zaterdag 16 augustus 2014

Van moeders en dochters en zorgen (Lucinde 2014)




"Ik vind het echt niet te nassen!" 
Lucinde hengst het pak rijst-kokosdrank dat ik net met overdreven zorgvuldigheid bij de eco winkel heb gehaald en waarvan zij een pieterpeuterig slokje heeft genomen met een doffe klap op tafel en legt haar hoofd er moedeloos naast.
"Mama, dat doe ik echt niet, ik meen het!" moppert mijn blonde bloedje met de lange manen, en ze kijkt, liggend met haar hoofd op haar armen naar de bijzondere boodschappen die ik op het aanrecht heb neergepoot. "Je wilt toch niet zeggen dat je dat allemaal voor mij hebt gekocht? Nou dat wordt nog wat als het allemaal zo ranzig is als deze troep!" 
Voor dat ik wat kan zeggen komt ze overeind en drukt een glas van het waterige witte goedje onder mijn neus. "Proef dan zelf, ik weet zeker dat jij het ook niet lust!" Als ik een guts naar binnen klok krijg ik zowat de slappe lach. Ze heeft gelijk, er zit geen hap of smak aan. "En?" klinkt er triomfantelijk vanaf de keukentafel. "Ja, het is inderdaad niet lekker" zeg ik, "maar kijk, ik heb hier nog speltkoekjes, pecannoten en biogarde naturel, dat mag je allemaal hebben". "Nou mama, wat een feest! En heb je die joekels van medicijnen eigenlijk wel gezien die ik erbij in moet nemen!"
Als ik moedeloos naar bed ga en de slaap niet kan vatten vraag ik me af of ik er goed aan heb gedaan om haar hele leven op de kop te zetten.  
De volgende dag, na wat ik later hoor, een nacht waarin ook zij had liggen nadenken, wikken en wegen, maar vastberaden om deze weg van gezonde voeding in te slaan en voor eens en voor altijd af te rekenen met een gezondheid die al twee jaar niet wil vlotten gaat mijn jongste bloedje schoorvoetend zelf op verkenning uit. 
Als ze na uren thuis komt met een tas vol producten die bij het strenge Candieet dieet horen, staat ze tot mijn grote opluchting in no time enthousiast te vertellen over hoe ze de speltvlokken gaat aanlengen, dat de cornchips "best lekker zijn" en de medicijnen wel meevallen.
's Avonds in bed denk ik terug aan de twee achter ons liggende lange jaren die in het teken stonden van haar gezondheid maar waarin we geen stap verder kwamen, en kan ik alleen maar vurig hopen dat aan het eind van deze nieuwe weg de zon voor haar gaat schijnen. 
Soms zou ik willen dat ik geleerd had om te bidden.....  

donderdag 14 augustus 2014

Louwer om 'e tun (Terhorne jaren 70)



Er is geen bordje in Terhorne waar ik meer associaties bij heb dan deze van "Louwer om 'e tun".
"Hou mijn rugzakje eens vast Niels, ik ga even een foto maken" zeg ik terwijl ik mijn rode rugtas naar Niels gooi en hem meteen maar de hondenriem geef waar Pip aan zit te trekken omdat ie weer eens zo nodig tegen een kalf van een hond moet blaffen die hem op zijn beurt snokkelig aanstaart.
Terwijl Niels worstelt met hond en rugzak steek ik de straat over en richt mijn camera op het bordje dat zoveel herinneringen naar boven haalt. 
Hoeveel ondeugende voetstappen heb ik hier liggen, in dit lommerrijke laantje waaraan omstruikte huizen met wilde bloemen verscholen lagen en een klein stroompje met een krakkemikkig bruggetje de achtergrond vormden voor menig romantisch wandelingetje in de jaren 70. 
Ik herinner me die lange zwoele zomeravonden, als de lucht nog nasidderde van een warme dag en de maan laag over de weilanden kwam. Dat waren de momenten dat we zo tegen het einde van de avond "even het schelpenpad rondgingen". Na wat melig gekeet met bevriende stelletjes bij de pier op de strandcamping liepen we innig verstrengeld twee bij twee het romantische laantje in en poogden dan met veel kunst-, vlieg- en verstopwerk de anderen 'per ongeluk expres' kwijt te raken om uren later verfomfaaid weer op de camping aan te komen.
Als ik anno 2014 het enigszins verwaarloosde laantje in loop, dat inmiddels stijf tegen de nieuwe bebouwing aan ligt en zijn romantische aanblik en sfeer totaal lijkt te zijn verloren wordt de betovering als vanzelf verbroken en ben ik weer die dromerige vijftiger met volwassen kinderen en een kleinkind op komst.     

    

dinsdag 12 augustus 2014

Loslaten en ruimte geven (Niels 2014)



"Mama, de eerste helft speelde Heerenveen nog wel goed, maar de tweede helft zwakten ze wat af".
De kamerdeur zwaait open en Niels zijn bekrulde hoofd verschijnt om de hoek. Zijn gezicht glimt en zijn mond lacht zijn mooiste lach. Als zijn ongeduldige lichaam een poging doet te volgen, blijft hij met zijn T-shirt ongelukkigerwijs achter de kruk van de deur hangen en strompelt ie tot overmaat van ramp ook nog eens over Pip die hem enthousiast wil begroeten. 
Hij ploft op de bank, geeft de hond een aai en doet, af en toe struikelend over zijn woorden, verslag van de voetbalwedstrijd Heerenveen - Dordrecht waar hij met lief op de tribune zat. Wat heet, op zijn eigen plek ook nog eens. Op de stoel die hoort bij de seizoenskaart die hij deze zomer voor zijn 25ste verjaardag heeft gekregen en waarop hij vanaf nu stoer het hele voetbalseizoen lang met een colaatje in zijn hand, alle thuiswedstrijden zelf kan bijwonen. En wat te denken van de verhalen die hij maandagmorgen tijdens de koffiepauze allemaal te vertellen zal hebben aan zijn collega's, die stiekem ook wel eens mee zouden willen gaan op de extra kaart die ik uit veiligheidsoverwegingen heb aangeschaft omdat ik hem nog niet helemaal alleen naar zo'n evenement durf te laten gaan. 
Die nooit aflatende zorg, dat constante 'vangnetgevoel' dat een deel van mij is geworden sinds zijn geboorte, ik vraag me wel eens af, zal ik dat ooit van me af kunnen schudden?
Maar voor nu geniet ik stilletjes voor en met hem, ik zit in gedachten naast hem op de tribune en verbeeld me zijn gejuich te horen. Ik bedenk hoe hij zal drinken uit het flesje cola, hoe hij op zal springen bij een doelpunt, ook al waant hij mij op zulke momenten mijlenver weg.         
Ik zie het als weer een stap dichter bij loslaten. En ook al gaat het niet snel, in de wereld van Niels en mij zijn tijd en tempo, anders dan bij anderen, niet zozeer van belang. 
Waar het om draait is een rustige tred naar zelfredzaamheid, een lange weg van loslaten en ruimte geven. 


zondag 10 augustus 2014

Verhalen frequentie met ingang van 11 augustus a.s.



Wegens een even aanzienlijke als belangrijke uitbreiding van mijn beroepsmatige werkzaamheden, 
zullen de verhalen op mijn blog met ingang van maandag 11 augustus 2014, 
in plaats van dagelijks, elke week verschijnen op :

Dinsdag
Donderdag 
Zaterdag

Het spreekt vanzelf dat ik met evenveel enthousiasme en net zoveel hart en ziel zal blijven schrijven als jullie van mij gewend zijn.

Ook zal, zoals gewoonlijk, mijn vaste column op www.inharen.nl, om de week op woensdag online staan en zal ik mij als vanouds op Facebook blijven roeren.    




Annet








zaterdag 9 augustus 2014

Ontroering (pap 2014)



