Ik denk
al steeds langer
dan een dag
niet aan jou
ik hoor
al steeds langer
je stem niet
in mij
maar ik merk
dat dat niet is
waar ik
je in vind
en ik weet
dat dat niet is
waar ik
je in zoek
maar in m'n bloed
en m'n adem,
m'n zweet en
m'n tranen
stroom je
door mij,
en vloeien
we samen.
Annet
Ik kijk
naar je handen,
de lijnen, het eelt,
ik herken
de vorm van je nagels
weer
om je mond
die de woorden zo lang
niet kon vormen,
en waaruit toch
klanken en zinnen
ontstonden
zie ik de jaren
die voorbij zijn
gevlogen,
ontwaar ik het kind
dat ik beschermde, geleidde
Ik kijk naar je benen,
ze gingen je dragen,
al was ik de enige
die daarin geloofde
De man die 'k nu zie
is het kind al ontgroeid,
voor jou heeft enkel het heden zin.
Maar ik, ik ga door, onvermoeid
want elk succes is weer een begin.
Mama
Opnieuw
uitvinden
wie ik ben
alle
schillen
afgepeld
zoeken
naar
de kern
huilen mag,
dat
helpt.
Annet
"Wanneer halen jullie mijn oprit weer open?'
Het is donderdagochtend 07.15 uur en ik sta met mijn fiets aan de hand fris en fruitig bij de bouwkeet aan de overkant van mijn huis.
De mensen van de gemeente, wat heet, mijn collega's, zijn mijn ochtendbezoekjes ondertussen wel gewend. Elke dag als ik dezer dagen wakker word popt er wel een vraag op in mijn hoofd die ik dan op weg naar kantoor even bij de mensen van de keet neerleg.
Immers, mijn straat wordt momenteel gereconstrueerd. Deze week zijn ze bezig oude leidingen te vervangen en dat valt ongelukkigerwijs samen met de dagen dat ik puin en stenen uit mijn ontmantelde achterplaatsje aan het afvoeren ben, terwijl ook de tegels voor het nieuw aan te leggen terras op het punt staan geleverd te worden.
Ik moet er toch niet aan denken dat mijn oprit open ligt net op het moment dat er 50m2 terrastegel vanaf een dieplader moet worden uitgeladen. Zul je net zien dat ie dan onverrichter zake weer moet vertrekken. Dan ben ik nog verder van huis.
"Mevrouw, vandaag doen we nog niks bij u, maar morgenochtend vroeg gaan we de waterleiding vernieuwen. Er staat al een wit kruis op uw oprit. Dat is de plek waar we beginnen te graven", aldus de man van de gemeente met de planning in de hand.
"Oh.." zeg ik, "enne, hoe lang gaat dat gegraaf duren? Ik krijg namelijk morgenmiddag mijn terrastegels, en dan moet de oprit wel bereikbaar zijn....". Ik voel de bui al heel voorzichtig hangen.....
De man in het oranje hesje ziet het allemaal niet zo somber in. "Nah, ik denk wel dat dat dat gaat lukken....".
Toch niet helemaal gerustgesteld fiets ik naar kantoor.
De volgende morgen, het is vrijdag, mijn vaste vrije dag, zet ik, om 06.20 uur - volledig op de automatische piloot - mijn wasmachine aan. Als moeder van, sinds kort, 3 uitwonende kinderen, zijn 1 a 2 wasjes per week tegenwoordig voldoende.
Dan spring ik onder de douche. Tijdens het inzepen realiseer ik me opeens dat het water er deze ochtend af gaat en ik sprint nat en nakend naar de bijkeuken, waar ik al glijdend over de gladde tegels de wasmachine bereik en op de stopknop druk. De trommel komt wiebelend tot stilstand en de kletsnatte was danst in het zeepwater. Tja, en nu?
Zo glad als een aal, met de net aangebrachte crèmespoeling nog druipend langs mijn nek trek ik de deur van de wasmachine open, laad het drijfnatte wasgoed op mijn onderarmen en sleep het doordrenkte en loodzware textiel zo goed en zo kwaad als het gaat naar het bad, met mijn blote voeten schaatsend door zeep, crèmespoeling en doucheschuim. Dan klieder ik het hele zwikkie met een doffe plons over de rand van het bad. Vervolgens duik ik nog maar even onder de douche en spoel schuim en crèmespoeling van me af.
Eenmaal aangekleed ga ik naar buiten om te kijken hoe ver het staat met het openbreken van de oprit.
Als ik de man met het oranje hesje op de stoep zie staan loop ik naar hem toe. "Nou, ik kon gelukkig nog net op tijd de wasmachine uitzetten vanmorgen" zeg ik. "Het was wel even een dingetje, maar het is gelukt. Wanneer mag ik trouwens de kraan vandaag weer gebruiken?" vraag ik hoopvol.
De man in het oranje hesje kijkt op zijn horloge.
"Oh, u kunt gewoon wassen hoor, we hebben even een klusje tussendoor aan de andere kant van de straat. Het water gaat er vanmiddag pas af. .."
Annet
"Mama, heb je een parasol...?"
Sanne hangt met haar zwangere buik amechtig in een van de 'bankstellen' en kijkt over het Sneekermeer. Het belooft een hete dag te worden en op ons streekje aan het talud van de Strandcamping drukt de een na de andere campingbuur zijn parasol in de grond, of timmert met veel kabaal een ijzeren poot in de harde bodem. Op het meer gaan de eerste watertoeristen voor anker en in de verte bij de pier wordt al luidruchtig gezwommen.
Ik heb net een kopje koffie naast haar in het gras neergezet nadat ik het campingtafeltje heb ontruimd om plaats te maken voor het autopark van mijn kleinzoon.
James 'broemt' met auto's over het kleine campingtafeltje terwijl Pip schaduw zoekt onder de caravan en Niels in de voortent tv kijkt met het geluid net een tikkie te hard.
"Je gelooft het niet, maar ik heb een nieuwe parasol gekocht, helemaal geschikt voor hier, kan tegen een stootje, dikke buizen en een mega 'in de grond-timmer' poot", roep ik vanuit de caravan, waar ik net een pak koffiekoeken uit een kastje heb geplukt. "Speciaal voor jou en oma Mieke", voeg ik er nog aan toe. "Ik ga hem dadelijk pakken!".
Ik haast me om de koeken uit de delen en tover dan een in een oogwenk een grote lange plastic hoes met rits tevoorschijn met daarin een omvangrijke robuuste donkerblauwe parasol. "Had je niet gedacht he" , zeg ik nog triomfantelijk terwijl ik ga peuteren aan de hoes om het ritsje te pakken te krijgen. "Nee, ik dacht na die geknakte parasol van vorig jaar, dat je het vast was vergeten...." gniffelt zwanger bloedje.
Intussen heb ik de hoes los geritst en trek het zware gevaarte eruit. Het dichtgevouwen papiertje met de gebruiksaanwijzing valt op de grond. "Nou, het lijkt me niet dat we die nodig hebben..." klinkt er uit het bankstel. "Gewoon, 2 buizen in elkaar schroeven en hup in de poot, hoe moeilijk kan het zijn!", gaat zwanger bloedje verder.
"Precies..... TWEE buizen...", zeg ik en ik hou de plastic hoes nog eens goed op de kop en schud hem uit. Ik denk nog : "het zal toch niet...?"
"Je gaat me toch niet vertellen dat je een buis mist he mama....?" Sanne is met haar dikke buik met veel pijn en moeite opgestaan uit het bankstel en fronst haar voorhoofd terwijl ze naar de lege hoes koekeloert. Mijn gedachten worden blijkbaar gelezen...
We schudden, we kijken nog eens goed, we denken nog dat die ene buis in de hoes wellicht uitschuifbaar is...... Maar nee hoor, er zit geen beweging in.
"Nou, das dan fraai!", brengt Sanne uit terwijl ze terug ploft op het bankstel, "vallen de mussen dood van het dak, zitten wij TOCH weer zonder parasol!"
Nadat de buren ons hun schaduwdoek hebben aangeboden, komt Niels ook even poolshoogte nemen. "Waarom staat die nieuwe parasol nog niet.....?"
Als zijn zus hem vertelt wat er aan de hand is, loopt hij hoofdschuddend en in zichzelf mompelend weg.
Ik vang alleen het veelzeggende woord, 'sukkel' op ......
Annet
Het nest
zo leeg
het hoofd
zo vol
van al
die jaren
met geluid
ik hoor
de lispeling
van stilte
ik fluister
woorden
voor me uit
maar als
de kilte
me teveel wordt
en het laatste dons
me weer
ontroert
ontkom ik niet
aan het besef
dat zo het leven
is bedoeld.
Annet
"Mama, je rechter koplamp is kapot....!" liplees ik.
Niels staat met z'n herstelde voet in het zielige schijnsel van 1 enkele koplamp en gebaart naar de donkere hoek.
Ja, nu zie ik het ook" zeg ik, terwijl ik mijn raampje laat zakken en tegelijkertijd de autodeur open. " Ja hoor, het is weer zover", draaien mijn raderen, "hopelijk wordt het verhelpen van dit euvel niet weer zo'n drama als een jaar geleden met die kekke paarse PT Cruiser die zo'n beetje helemaal gesloopt moest worden alvorens er 1 simpel lampje kon worden vervangen.
Mijn ontmantelde bolide waarvan destijds zelfs een van de voorbanden moest worden verwijderd om bij een lampje te komen, staat mij nog helder voor de geest. En wat te denken van die 2 mannen van de automaterialenshop die uiteindelijk 5 uur lang bezig zijn geweest alvorens ze het hadden geflikt. Ik zie nog hun gefrustreerde bezwete gezichten en de open gehaalde handen voor me.
De vraag is nu, "durf ik het, een jaar na dato, aan om naar diezelfde autopief te gaan en met een onschuldige snuit te vragen of ze " EVEN een lampje willen verwisselen...?"
Ik besluit het er toch maar op te wagen. Immers, ik heb in de tussentijd, na het zoveelste peperdure akkefietje met mijn PT een ander karretje aangeschaft en het moet wel heel raar zijn als het wisselen van een simpel lampje ook bij deze auto weer urenlang gepiel en gemopper gaat opleveren.
Als ik mijn auto aan de kade voor de winkel heb gezet, loop ik quasi nonchalant de automaterialenzaak in.
Ik merk dat ik toch een beetje gespannen ben, want ik heb weinig tijd. Maar aangezien ik 's avonds nog weg moet zal ik toch echt een deugdelijke koplamp moeten hebben.
Als ik voor de toonbank sta en een hap lucht neem om iemand te roepen, komt uit het magazijn een man aangelopen. Ik herken hem als degene wiens handen een jaar geleden na uren sleutelen tot bloedens toe waren opengehaald in de zoveelste poging mijn PT van een ieniemienie lampje te voorzien. Onze blikken kruisen elkaar. Even is het stil in de winkel. Dan voel ik en binnenpretje opkomen.
"Bent u die vrouw van die paarse PT cruiser....? Wij gaan van DIE AUTO GEEN lampje meer verwisselen!"
Als ik hem meetroon naar buiten en hij ziet mijn zwarte Mazda moeten we allebei gniffelen...
Annet