maandag 24 maart 2014

Snufpop (jaren 90)



"Mama, kijk eens wat ik hier vind!" 
Niels komt in het kader van de verhuizing van Lucinde naar de zolder op zijn knieën achter haar bed vandaan en houdt met een vies gezicht een raar soort lapje omhoog. "Oh dat is mijn snufpop!" roept Lucinde lyrisch terwijl ze de zoldertrap af loopt waar ze haar nieuwe kamer aan het inrichten is. Ze pakt het vodje lief vast en brengt het instinctief naar haar neus. "Mama ik was hem al zo lang kwijt, en nou heb ik hem weer", zegt ze met een vertederende smile. Als ik haar zo zie staan met haar oude vertrouwde snufpop bij haar neus komen zoveel vergeten beelden weer boven. En ondanks haar vijftien lentes, de spijkerbroek met gaten, het stoere shirt met opdruk en de royaal aangebrachte mascara op haar ogen is ze voor mij nu even weer dat hummeltje van vroeger.
Ik weet nog goed dat ik in mijn omgeving gemengde reacties kreeg toen ik aankondigde dat ik op mijn veertigste, zeven jaar na Sanne en tien jaar na Niels, weer een baby zou krijgen. Maar ik genoot van alles met volle teugen, groeide zorgeloos toe naar het nieuwe avontuur, er was immers nog zoveel te geven. Mondjesmaat kwamen na een aantal maanden de eerste kadootjes, maar toen ik de snufpop uitpakte wist ik gevoelsmatig dat dat de favoriet ging worden van de baby die zou komen. 
Ik zie nog de kleine ongecontroleerde wurmerige vingertjes aaien over de fluweelachtige stof, de naar Zwitsal ruikende kussenhandjes het stoffen popje zoeken in de wieg en dan met een gelukzalig gezichtje naar het piepkleine neusje bewegen. Wassen durfde ik hem niet, dan was Leiden in last, dus pakte ik hem af en toe als ze sliep heel voorzichtig uit haar vuistje, deed snel een klein handwasje en stond hem dan vervolgens haastig te drogen met de föhn, zodat ik hem weer in haar wiegje kon terug leggen voordat ze haar slaapje uit had. 
Geen Lucinde zonder snufpop, op de peuterspeelzaal zat ie naast haar op een eigen stoeltje, hij hing over de rand van de zandbak en ging mee naar zwemles. En hoe hij in al die jaren ook aftakelde, voor haar bleef hij vriendje nummer 1. Oma Mieke deed nog verwoede pogingen om hem telkens weer op te lappen, de ene keer vulde ze hem met nieuwe wol, een andere keer naaide ze hem weer bij elkaar. Ook toen Lucinde ouder werd en de kasten vol met barbies stonden, of als ze eens de slaap niet kon vatten of een beetje ziekjes was zocht ze af en toe nog troost bij haar dierbare stoffen vriend van het eerste uur.
Terwijl ze de teruggevonden en tot op de draad versleten snufpop als trofee tegen zich aanhoudt zegt ze melancholisch "Mama, je gooit hem toch niet weg he.... "   

                                           

Geen opmerkingen:

Een reactie posten