"Hou mijn stok eens vast, dan pak ik de verrekijker."
Mijn vader zit met een bleke snuit, armen die veel te lang lijken en benen die knokig uit zijn veel te grote bermuda steken bij mij in Terhorne op een stoel waarin ie lijkt te verzuipen. Maar hij geniet. Zijn blik dwaalt over het Snekermeer, het meer dat zoveel herinneringen bij hem oproept. Hij houdt de verrekijker strak tegen zijn ogen, Pip drentelt aan zijn voeten.
"Pap je hebt een kruimel bij je mond", zeg ik en ik veeg voorzichtig een stukje cake van zijn lippen. "Annet, weet je nog, bij die boei...?" en hij legt de verrekijker even weg en wijst met zijn vinger naar de gele boei die vlak voor onze neus ligt. "Hier moesten we altijd gijpen, en ik maar roepen "hoofd naar beneden!". Weet je nog?" Hij kijkt zwijgend voor zich uit. 
"Ik heb zulke droge lippen, dat krijg ik van die medicijnen, heb je wat te drinken?" Even later hou ik het bekertje water met ijsklontjes voor zijn mond en kiep het een beetje. "Gaat het goed pap?"
Hij gunt zichzelf nauwelijks tijd om te drinken. Zijn hand grijpt alweer naar de verrekijker en nu zwenkt ie naar links. "Oh ja, en Goeingarijp, daar zijn we nog eens omgegaan en toen heb jij me gered want ik zat vast onder het zeil." Hij pakt mijn hand en drukt er langzaam een kus op. "Ja pap, ik weet het allemaal nog" zeg ik en ik droog met een tissue een glinsterend pareltje op zijn voorhoofd. 
Om 2 uur geeft ie aan even te willen liggen. Ik doe zijn schoenen uit en leg hem voorzichtig op het opgemaakte bed. "Pap als je heel even omhoog komt kun je op het meer kijken" zeg ik en ik duw wat kussens in zijn pijnlijke rug zodat hij door het raam de wedstrijdbootjes kan zien. Zijn ogen zijn nat. Met een schokschouderend "Je hebt hier een gouden plekje Annet" valt ie in slaap.
Als ik hem aan het eind van de dag weer heb thuisgebracht en hij me, zittend op zijn ziekenhuisbed heeft overladen met bedankjes, reis ik weer af naar Terhorne waar ik bij de plaatselijke supermarkt nog wat boodschappen doe.
Als ik het opschrift van deze fles cola zie krijg ik het heel even te kwaad ..........

donderdag 31 juli 2014

Leven (1977)





















Leven

Mijn leven zal een leven zijn
van groot vermaak en diepe pijn
van dag en nacht
van onmacht en kracht 
van grillige onbezonnenheid
van overmoed en spijt
van leven en leven laten
van zwijgen en vreselijk veel praten
want ik zou niet willen
dat als mijn leven wordt gezeefd
ik zeggen moet : "'k heb nooit geleefd"  

Annet (1977)



Lieve leesvrienden,

Aangezien het merendeel van mijn lezers momenteel vakantie viert neem ik even een blog time out van 8 dagen. 
Volgende week woensdag verschijnt er overigens wel een nieuwe column op www.inharen.nl. 
Dit maal over mijn terugkeer naar Haren, mijn geboortedorp.

Op zaterdag 9 augustus kunnen jullie het eerstvolgende verhaal op mijn blog verwachten 

Dag,
Annet





    

woensdag 30 juli 2014

De rode bus (Schildweek jaren 70)




"Nee, daar hebben wij geen last van, bij ons is alles droog..."
Als het tijdens de Schildweek 's nachts flink had geregend was het 's ochtends vroeg een drukte van belang op ons tenten kampje in Schildwolde. Menigeen constateerde dat zijn of haar tent zo lek was als een mandje, de spullen de tent uitdreven en ook het voedsel vochtig was geworden. Maar of we ons er nou heel erg druk om maakten, dat kan ik eigenlijk niet zeggen. Als op een soort van automatische piloot sleepten we met onze slaperige hoofden de volgende morgen matrassen naar buiten, hingen slaapzakken over de provisorisch vastgebonden lijnen en gooien her en der wat kleding over stoelen om te drogen. "Gelukkig dat bier in flesjes zit", was zo'n beetje de gevleugelde uitspraak op zulke momenten. 
Na een nacht vol nattigheid waren we 's ochtends altijd jaloers op Gea en Johan Schootstra die jaar in jaar uit hoog en droog lagen in hun rode bus. Als wij voor de zoveelste keer in de weer waren om onze tenthuishouding weer enigszins op orde te krijgen en een droge draad aan ons lichaam te trekken, dan lagen broer en zus Schootstra in de bus nog heerlijk te pitten met hun dagelijkse benodigdheden binnen handbereik. 
Hoe vaak zaten we niet met man en macht in de rode bus met de deur stijf dicht als de regen weer eens met bakken uit de lucht viel en al onze eigen spullen doorweekt waren. 
Zodra de opvallende rode bus toeterend en zwenkend het tenten kampje opreed, waar wij aan het klooien waren met stokken, scheerlijnen, haringen en tentdoek, en tot stilstand was gekomen in het episch centrum van die chaos klonk er een luid gejoel ten teken dat het illustere gezelschap compleet was en de Schildweek kon beginnen!