zaterdag 1 februari 2014

Een kind, een moeder en de geschiedenis (Lucinde 2011)



Herfst 2011
"Ik wil wel naar Westerbork mama...." 
Lucinde reikt me het lijstje weer aan dat ik haar net heb gegeven. Het bewuste lijstje ligt steevast in de stugge la van de oude servieskast en ik tover het tevoorschijn als er onverwachts voor haar een lesdag uitvalt en we zomaar op een doordeweekse dag samen wat kunnen ondernemen. Zelf iets bedenken dat haar wegrukt bij haar mobiele telefoon of laptop blijkt in de praktijk voor deze generatie pubers een hele opgave, vandaar mijn lijstje. En het werkt. 
Er staat van alles op, van shoppen bij de Primark, tot op visite gaan en een specifiek museum of een bijzondere herinneringsplek bezoeken. Vandaag is ze heel duidelijk, ze hoeft ook niet lang na te denken, ze wil naar Westerbork. Onze blikken kruisen elkaar, ik kijk in haar ogen en zie dat mijn kind geen kind meer is, dat ze uit de geschiedenisboeken op school dingen heeft geleerd die onmiskenbaar tot haar geschiedenis behoren, en ik lees in haar blik dat ze nu, in tegenstelling tot het jaar ervoor, wel het kennisfundament heeft om een plek als Westerbork te bezoeken. 
Toch moet ik onbewust even slikken. "We hebben het op school over de Tweede Wereldoorlog, en over de kampen, ik wil er echt heen mama" en ze kijkt me met haar bruine ogen doordringend aan.   
Dus togen wij, met twee flesjes drinken en verpakte plakken Friese koek naar Westerbork. We praatten niet veel in de auto, zij keek naar buiten en deed een spelletje op haar telefoon, terwijl ik in gedachten verzonken was, "wat zou het met haar doen?" 
Nadat we de auto op een blubberige plek hadden geparkeerd drongen de eerste beelden al heftig tot ons door toen we Het herinneringscentrum binnen kwamen. We liepen zwijgend rond, ieder voor zich, soms bleef de een wat achter, maar steeds zochten we elkaar weer op en raakten elkaar even aan. We zeiden niks, soms een kleine fluistering. Toen we buiten stapvoets langs de enorme in plexiglas gevatte handgeschreven briefkaarten liepen, en af en toe stopten om ze aandachtig te lezen, maar ook toen we ons met de groep hadden geformeerd voor de restanten van de barak van Anne Frank en roerloos naar de gids luisterden voelde ik een intense emotionele verbondenheid met mijn 'kind van het licht'. 
Twee generaties woordeloos verzonken in de geschiedenis, kippevel....................       

vrijdag 31 januari 2014

Gedicht "Een huwelijk"




In al die jaren dat ik gedichten schreef kwam een aantal thema's telkens weer terug. 
Veel heb ik nagedacht en geschreven over de liefde in de aan mij geopenbaarde verschijningsvormen, de eerste liefde, de verloren liefde, de onbereikbare liefde, de bevochten liefde, de gedoemde liefde. 
Maar ook begrippen als 'verbondenheid' en 'kwetsbaarheid' duiken vaak op als ik mijn gedichtenbundels van weleer doorblader. 

En ook al ben ik zelf niet het goede voorbeeld, ik blijf, misschien naïef, geloven dat het huwelijk de ultieme verbintenis is waar liefde, kameraadschap, kracht en bescherming samenkomen.

Toen ik getuige was bij het huwelijk van goede vrienden schreef ik onderstaand gedicht.

        
Een Huwelijk

Een huwelijk
een taak
mooier en moeilijker
groter en grootser
is er niet 

Want waar anders 
gaan kwetsbaarheid en kracht
kameraadschap en koestering
zo onvoorwaardelijk hand in hand

Een huwelijk
een samenspel van schaduw en licht
van vrijheid en verbondenheid
van liefkozen en luisteren
van beschermen en beschermd worden

Carmen en André,

vrienden voor het leven
laat dit de dag der dagen zijn
die een onuitwisbare herinnering
tot talisman maakt
voor de rest van jullie leven

Annet (4-1-1996)

donderdag 30 januari 2014

Haren, jaren 60, zwemmen in Appelbergen



"Mam, mag ik een driehoekje Sunkist mee en een banaan?"
Het is een heerlijke lome zomerdag. De vogels kwinkeleren dat het een lieve lust is, de schone was hangt geknijperd aan de lijn en door het open keukenraam ruik ik de zoete geur van de paarse vlinderstruik achter in de tuin, naast het hekje. Mijn moeder heeft in de keuken een grote pan op het vuur staan, met daarin volgens oma's recept water, krenten, rozijnen, bessensap, gort, vanillestokjes en pijpjes kaneel. Ze roert met een houten lepel in de pan om ervoor te zorgen dat de ingrediënten niet aan elkaar plakken en neuriet ondertussen met een liedje mee dat uit de kleine transistorradio klinkt. Ik verheug me er nu al op om straks als ik terug kom haar heerlijke gekoelde krentjebrij te proeven hangend op een stoel onder de kersenboom.
"Wie gaan er allemaal mee?" vraagt mijn moeder die de strik van haar gebloemde schort strakker trekt en vervolgens een banaan uit de fruitschaal pakt. "Nou iedereen, Carla, Tineke, Jaap Olthof, Flip, Meindert, Jaap en Roel, Gerrit" zeg ik terwijl ik mijn donkerrode zwemtas met het katoenen trekkoord inpak en de aangereikte banaan tussen mijn zwemspullen stop. 
Buiten hoor ik opeens een serenade van fietsbellen, er wordt op me gewacht. "Ik ga" roep ik en ik ren op mijn houten kleppers naar buiten, bind mijn zwemtas met een spin op de bagagedrager en voeg me als laatste bij de groep. 
Twee bij twee fietsen we zwenkend, lachend en kletsend over het lange fietspad evenwijdig aan de Rijksstraatweg richting Appelbergen. Het is een drukte van belang in het zwembad, kindergegil, een constant geklap van deurtjes, rennende kleuters en een schreeuwende badmeester. 
We blijven eerst nog wat keten bij de kleedhokjes, daarna duwen we mekaar speels in het water, ruilen onderling fruit en drinken "mag ik jouw peer, dan krijg jij mijn banaan", kopen wat snoep, en maken nog een slagje in het bad. 
Het van huis zijn en je ongezien wanen was eigenlijk het belangrijkste van zo'n middag, het zwemmen zelf, in mijn herinnering, maar bijzaak....
          

woensdag 29 januari 2014

Terhorne 1979, dansen in de Buorkerij...



Terhorne, 1979.
"Jan doe die pijpen eens naar beneden!" An werpt een afkeurende blik op haar glunderende wederhelft. Hij heeft haar in het dorpshuis van Terhorne uit de roezemoezerige menigte gevist, haar sherry'tje op een tafeltje gezet en haar ten overstaan van de hele campingmeute, en na de nodige versnaperingen, enigszins jolig en zeer omslachtig ten dans gevraagd. An krijgt nauwelijks de kans om hem goed te bekijken aangezien ze op de dansvloer om de haverklap worden aangestoten door voorbij draaiende paren. 
Terwijl de andere campinggasten met hun glaasjes in de hand het tafereel vanaf de zijlijn geamuseerd gadeslaan en wachten wat er komen gaat manoeuvreert An haar Jan naar een rustig hoekje waar de muziek minder luid is. Ze zet zich schrap, neemt hem van top tot teen op en zegt  "het is toch niet te geloven he, de enige keer dat ik deze vakantie een nette jurk draag, zie jij eruit als een malloot!" gevolgd door "waar zijn je overhemd en je jasje?" 
Jan kijkt haar met zijn glimmende kraaloogjes aan, laat zijn blik de zaal rond gaan en wijst dan naar een stoel bij de bar. "Kijk daar". An volgt de lijn van zijn vinger en haar ogen blijven rusten op de bewuste stoel. "Ja Jan Leusink, daar lag ie, maar zoals je ziet is ie op de grond gegleden en wordt er nu overheen gedanst!". Ze kijkt hem aan en schudt alleen haar hoofd. "Jan Leusink, je bent onverbeterlijk!" 
Als het jasje is opgeraapt, de schoenafdrukken afgeklopt en het kledingstuk weer netjes over een stoel hangt, wint het plezier aan het dansen het van de irritatie over het akkefietje en zwieren ze alsnog samen eindeloos over de dansvloer en zijn ze niet meer te stuiten. 


dinsdag 28 januari 2014

Wind en windstilte..... (mijn lief 2013)



"Ik zoek een rustige vrouw.."
Ik durfde hem bijna niet aan te kijken, gluurde wat onder mijn pony door, voelde dat het pruikje met het halflange haar dat ik voor de gelegenheid vakkundig in mijn miezerige kapsel had verwerkt en 'leuk wild' had opgestoken, naar rechts begon over te hellen, en ik dacht maar 1 ding "en nu?"
Ik schoof wat onrustig op mijn stoel, trok toen hij even niet keek het gevaarte op mijn hoofd weer in positie, verzamelde al mijn moed bij elkaar, nam gauw nog een slok van mijn wijntje, want ik ging er maar vast vanuit dat het mijn laatste zou zijn, en sprak de legendarische woorden: "nou, dan kan ik beter opstappen".  
Dat was onze memorabele eerste date, Heerenveen, februari 4 jaar geleden. 
Uiteindelijk ben ik toch gebleven, raakten we in gesprek, lieten nog wat wijn aanrukken en moesten er rond middernacht door de eigenaar op geattendeerd worden dat alle andere tafeltjes inmiddels leeg waren en de zaak ging sluiten.
Ik waande me, na jaren in een cocon geleefd te hebben, op doodeng glad ijs. Immers de liefde was tot dan toe nou niet echt een doorslaand succes in mijn leven geweest, maar ik besefte tegelijkertijd dat ik niet altijd kon blijven hangen in gevoelens en gedachten van falen en wantrouwen. 
Schoorvoetend liet ik zien wie ik werkelijk was, gooide ik de schellen af en toonde mijn kwetsbare kant die ik uit zelfbehoud zolang angstvallig voor de buitenwereld verborgen had gehouden. We namen onze wederzijdse 'rugzakjes' door, leerden elkaars kinderen kennen en verrijkten elkaars leven op een manier die ik na al die jaren dat ik alleen was niet meer voor mogelijk had gehouden.
Twee tegenpolen vonden elkaar, ebbe en vloed, de zon en de maan, wind en windstilte. 
Eindelijk in balans....   




maandag 27 januari 2014

Als ze lacht .... (Lucinde 2014)



"Mama, Rik en ik gaan treinkaartjes kopen bij Blokker en dan kunnen we de hele dag door het land reizen voor 15 euro p.p., leuk he?" 
Met een windkracht 5 minstens, stormt er een kind naar binnen, een boekentas sneuvelt ergens halverwege de kamer en een jas wordt misgemikt ,.... naast een stoel. Het kind zelf heeft blijkbaar hoge nood want net als ik mijn mond open wil doen om wat te zeggen verdwijnt het ongeleide projectiel linea recta door de kamerdeur de gang in naar het toilet. 
Als ze zichtbaar opgelucht terugkomt en een greep in de koelkast wil doen zeg ik "ja leuk, en waar gaan jullie heen dan?" "Mama, mag ik eerst even wat drinken, ik heb zooooo'n dorst", en met een zachte, doch dwingende manoeuvre word ik aan de kant geduwd en even later verdwijnt een behoorlijke plons ijsthee rechtstreeks van het pak in haar keelgat terwijl ze met een hand nonchalant op het aanrecht leunt. Nu de inwendige mens bediend is kan het gesprek eindelijk worden vervolgd. "We weten al precies waar we heen gaan, daar hebben we al uren over geskyped", zegt ze terwijl ze de laatste spetters ijsthee van haar gezicht veegt. "We beginnen bij Deventer, we gaan nog naar Hoofddorp, Utrecht, Den Bosch, en nog veel meer plaatsen". 
"Jemeg, en dat allemaal in 1 dag? vraag ik verbaasd?" "Ik word al moe als ik het aanhoor" zucht ik. "Jaha", klinkt het triomfantelijk "we vertrekken morgen om 1 minuut over 9, kijk ik heb een hele administratie", en ze laat me een vel papier zien waar ze alle trein- en overstaptijden heeft opgeschreven. Ze glundert. Dan grijpt ze haar telefoon, loopt de kamer door en voert een giebelig gesprek buiten mijn gehoorbereik. 
Het doet me goed haar weer zo te zien lachen, de onzekerheden over haar gezondheid knaagden te lang aan haar, maakten haar onzeker en prikkelbaar en haalden ons allemaal uit ons doen. 
En ook al is de medische molen voor haar nog niet uitgedraaid, ook al zijn er nog onderzoeken te gaan, als ze lacht dan schijnt de zon en kan ze alles aan!

zondag 26 januari 2014

Terhorne 1974 versus 2006 : "mama, ik snap nu wat je bedoelde.."


Terhorne 2006
"Mama, ik snap nu wat je bedoelde". 
De kattenstaarten wervelen naar binnen en Sanne dendert met een noodgang de caravan in. "Waar heb je het over?" vraag ik terwijl ik een bak lasagna in het veel te kleine oventje probeer te proppen. "Nou toen je vertelde over jouw vriendengroep op de camping van vroeger", zegt ze terwijl ze de randen boven de ramen aftast op zoek naar mijn fototoestel. "Dat ze zo belangrijk voor je waren" vervolgt ze. "Dat heb ik nu ook met mijn vrienden hier, dus daarom begrijp ik jou nu". 
Terwijl ik in de verte het tikken van het oventje hoor, zie ik mezelf terug in mijn kind en ben ik blij dat ik mijn jeugd hier in Terhorne en de vriendschappen die ik aanging op een dusdanige manier op haar heb weten over te brengen dat ze anno 2006 het gevoel herkent. Ik kijk haar aan en we begrijpen elkaar zonder woorden. 
"Dirk-Jan, Marieke en Marloes zijn aan het inpakken en ik wil nog gauw wat foto's van onze groep maken" zegt mijn bloedje terwijl ze aanstalten maakt om weer weg te vlinderen. "Ze hebben allemaal beloofd dat ze volgend jaar terug komen, sommigen willen met een tent en Kars denkt dat ie een boot kan lenen", kakelt ze door terwijl ze het trapje af rent. Ik zet de lasagna op de gedekte tafel en kijk ondertussen door de open vitrage naar buiten. 
Op de plek waar vroeger de zandbak stond en waar we schommelden hoger dan goed voor ons was, staat nu de volgende generatie, ruim dertig jaar na dato, dezelfde camping, dezelfde kameraadschap, een groep kinderen op de drempel van het leven, een voor allen, allen voor een. Waarom emotioneert mij dit?
Er wordt gelachen, gedold, gekieteld en gegild en Sanne blijft foto's maken, elke foto een herinnering, elke herinnering een kleinood. Bij het afscheid proberen ze zich groot te houden, de jongens wenden zich af, de meisjes giebelen weliswaar maar vegen af en toe ongemerkt met een mouw over hun gezicht. Ik voel wat zij voelen.
Als we die avond volgepakt huiswaarts keren, klinkt er een benepen stemmetje vanaf de achterbank "Mama, Esther en ik willen in de herfst een reünie organiseren, help je ons.....?"