In mijn hart
is het nest
nog zo veilig
voor jou
in mijn hart
lijkt de stap
nog zo groot
ik ben bang,
durf van jou
niet gescheiden te zijn
omdat ik je zo lang
mijn veiligheid
bood
maar straks
ga je fladderen,
vliegen misschien
en word ik
een stip
in de mist
die huiverend
loslaat,
niet alles
kan zien
maar altijd
je pad verlicht.
Mama
Een half jaar
vol spanning
zes maanden
ontdaan
dat wat steeds
vanzelf ging
is stil
komen staan
niets was
meer belangrijk
het menszijn
ontbloot
weg was
alle franje
heldin,
jij bent groot!
Mama
"Papa, daar is Annet".
Een hand op mijn arm, een vluchtige kus, een weifelende tred en niet te vergeten de geur van Palmolive zeep.
Ze zijn voor mij gebleven die ze waren, daar heeft niets of niemand verandering in gebracht. En ook al sta ik al jaren niet meer ingelijst op de schoorsteenmantel, in mijn trouwjurk met de glimmende pailletjes en de lange sluier, ook al draai ik al lang niet meer mee op verjaardagen en andere hoogtijdagen, in elkaars hart nemen we nog steeds een bijzondere plek in.
We zien elkaar, we telefoneren en ik ga er geregeld langs. Ze zijn onlosmakelijk met mijn verleden verbonden en blijven de grootouders van mijn kinderen, terwijl zij op hun beurt mij al die jaren hebben meegevoerd door hun leven.
In het begin waren we daarin van beide kanten zoekende naar een nieuwe vorm, maar uiteindelijk zijn we, door onszelf te blijven, gewoon verdergegaan waar we abrupt waren gestopt. Ik sta voor de broze tachtigers klaar als ze me nodig hebben, maar zal mezelf daarbij nooit opdringen. Per slot van rekening ben ik slechts hun ex-schoondochter. Hun wereld achter de propere gordijntjes, mijn vertrouwde stoel bij het raam, de schoorsteenmantel met de kiekjes van mijn kinderen, de parkiet op het dressoir, alles stond voor mij voor een oase van rust in de hectiek van alle dag.
En nu gaan ze verhuizen.
49 jaar spullen glijden door mijn handen. Bij alles wat ik inpak komt oma even kijken. Elk fotootje houdt ze vlak voor haar praktisch blinde ogen, elk prulletje zet haar aan tot een verhaal.
Het ontmantelen van hun woning doet me meer dan ik had gedacht. "Kijk Annet, dit hebben we nog van jou gekregen, uit Venetiƫ. Nee dat doe ik niet weg. En dit borduurwerk ken je dat nog?" Het liefst nemen ze alles mee, ze wikken en wegen alvorens ik eindelijk iets in kan pakken. Met een "maar daar mankeert niks aan" worden spulletjes die ik al had weggegooid weer opgediept.
Het begroot me om te zien dat afscheid nemen van spullen pijn kan doen.
Klokslag half 4 uur komt opa met een dienblad aan schuifelen waarop drie kopjes staan te rammelen.
Oma zoekt tussen de half ingepakte verhuisdozen op de tast haar stoel. "Ja Koos, je hebt gelijk, nu is het tijd voor thee".
Als opa me dan ook nog, kromgebogen maar galant, een schoteltje voor houdt en een stukje cake presenteert ben ik terug in de oase.
Annet
"Mama, waar is mijn kralenketting?'
Het lijkt voor een leek zo'n kinderachtige vraag van mijn pubermeisje van 16, maar sinds september 2014 staat deze ketting voor een cruciale periode in haar leven, een periode die onuitwisbaar en met niets vergelijkbaar is geweest en altijd zal blijven.
Die eerste week van totale onthutsing zagen wij in het UMCG op de gangen van M2 groepjes kralen rijgende, keuvelende kale kindjes zitten. Sommigen hadden hun gladde bolletjes met kleurige mutsjes bedekt, anderen hadden een sjaaltje om en een sonde in hun neus.
In al onze onwetendheid dachten wij toen nog dat het wellicht een soort van rage was op de kinderafdeling in het ziekenhuis, maar al snel kwamen we erachter dat er een diepere, verwerkende betekenis achter die op het eerste oog zo vrolijke ketting schuil ging.
Op de poli kinderoncologie kregen we, nadat we van de eerste schrik bekomen waren, te horen dat elke specifieke behandeling, elk down moment, maar ook die ene mooie dag waarop je je opeens super had gevoeld, een eigen kraal had, en dat op die manier de ketting het verhaal van de ziekte in jouw leven vertelde, in lengte, kleuren en vormen. Iedereen zijn eigen ketting, iedereen zijn of haar eigen verhaal. Zodat je altijd aan de hand van die ketting tot in lengte van jaren jouw eigen relaas, jouw verdriet, jouw wanhoop maar ook jouw strijd naar herstel kon laten zien.
Ik weet nog goed dat ze de lange rits 'chemokuur' kralen hardop telde voordat ze ze aan de ketting reeg, dat ze somber en naar binnen gekeerd keek bij de 'petje-kraal' die stond voor 'haarverlies' en dat de gewolkte kralen van de beenmergpuncties mij weer opnieuw deden sidderen.
In september vorig jaar maakte ik nog het grapje "ach, die van jou wordt vast een soort kort sleutelhangertje....."
Meer dan eens vind ik de kralenketting tegenwoordig naast haar bed, altijd binnen handbereik.
16 jaar jong, al zoveel gebeurd, nog zoveel te verwerken...
Annet
Er komt
een moment
dat de zon
ons weer kent
dat de regen
die valt
geen dag
meer vergalt
dat als
iemand vraagt
"Hoe gaat
het vandaag?"
mijn hele
gemoed
kan zeggen
" 't gaat goed".
Annet
20 februari 2015; 00.30
Een van pijn doortrokken "Mammmmaaa".
Ik lig d'r net in, mijn wekker staat op 7 uur en ik hoor de deur van slaapkamer naast mij opengaan.
In een split second zit ik rechtop in bed en maai in het donker met mijn linkerarm naar het bedlampje. Hoeveel nachten heb ik de afgelopen maanden niet op elk geluidje gelegen? Hoe vaak rende ik, nog half versuft, de trap af om koude doekjes te pakken, te temperaturen, of te wiegen en te troosten?
Als ik eindelijk het lampje te pakken heb moeten mijn ogen eerst even wennen aan het licht en dan zie ik een kreunende schim die een kromme schaduw tegen de witte wand van de vide werpt.
Het is Lucinde. Ik spring als een kikker uit mijn bed, en, nadat ik eerst slaapdronken met mijn schouder tegen de deurpost ben geknald, vang ik haar op en ondersteun haar. Ze heeft pijn en haar darmen spelen weer op. Het is een bijwerking van de chemo die we maar niet onder controle kunnen krijgen.
Samen bereiken we de trap en strompelen als twee zombies naar beneden. De straatlantaarn voor het huis schijnt door het open spleetje tussen de overgordijnen, de plavuizenvloer is koud en in de verte hoor ik een enkele auto op de snelweg.
Eenmaal beneden wordt de pijn heviger. Ze schreeuwt het uit en ondanks dat ik haar aanmoedig om de pijn 'weg te blazen' krijg ik haar niet kalm. De paniek slaat toe. In het daarvoor nog zo doodstille huis galmt het nu van geschreeuw. Ik ren heen en weer met natte doeken, meet haar temperatuur en vlieg naar boven om mijn telefoon te halen. Ik wil mijn lief bellen maar bel in de consternatie het nummer van een vriendin wiens man ik aan de telefoon krijg. Als hij Lucinde op de achtergrond hoort schreeuwen en het geluid blijkbaar associeert met vrolijkheid denkt ie tot overmaat van ramp dat we een feestje hebben, getuige zijn "nou, bij jullie is het ook gezellig!" Als ik mezelf heb herpakt en lief bel dat ie moet komen, realiseer ik me pas na afloop van het korte gesprek dat ie waarschijnlijk de auto aan zijn zoon heeft uitgeleend en dus geen vervoer heeft.
Ondertussen blijft het gegil naast mij oorverdovend doorgaan. Het zweet breekt me uit. Bij het derde telefoontje krijg ik het advies "maak een warme kruik en zorg dat ze kalmeert". Nadat ik met de vingers in mijn oren tot tien heb geteld krijg ik haar zover dat ze haar ademhaling weer kan sturen en door de pijn heen kan gaan. Dan houdt het geschreeuw eindelijk op en laat ze zich naar de bank leiden waar ik een warme kruik op haar buik leg.
5 minuten later komt lief buiten adem binnengerend. Hij is het hele stuk komen lopen. Als hij haar ziet liggen, rustig ademend en gekalmeerd, is ie zichtbaar opgelucht.
Vervolgens belt de vriendin terug wier nummer ik eerder abusievelijk had ingetoetst. Ze struikelt bijna over haar woorden. "Ik heb me net aangekleed, ik dacht al dat er iets aan de hand was. Ik kom er nu aan." Nadat ik heb uitgelegd dat alles weer rustig is en ze terug naar bed kan, trekt lief zijn jas aan om naar huis te gaan, doe ik de lampen weer uit en help Lucinde terug naar boven.
Als ik haar heb toegedekt kruip ik zelf ook weer onder de wol. Ik kan nog net vier uurtjes slapen.
Het was me het nachtje wel weer.
Annet
Mijn hand
raakt jouw hand
op het laken
de deuk
die je maakt
in het kussen
de slangen
de meters
de naalden
en al mijn
emoties
daartussen.
Mama