Elke woensdagmiddag haal ik hem op, meneer
de Wit. Dan zie ik hem al zitten, voor het tehuis, op zijn rollator. Stok in de
lucht als ie me ziet. Soms heb ik een thermoskan koffie en een pak koekjes bij
me en gaan we ergens op een bankje zitten, de verrekijker bij hand, soms rijden
we langs mooie dorpjes en praat hij over vroeger. Af en toe legt hij zijn oude
hand op mijn arm en zegt "ik vind het zo fijn dat je elke week langs
komt". Ik ken zijn moeizame en dappere verleden sinds ik zijn levensverhaal
heb opgetekend. Het heeft ons met elkaar verbonden. Zijn eenzaamheid raakt me
nog het meest. Ik hoop dat ik met de woensdagmiddagen op de valreep nog wat
glans kan geven aan zijn levensavond. Bij het afscheid krijg ik een handkus.
"Dag meneer de Wit, tot de volgende week".
Geen opmerkingen:
Een reactie posten