"Annet weet je nog dat ik als
vierjarige tegen een boom stond te plassen en jij met je broek op je hakken
stampvoetend naast me stond en huilend riep, waarom heb ik nu een
platte?".
Twee kleuters, Berkenlaan Haren, 1963, samen
in de wigwam Indiaantje spelen, uren met de trein op zolder, hand in hand lopen
naar de kleuterschool. We beloofden elkaar eeuwige trouw in de poppenhoek.
Onafscheidelijk waren we, Walther en ik. De jaren verstreken, verhuizingen,
andere scholen, andere vriendenkringen, liefdes kwamen, liefdes gingen, maar we
raakten elkaar nooit echt uit het oog. "Hoe is het met je ouders en je
zusje?", vroegen we dan. Slechts eenmaal hebben we echt gekust. Allebei
getrouwd, kinderen, van alle facetten van het leven onze portie gekregen. En nu
samen lunchen in Heerenveen. We heffen het glas op onze bijzondere vriendschap.
50 jaar geleden nestelden we ons in elkaars hart en zo is het altijd gebleven.
Als hij me voor huis afzet, zegt ie "ik rij nog even naar Sneek, daar ligt
mijn vader begraven, het is zijn verjaardag vandaag, ik breng even een bloemetje".
Opeens ben ik weer dat meisje van vier, bij oom Jos achter in de auto, "ik
vond hem altijd zo lekker ruiken" zeg ik zacht. En met een brok in mijn
keel knijp ik hem even in zijn hand........
Geen opmerkingen:
Een reactie posten