"Annet, ik vind je leuk hoor, maar ik val op mannen".
Dat zei Kees, mijn studiegenoot nadat ik had opgebiecht dat ik gevoelens voor hem koesterde.
Het was even slikken, maar gedurende de jaren die volgden ontvouwde zich een mooie intensieve vriendschap.
In die tijd schreef ik dit gedicht.
Hunkering
Ik weet
'k heb al
verloren
nog voor het spel
begint
Ik weet
je bent
een vlinder
zwevend
op de wind
Ik weet
mijn net
het baat me niet
je blijft toch
wie je bent
en mijn
kapellenjacht
op jou
een hunkering
zonder end.
Annet (1981)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten