zaterdag 8 maart 2014

"Dat kan toch niet waar zijn ...?" (Drome 2004)



"Hoe denk je ooit die camping te bereiken, je verdwaalt in Heerenveen al!".
 Mijn moeder reageert hevig verontwaardigd als ik in 2004 aankondig in de zomervakantie met de auto naar het gebied 'de Drome' in Frankrijk te gaan. "En waar laat je al je bagage?". "Tja in beide gevallen heeft ze een puntje" bedenk ik als ik de telefoon neerleg. Terwijl mijn bloedjes door het dolle heen zijn, want, "mama in Terhorne regent het altijd", zet ik een oproep op internet met de volgende
tekst : "wie kan mij en mijn kinderen naar een camping in de Drome leiden? Ik ben een notoire 'wegkwijtraker'". Wonder boven wonder reageert er de volgende dag al iemand. Het is Henri, eigenaar van een wegenkaartenwinkel die dat jaar onze route niet alleen intekent maar ook zeer gedetailleerd uitschrijft en mij zelfs mailt over de do's en don'ts tijdens de reis. Mijn moeder die ik triomfantelijk bel en aan wie ik verslag doe vindt het maar een rare actie van me, maar moet eerlijkheidshalve toegeven dat ik route technisch uit de brand ben. Ik leen nog even een dakkoffer waar al onze meuk moeiteloos in verdwijnt en sla de nodige blikjes Red Bull in voor de nachtelijke rij uren. 
De reis verloopt voorspoedig, ik ben relaxed, mijn co-piloot is alert en de achterbank blijft rustig. In de gehuurde stacaravan is alles dik voor mekaar en binnen no time zijn de spullen uitgepakt en drijven we heerlijk in de rivier. "Ook wel eens leuk als alles op rolletjes loopt" denk ik nog naïef. De volgende morgen ga ik goedgemutst naar het kampwinkeltje, sla wat proviand in, vul de koelbox en mobiliseer mijn drie bloedjes voor een dagje omgeving verkennen. Terwijl ik, al inpakkend rondtoeter "hebben jullie alles?", "moet er nog iemand naar de wc?","heeft iedereen zijn zonnebril bij zich?", draai ik de deur van de caravan op slot, doe de sleutels in mijn heuptas, gooi die in de klep en jens die dicht. "Zo, hehe, we gaan"  puf ik met het zweet op mijn hoofd. Ik grijp met mijn hand naar het portier. Op slot. Niels staat voor de achterklep en kijkt door het glas op de tassen met eten, drinken en de rest. "Mama, ik zie de autosleutels liggen....". "Waar??" kreun ik, met mijn inmiddels kletsnatte haar onder de bruine Mickey Mouse pet.  "Dat kan toch niet waar zijn..?" Tussen mijn zorgvuldig ingepakte dagrantsoen liggen de autosleutels, naast het heuptasje met de sleutels van de caravan en mijn telefoon. Terwijl de temperatuur nu snel stijgt, mijn bloedjes met gezichten als oorwurmen zwijgend in de schaduw zitten, leen ik ergens een telefoon en snor het nummer van het ANWB Steunpunt in Lyon op. De garage waar ik mee word doorverbonden vertelt me tot overmaat van ramp dat ze pas 's avonds kunnen komen omdat hun straat is afgezet vanwege de Tour de France. De hele dag hangen we apathisch in de schaduw, we hebben dorst en honger en pas tegen vijven wordt eindelijk de auto opengemaakt en kunnen we weer bij onze spullen. 
"Mama, we vertellen dit maar niet aan oma Mieke he...", zegt Niels vaderlijk nadat we de koelkast hebben geplunderd en hysterisch liters drinken naar binnen hebben gegoten. 
Zijn uitgebluste zusjes zeggen niets maar schudden tergend langzaam hun hoofd en werpen mij een verpulverende blik toe.       




Geen opmerkingen:

Een reactie posten