, haar te grote beresloffen houden haar stimpestampende voeten nauwelijks bij en haar ongekamde haar wordt met een onooglijke roze klem bijelkaar gehouden. Op de plek waar haar gezicht zou moeten zitten, zie ik een glimmende bruine blubbermassa met daarin twee ogen die boosaardig mijn kant op kijken. 
"Ja jij trekt volle zalen!" breng ik proestend uit. "Heb je het riool geïnspecteerd?" Ik voel een enorme lachbui opkomen. "Mama, doe niet zo ontzettend lollig, dat heet 'masker', daar heb jij zeker nog nooit van gehoord!" briesen de twee ogen. Het wordt tijd dat ik een stelling inneem."Nou, de schoonheidsspecialiste zegt trouwens altijd dat ik nog zo'n goeie huid heb", zeg ik uitdagend. "Pff, en dan zeg jij zeker doodleuk dat je alleen maar met Nivea aan het glieren bent, het kan toch niet waar zijn!", de ogen spuwen vuur. "Nou toevallig wel" antwoord ik met mijn kin in de lucht richting het moddergezicht. 
Dan bedenkt Sanne opeens tot haar grote schrik dat ze door onze discussie de inwerktijd van het gezichtsmasker is vergeten bij te houden. Paniek, gevolgd door "mama dat komt er nu van!" Ze werpt me een venijnige blik toe en gaat als een bezetene met tonicjes en watjes in de weer om zich van het bruine masker te ontdoen. 
Als het gezicht weer gewoon gezicht is, en dit keer glimt van een 'voedende' crème pakken we de draad weer op. "Mama, weet je wat voor jou nou goed zou zijn?," zegt ze belerend terwijl ze het laatste likje crème over haar jukbeenderen smeert en mijn gezicht op afstand bestudeert, "je moet
's avonds voordat je gaat slapen plakband op je gezicht plakken, tegen rimpels". Ze staat op, positioneert zich voor mij, raakt met haar rechter wijsvinger mijn voorhoofd aan en vervolgens het gedeelte tussen mijn ogen. Ik voel de tip van de dag al aankomen. "Kijk op deze plekken plak je voordat je naar bed gaat een paar flinke stroken plakband en 's ochtends trek je het er weer af". "Daphne Deckers doet het ook!", zegt ze ter aanvulling en om mij te overtuigen. Die avond sta ik voor de spiegel te hannesen met een rol plakband, wat een ellende. Als ik eindelijk als een soort strakke mummie de badkamer verlaat, springt er een hond op me af. Nou even knuffelen dan maar, ja hoor, een lange strook plakband, waarvan een klein stukje blijkbaar los zat, plakt vast aan de hond, ook dat nog. Tijdens het behoedzaam uitkleden verdwalen er toch nog een paar plakstroken in mijn kledingstukken, lekker dan. 
's Ochtends heb ik het merkwaardige gevoel dat ik in een wringer heb geslapen. Ik loop naar de badkamer en kijk hoopvol in de spiegel.....
Mijn rimpels zitten er nog en mijn wenkbrauwen zijn ongevraagd geëpileerd......              

maandag 16 december 2013

Onuitwisbaar


Elk jaar zo rond de kerst, overvalt mij datzelfde gevoel. Dan mis ik diegenen die er niet meer zijn, de meest uiteenlopende dierbaren die allemaal op hun eigen manier mijn leven inkleurden, de een had een wat uitbundiger palet dan de ander, maar hun oprechte betrokkenheid bij mijn leven heeft me gedurende hun bestaan geraakt en bewogen.
Ik schreef voor velen van hen gedichten, altijd weliswaar met dezelfde mij zo kenmerkende en vaak onleesbare hanenpoten, maar steeds voortkomend uit een welgemeende en gedeelde beleving en emotie. 
In de donkere dagen voor kerst hang ik steevast tussen de glimmende kerstballen en de sierlijke slingers symbolisch een aantal engeltjes, omdat ik ze niet vergeet...


Voor degenen die mijn handschrift niet kunnen ontcijferen, hieronder de 'vertaling'  :

Kaars

Ik wil licht geven
en hoop uitstralen
Ik wil flakkeren

van vertrouwen en verbondenheid
Ik wil warmen 
waar je weerloos bent
Ik wil stralen
naar een nieuwe morgen
Ik wil branden als gedachtenis
aan ontelbare,
onuitwisbare,
herinneringen


Annet 2/12/96 

zondag 15 december 2013

Schildweek 1979, chaos, bier en stoeien



"Jongens, wie wil bier?" Johan pakt het krat Heineken van de grond en zet het met een zwaai bij Jacob op schoot. "We moeten nodig weer halen" zegt Sybrand die gauw even de volle flesjes telt nadat hij eerst zelf een heeft gepakt. "Waar is de wipper?" Hij kijkt wanhopig om zich heen, maar in de onmetelijke chaos van het kamperen tijdens de Schildweek, slaapzakken die her en der rondslingeren, natte zeilspullen die als enorme molshopen over het terrein verspreid liggen en borden met aangegeten maaltijden van de vorige dag is het opsnorren van de enige opener in de inventaris van de groep nog niet eenvoudig. Jacob die onderuit gezakt zit en al een tijdje niks heeft gezegd, begint opeens te gniffelen, terwijl Sybrand in de puinhoop een zoekpoging doet naar de wipper. Doppie (Jacob) blijkt namelijk het gereedschap achter zijn rug verstopt te hebben en verraadt zichzelf door een knipoog naar Johan, wat door Sybrand vanuit zijn ooghoeken toevallig wordt gezien. De laatste neemt een aanloop en duikt op de lolbroek die met stoel en al achterover valt tegen de rode geimproviseerde kampeerbus van Johan en Gea aan. Terwijl de mannen over de grond rollen en Sybrand Jacob de wipper ontfutselt is in de bus door de duw van daarnet een en ander omgevallen. Een open pak melk ligt op zijn zij en is over een gescheurde zak brood gegutst, een fles cola waar de dop niet op zat is ook omgekukeld en een brede bruine schuimende stroom is inmiddels onderweg naar de slaapzakken van broer en zus Schootstra. Gea probeert hun beddengoed te redden van het plakkerige goedje en Janny assisteert door het pak melk en de fles cola weer overeind te zetten. Als de rust is weergekeerd neemt Sybrand een slok van zijn biertje, ontfermen de meiden zich uit voorzorg over de opener en maken we met zijn allen het krat leeg. "Wat eten we vanavond?" wil Siets weten die net aan komt lopen nadat hij zijn boot heeft afgedekt. "Niet weer die smerige koude ravioli!" gruwel ik terwijl ik opsta en het restant van onze weekvoorraad bekijk, we hebben nog twee dagen te gaan. "Er zijn nog wat blikken nasi, een pot pindasaus en een pak pannenkoekmeel". 
"Waar ligt de huishoudpot?" wil Siets weten, "wie gaat er mee, ik ga bier halen!" .....