woensdag 28 maart 2018
Niels (2018)
Als de dag
z'n dag niet heeft
de zon niet
door de wolken prikt
lacht jouw lach
in mijn gezicht
en word ik warm
en licht.
Mama
dinsdag 27 maart 2018
Rust (2018)
te omarmen,
lief te kozen
bij te schuilen,
uit te huilen
weg te dromen,
thuis te komen
op te laden,
bij te tanken
niks te doen
of aan te denken.
Annet
maandag 26 maart 2018
De winter zit erop (2018)
Afgedekt
komt weer tot leven
warmte
maakt de aarde dol
alles opent,
wil bewegen
kleuren slaan
vandaag op hol
tuin trompettert
luid victorie
geuren
barsten uit hun knop
schaterlachend
start de lente
want de winter
zit erop.
Annet
woensdag 21 maart 2018
Verten (2018)
Ik heb
de verten lief
weidse akkers,
vrije velden
zeeën tot
oneindigheid
stil te wezen,
klein te
voelen
één te zijn,
en zonder tijd.
Annet
dinsdag 20 maart 2018
Hoe werelden verkleinen (2018)
Ik ben
niet goed
in afscheid
die laatste keer
nog zwaaien
haar oude wang
raakt mijn gezicht
zijn koude handen
aaien
'k heb moeite
met hun ouderdom
hoe werelden
verkleinen
het loslaten
al in mijn hoofd
valt met mijn hart
maar niet te rijmen.
Annet
zondag 18 maart 2018
Tante Wil (2018)
Het rode twee-trap stoepje waarvan een groot deel van de gladde tegeltjes inmiddels los ligt of troosteloos op het grind eronder is beland, het grindpad dat tegenwoordig meer pad dan grind is, de voordeur met ernaast op de rode bakstenen muur de grote houten aangebrachte handgreep die haar steun moet geven bij het beklimmen van het rode stoepje; het hoort allemaal bij de entree van het huis van mijn tante Wil, de inmiddels tweeënnegentig jarige zus van mijn overleden vader die nog op zichzelf woont in een eengezinswoning in mijn geboortedorp Haren.
Als ik haar deze week bezoek ter gelegenheid van haar tweeënnegentigste verjaardag, en ik loop via het zijpad, het terras, de keuken en de gang de woonkamer in, zit ze zoals altijd in haar vaste hoekje bij het raam. Vanuit de stoel waarin zij zich dagelijks nestelt, dus ook deze dag, heeft ze alles wat ze nodig heeft binnen handbereik. Een stapel kranten die ze ongetwijfeld stuk voor stuk, bladzij voor bladzij heeft gelezen ligt bij de rechter stoelpoot op de grond. Op de hoek van de lage salontafel voor haar staat een glas water met ernaast een briefopener bovenop een 5 tal brieven. Een opgemaakt voorjaarsbakje met geurende hyacint bollen geeft kleur aan de bruine tafel met het donkere Perzische lopertje. Zo kan ik haar uittekenen. En niet te vergeten het opengeklapte pakje Stuyvesant sigaretten, de reclameaansteker en de volle asbak met de lichtbruine platgedrukte filter stompjes...
"Tante Wil, gefeliciteerd!" Ze duwt zich met haar pijnlijke rug uit haar stoel omhoog en komt krom lopend mijn kant op. "Blijf maar staan tante Wil, ik kom wel naar je toe" zeg ik nog. Ze blijft staan en zoekt evenwicht door zwaar met haar handpalmen te leunen op de leggers van de stoel. Ik sla mijn armen om haar broze lichaam, bijna bang om haar te breken, en raak verstrikt in het touwtje van haar bril. We moeten beiden lachen. "Geweldig dat je toch nog bent gekomen!", zegt ze en ze zakt met een van pijn vertrokken gezicht weer terug in haar stoel.
Ik doe mijn jas uit en zet de verjaardagsmand met de voorjaarsbloemen, de versier kuikens en het toefje paarse tule op de eetkamertafel en werp een blik op de achtertuin die grenst aan het park. Ik hoor in gedachten kinderstemmen. Hoe vaak gingen we met de buurkinderen van de Berkenlaan niet even langs bij tante Wil, die altijd ranja en iets lekkers voor ons allemaal had, waarna wij het park in gingen, met door tante Wil in blokjes gesneden brood voor de hertjes, en een snoepje voor onszelf "om op te zuigen". Ik raak in mijmering verzonken. En als de hertjes, de eenden en de ganzen gevoerd waren speelden we verstoppertje tussen de rododendrons in het park totdat het tijd was om naar huis te gaan.
Ze is zichtbaar blij dat ik ben langsgekomen en wijst naar het dressoir waar op een schaaltje 3 banketbakkers gebakjes me toelachen. "Kies maar een lekkere uit!" zegt ze en ze veegt met een grote geruite herenzakdoek langs haar mond. Terwijl ik alle deurtjes van het dressoir open klik op zoek naar schoteltjes, zie ik bakjes, vaasjes en pulletjes staan die ik nog ken uit de tijd dat ik als kind bij oom Jan en tante Wil logeerde. Alles is er nog, ze heeft, zo lijkt het, nooit iets hiervan weggedaan.
Ik hou van haar, mijn lieve tante Wil, al zoveel jaar, maar ik zie nu ook dat ze echt oud begint te worden en dat verdriet me. Ik heb moeite met de vergankelijkheid. Ik wil vasthouden aan wat er was en hoe het was. Immers, ze hoort zo bij mij, bij mijn leven, mijn jeugd, mijn volwassenheid, mijn 'nu'. Verder doet ze me in zoveel aan m'n vader denken, ze is in het heden mijn lijntje naar hem Als ze me aankijkt met haar fletsblauwe ogen, zie ik hem, als ze spreekt, hoor ik hem, als ze lacht, grapt hij mee.
"Tante Wil, hoe gaat het met je rug?" vraag ik terwijl ik met een vorkje in de patisserie prik.
Ze gaat wat verzitten zodat ze met haar rug tegen het elektrisch kussentje kan leunen.
"Ach die rug, daar praten we niet over. Vertel es, hoe is het met de kinderen..?"
Als ik die avond om 8 uur weg rij en ik zie in mijn achteruitkijkspiegel haar gebogen gestalte traag zwaaiend in de deuropening, kan ik de hele terugweg niet loskomen van de gedachte dat ook deze 'markante eik' eens zal omvallen.
Annet
dinsdag 13 maart 2018
Eb en vloed (Annet 2018)
Eb mij
als het leven
kwetsbaar, broos
en pijnlijk wordt
of als de dagen
donker, zwaar
en eenzaam zijn
maar vloed mij
net zo lang
tot er nog golven
krullen om mijn
lijf en geest
vloed mij
tot de allerlaatste
spetter
de kleinste korrel
zand heeft meegevoerd
en spat mij pas
uiteen, als ik,
na zeeën van
geweest
de hartslag van
de horizon beroer.
Annet
maandag 5 maart 2018
Fokko (2018)
Je bent niet
de vader
van mijn kinderen
noch de man
met wie ik
deelde de echt
geen feest
geen sluier
geen ring en geen "ja"
zullen verbinden
dat wat wij
nu zijn
maar we hebben
gevonden
zonder te zoeken
we zijn gevormd
door 't verleden
te laten
we hebben gekozen
elkaar
te behoeden
en de kern
van elkaar
te blijven raken.
Annet
zondag 4 maart 2018
Isé (2018)
woensdag 28 februari 2018
Moederreflectie (2018)
dinsdag 27 februari 2018
Pap (2018)
maandag 26 februari 2018
Niels (februari 2018)
Ik kijk
naar je handen,
de lijnen, het eelt,
ik herken
de vorm van je nagels
weer
om je mond
die de woorden zo lang
niet kon vormen,
en waaruit toch
klanken en zinnen
ontstonden
zie ik de jaren
die voorbij zijn
gevlogen,
ontwaar ik het kind
dat ik beschermde, geleidde
Ik kijk naar je benen,
ze gingen je dragen,
al was ik de enige
die daarin geloofde
De man die 'k nu zie
is het kind al ontgroeid,
voor jou heeft enkel het heden zin.
Maar ik, ik ga door, onvermoeid
want elk succes is weer een begin.
Mama
Abonneren op:
Posts (Atom)