zaterdag 29 maart 2014

De grote platte kartonnen doos op de kast (1988 - 2014)




"Mama, wat zit hier in?"
Niels staat op mijn bed en tilt proestend een grote stoffige platte kartonnen doos van mijn driedelige kast. We zijn met een grote schoonmaak bezig op de eerste verdieping. De vide en de slaapkamers ontkomen er dit keer niet aan. Steeds wilde ik eraan beginnen maar telkens kwam er weer wat tussen. Vandaag staan de sterren gunstig, de telefoon wordt op trilstand gedrukt, vuilniszakken worden aangerukt en Niels werpt zich op als mijn secondant. Samen kammen we kamer voor kamer uit. Alles wordt van zijn plek gehaald, kritisch bekeken en niets blijft onaangeroerd. Niels is in zijn element, hij zeult met boeken, verzamelt in het kot van zijn zusje snoeppapiertjes, lekkende pennen en plakkerige lollystokjes en kan af en toe niet nalaten mij met een vies gezicht aan te kijken en quasi verklapperig "smerig he mama" te steunen. 
Als hij even een time out neemt en naar beneden gaat voor een glaasje drinken kijk ik naar de stoffige platte, ooit witte doos die hij even daarvoor op mijn bed heeft neergezet. Ik loop er in een soort van merkwaardige trance naartoe en besef dat de doos ruim 25 jaar ongeopend is gebleven. Met een bijna 'holy grail' gevoel til ik voorzichtig de deksel op en laat de inhoud die na al die jaren stukje bij beetje zichtbaar wordt heel langzaam bezit van me nemen. Ik vouw het vergrijsde vloeipapier dat bovenop ligt zorgvuldig terug en kijk in een wolk van stoffige tule. Ik beroer met mijn vingers de kleine strassteentjes die zelfs nu nog een doffe flonkering geven en sluit even mijn ogen om het verleden in gedachten en emoties toe te laten. 
Na mijn korte mijmering sla ik met een lieflijk klopje het stof van de grauwe tule en pak het aan een kant vast. Dan zie ik dat ik met de tule iets glimmends omhoog trek en herken opeens de diadeem met de ooit zo mooi gevlakte glinsterende steentjes. Ik haal het haarsieraad met het sleepje langzaam uit de doos, hou het met gestrekte arm tegen het naar binnen vallende zonlicht en weet weer precies waarom ik het destijds zo mooi vond.  Ik sta bijna mythisch met mijn sluier in de hand. 
25 jaar verstilde vouwen geven zich gewonnen en vallen in lagen naar de grond. 
Als ik de eveneens zo goed als gemummificeerde lange traditionele japon met de vele lagen tule, de ontelbare strassteentjes en het mat geworden strapless satijnen lijfje voor me hou en bijna verlegen in de lange spiegel naar mezelf kijk, realiseer ik me, intens verdrietig, dat ik ooit in sprookjes heb geloofd. 
Als Niels weer boven komt en in de deuropening blijft staan, krijg ik het even te kwaad. En terwijl de eerste zoute traan over mijn wangen glijdt voel ik na al die jaren toch nog de pijn van binnen.   
"Niels, dit was mijn trouwjurk...."     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten