maandag 30 december 2013

Gribus Milaan 2007


2007
"Ja leuk mama, gaan we dan overnachten in Milaan?" Sanne vangt een flard van een telefoongesprek op, blijft even staan luisteren, en sprint vervolgens gniffelend door naar boven. Mijn moeder aan de andere kant van de lijn staat al jaren doodsangsten uit als ik weer een verre autobestemming laat vallen voor de op handen zijnde zomervakantie. "Moet je nu echt zo ver weg met die kinderen?" De ongerustheid straalt uit haar stem. "Blijf toch gewoon eens in Nederland, ik vind het niet vertrouwd dat je bijna zonder onderbreking zulke einden rijdt met drie kinderen". "Mam niet zo'n paniek, ik hou van autorijden, druk een paar blikjes Red Bull in mijn deur en kan 's nachts lekker doortuffen terwijl de kinderen liggen te slapen". Mijn moeder zucht nog een keer en geeft het dan op.
Mijn bloedjes zijn helemaal opgewonden als ik opper om deze zomervakantie maar eens de contreien van Rome op te zoeken. "Mama, gaan we dan ook ouwe dingen bekijken?", vraagt Lucinde van 9 in wie ik mijn interesse voor geschiedenis herken. "Nee he, we gaan toch geen fossielen, hopen ouwe stenen en aftandse gebouwen bestuderen, ik ken jou!" kreunt Sanne en ploft op de bank. "Nou dat zou voor een Atheneum leerling niet eens zo'n raar idee zijn....", flap ik er uit. Dan volgt er een stiIte. De eerstvolgende reactie komt echter uit onverwachte hoek. "Ik vind alles leuk hoor mama", vleit Niels en lacht van oor tot oor.    
Na een paar jaar opgepropt te hebben gezeten tussen proviand en bagage ritsel ik deze keer een dakkoffer. Zo houden ze op de achterbank genoeg ruimte over om spelletjes te doen, filmpjes te kijken, de benen te strekken en blijft de koelbox met de verse lekkernijen bereikbaar zonder eerst de systematisch ingepakte achterbak te moeten omwroeten met alle ergernis van dien. 
Ik reserveer een hotelletje in Milaan met een kamer voor vier, zodat we na een uitgeruste nacht het laatste gedeelte relaxed kunnen afleggen. "Mama, het is toch niet zo'n hutjemutje kamer he, net als toen die caravan waar je je kont niet kon keren, ik wil wel wat privacy!". Sanne is tijdens de reis al druk bezig met het visualiseren van het hotel en de kamer. "Mens wat maakt dat nu uit, we slapen er alleen maar" zeg ik geïrriteerd terwijl we de stad voor ons zien opdoemen. 
Als we Milaan inrijden heb ik de ogen scheef in het hoofd staan. Om me heen klinkt getoeter, op de achterbank is het ook niet meer gezellig en worden een paar hardhandige porren uitgedeeld. "Mama, hier is het!" roept Sanne opeens. Ik weet niet of ik moet huilen of lachen. 
We staan voor een gribus van een gebouw, scheefgezakt, kapotte ramen en naar buiten flapperende verweerde gordijnen. "Ik ga hier niet in!" gruwelt Sanne. Ik kan nauwelijks nog op mijn benen staan en mompel "kom jongens, naar binnen, ik wil liggen!". Nadat we van de smoezelige receptionist de sleutel hebben gekregen en we schurend met onze bagage langs gebladderde muren op een afgeleefd gangetje komen moet ik me echt vermannen om kamer 12 te ontgrendelen. 
Na een ferme duw blijkt de deur niet verder open te kunnen. Wat een wonder. Vier onfris uitziende bedden staat klem tussen ingang en raam. We wurmen ons naar binnen, ik duik als een zombie op een bed, en mijn bloedjes kennen mij goed genoeg om te weten dat ze nu even niks, noppes, nada moeten zeggen....   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten