zondag 27 april 2014
Als de kat van huis is .... (Haren eind jaren 70)
"We komen voorlopig niet thuis, mama heeft een ongeluk gehad en ze ligt in het ziekenhuis".
Ik hoor de stem van mijn vader aan de andere kant van de krakende lijn. Om mij heen is er volop rumoer. Ik gebaar de lawaaipapengaaien die de muziek vol aan hebben en luidruchtig staan te keten zich wat koest te houden zodat ik de instructies die ongetwijfeld telefonisch gaan volgen kan horen.
Mijn ouders zijn op wintersport en mijn zusje en ik nemen aan de Berkenlaan met zijn tweetjes de honneurs waar. Aangezien we dat ook in geuren en kleuren hebben rondgebazuind en het dus niemand uit onze omgeving kan zijn ontgaan hebben we elke dag flinke aanloop en de nodige
mee- eters en -drinkers. Al met al is het die week een beregezellige boel onder het mom van 'als de kat van huis is vieren de muizen feest'. De mededeling dat onze ouders voorlopig nog niet huiswaarts keren wordt door mij vervolgens hardop herhaald waarna het door de raddraaiers om mij heen met verstikte vreugdekreten wordt ontvangen. "Hoelang blijven jullie dan nog weg?" vraag ik quasi geïnteresseerd terwijl de stemming in huis per minuut stijgt. "Nou dat moeten we nog even bekijken", zegt mijn vader matjes. Aan het barretje in de achterkamer hoor ik de doppen van de bierflesjes ploppen, een tennisbal wordt overgegooid, de koelkast gaat open en dicht en er wordt ingehouden gelachen. Ik ben ondertussen naar de gang gelopen om enigszins rustig te kunnen bellen en mijn vader niet onnodig ongerust te maken. Het is nu of nooit denk ik. Ik neem een hap lucht, zet mijn allerliefste stem op en zeg "Mag ik nog een klein verjaardagsfeestje geven dan?" Tijdens de stilte die volgt knijp ik mijn billen samen. "Ja dat is goed, hebben jullie nog geld?" antwoordt mijn vader tegen alle verwachting in. Ik kan mijn opwinding met moeite de baas. "oh, we redden het wel" breng ik geforceerd nonchalant uit. Als ik de telefoon neerleg is de stemming in de achterkamer aan het barretje euforisch. Het bier vloeit rijkelijk en naast de tennisbal vliegen nu ook de chips en de nootjes door de lucht. Een paar dagen later hangen we slingers op, slaan met het laatste huishoudgeld bier en chips in, zoeken muziek uit en bouwen een feestje dat de buren nog lang zal heugen.
Als mijn moeder uiteindelijk na haar buitenlandse ziekenhuisverblijf met krukken de kamer binnenkomt en een tweetal verdwaalde bierdoppen bij de cavia in het hok ziet liggen , zegt ze met een knipoog "ik wist niet dat Vlokkie ook van bier hield..."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten