"Je reed
me bijna van de sokken, meisje!". "Hoezo "van de sokken", u
heeft helemaal geen sokken aan meneer de Wit!", ik hap naar adem. Meneer
de Wit kijkt naar beneden waarop tien blote tenen terugstaren. Hij op zijn
beurt grijpt zich vast aan zijn rollator van het lachen. De toon is gezet. We
koersen binnendoor naar Sloten, praten wat en kijken om ons heen. "Dit is
een drukke tijd voor de boeren", zegt ie als ie de bedrijvigheid op het
land ziet. "Dat was hard werken vroeger, maar ik ben er niet minder van
geworden". In Sloten aangekomen gaan we met zijn rollator het gevecht met
de kinderkopjes aan, duwen, tillen, trekken, er lijkt geen eind aan te komen,
de wieltjes hebben duidelijk hun dag niet. "Leuk he, meneer de Wit",
verzucht ik licht ironisch als we eindelijk op een terrasje zitten. "Ik vind
het machtig!" glundert ie boven zijn koffie, "zo beleef je nog eens
wat, zullen we ook taart nemen?". Tijdens de rollator exercitie terug naar
de auto rapen we nog wat mooie glimmende kastanjes. Als ik hem bij het tehuis
afzet, heeft ie nog rode konen van plezier.
"En nu gauw sokken aan doen he, meneer de
Wit, niet verder vertellen....."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten