zaterdag 30 november 2013

Sanne



"Mama, wil je me helpen een naam voor mijn beautyblog te bedenken?" Sanne, waarschijnlijk in Amsterdam laverend met haar fiets door het verkeer, schreeuwt met maximaal stemvolume door de telefoon. Het getetter in mijn oor voelt niet prettig.  "Bel me straks maar terug, ik versta er niks van, ik hoor alleen maar omgevingsgeluiden, en het is nog levensgevaarlijk ook om zo te bellen", bler ik terug.
"Mama, schreeuw niet zo", roept Niels vanaf zijn kamer, "ik kan mijn televisie niet eens meer horen!". Hij slaat zijn kamerdeur met een knal dicht.
Nu klinkt er weer gepruttel aan de andere kant van de lijn. "Mama, ik sta nu stil, hoor je me nu?". Ze herhaalt de vraag en voegt eraan toe dat ze het wel snel wil weten want "mijn beautyblog moet de lucht in". 
Even gaan mijn gedachten terug naar haar peuterjaren, toen haar wereld bestond uit spelen, uit een zandbak, vormpjes, een emmertje en een schepje. We regen de dagen aaneen met opzegversjes, kinderliedjes en hop-paardje-hop. Overdag samen met Niels lekker vies maken, kruiwagen rijden en poppen verzorgen. 's Avonds na het badritueel, zij aan zij op bed, de haartjes nog nat, ademloos luisteren naar de verhalen van Jip en Janneke en dan rozig gaan slapen. Toen al had ze grote plannen. De ene keer was het "mama, ik word nieuwslezer", en dan weer kreeg ik te horen, nadat ze een kroontje had opgezet en met een deftige stem sprak, "nee mama, ik word later toch liever koningin, dan ben ik de baas en heb ik mooie kleren aan". 
Ze koos uiteindelijk voor een studie taal en communicatie in Amsterdam en werd mijn co-reader tijdens boekvertalingen. Nachten trokken we door, samen wogen we woorden, jongleerden we met teksten, broedden we op mooie zinnen. 
Nu bijna op eigen benen, mijn Sannemijn. Zomer 2014 hopelijk haar Master op zak, waar blijft de tijd? 
De stem aan de andere kant van de lijn wordt ongeduldig en haalt mij uit mijn overpeinzingen.
"Ja, ik help je mee een naam te zoeken voor je beautyblog, geef me even wat tijd" zeg ik, terwijl ik nog even doormijmer.  
Ik zie haar weer voor me, staartjes, laarsjes, en moet bekennen dat ik soms heel stilletjes heimwee heb naar dat kleine blonde meisje in de blubber..........      

vrijdag 29 november 2013

Haren, mijn dorp, mijn herinnering



Haren: Begraafplaats De Eshof
Ik parkeer mijn auto aan de rand van de Rijksstraatweg.
Alles is hier vertrouwd, de robuuste bomen, de markante herenhuizen met de grote oprijlanen, de uitgestrekte gazons. Hier deden we vroeger spoorzoekertje, hier verscholen we ons in de immense tuinen na de zoveelse krijtpijl op stoepen en muren te hebben gezet. Waar is de tijd gebleven, hoelang ben ik hier niet geweest?
Ik steek de straat over en loop onder de witte karakteristieke poort door die ik nog ken uit mijn jeugd. De kleine steentjes knarsen onder mijn hoge laarsjes, een paar vogels zingen in het groen van de oude bomen, een zuchtje wind waait wat bladeren op. 
Het lijkt de dag van gisteren dat ik hier als kind meeliep in een langzaam voortschrijdende verdrietige stoet, mijn ogen op de grond gericht, mijn handen klam in mijn jaszak. En nu ben ik hier na al die jaren weer, het heeft te lang geduurd.
Af en toe hou ik even in en blijft mijn blik rusten op een steen, namen roepen herinneringen op, ik herken weer plekken, looproutes van toen flitsen door mijn hoofd. 
In een van de paden sta ik stil, een verweerde steen geeft de plek aan waar Geert en Trijntje van Dalfsen liggen, de oudere buren van de Nieuwlandsweg die wij opa en oma noemden, die op ons pasten, onze kinderverdrietjes wegtroostten, bij wie we om kaneelbeschuitjes bedelden en die wijze verhalen vertelden over hun jeugd in het arme Drenthe. Ik zie weer de zwartomrande foto voor me die elke dag liefdevol werd afgestoft, waar hun overleden zoon op stond over wie ze het vaak hadden en waarvan het verdriet nooit is overgegaan. Opeens schiet het door mijn hoofd dat ze nog steeds op mijn kalender staan. Ik veeg de steen schoon en loop in gedachten verzonken verder. 
Dan kom ik bij mijn oudoom en oudtante, oom Nico en tante Tine. Ik kan ze zo weer voor de geest halen, hij, de oom van mijn vader, met een dikke sigaar, keurig gekleed en zij met zo'n mooie glimmende speld achter in haar opgestoken haar. Het is alsof hun aanwezigheid bijna tastbaar wordt nu ik hier sta en hun namen aandachtig lees.
In deze oase van rust voel ik mij gezegend met zulke heldere en mooie herinneringen.......         

donderdag 28 november 2013

De Kiekoet



1975: " Kom, we maken even een oversteek door het slootje naar de Terkaplester Poel".
Janny en ik hebben er zin in. De boot ligt aan de steiger, het zeil is aangeslagen en de inventaris is gecheckt. Nu nog zeilpakken aan, zwemvest dichtknopen, bril op en een staartje in, dan hijsen met die hap en losgooien.
Na de driltraining van mijn vader, het oefenen met aanleggen, starten, houding in de boot, letten op het vaantje, lezen van de zeilen, de golven en de wind, plus een stuk zelfvertrouwen, was ik klaar voor de volgende stap. Mijn eerste boot werd verkocht en in 1975 vergaapte ik me aan mijn nieuwe donkerrode Tyssen wedstrijdschakel, nummer 2005. Toen de trailer de camping werd opgereden en ik voor de eerste keer oog in oog stond met de "Kiekoet" werd ik warm van binnen. Het lakwerk glom en blonk me tegemoet, de witte naam was sierlijk uitgesneden, en nieuw voor mij waren de overloop, de zelflozers en de trapeze. Ik bekeek de groene trapebroek van alle kanten en wist dat er nog veel te leren viel, maar ik stond te popelen. Samen met mijn vader ging ik op zoek naar een goeie zeilmaker en lieten we mijn eerste spikslinternieuwe midweer tuig maken. Toen ik het voor de allereerste keer aansloeg raakte ik verblind door het spierwitte doek en ik kan nog steeds het stugge geluid van nieuwe zeilen oproepen.
Ik schreef ons in voor plaatselijke zeilwedstrijden en Janny en ik oefenden dagelijks om de Kiekoet te leren kennen bij elke wind, en om onder alle omstandigheden blindelings op elkaar te kunnen vertrouwen. Met ons relatief geringe gewicht en net iets minder fysieke kracht dan onze concurrenten in de schakelklasse moesten we bij windkracht vier al flink hangen. Bij een dikke vlaag steunde ze met haar hand op mijn schouder en trok ik haar aan haar zwemvestkraag naar buiten om haar vervolgens als de vlaag voorbij was, weer naar binnen te halen. Zat ik op de rand van de boot met mijn knieeen te hoog om binnen te komen, hielp zij me in de kuip. Samen hesen we aan de grootzeilschoot om het zeil in het kruisrak strak te krijgen.  Zo worstelden we ons door de eerste wedstrijden heen, stopwatch kijken, banenkaarten lezen, reglementen, boeien ronden, incasseren.
Maar we werden steeds sterker en kregen uiteindelijk na veel oefenen, blauwe plekken, en pijnlijke blaren de regie in handen.......   

woensdag 27 november 2013

Onze Diddel



"Mama, volgens mij moet Diddy weer een dementiepil".
Sanne is een doordeweekse dag komen aantreinen  uit Leiden en draait weer even volle bak mee in Heerenveen. Ze rent de badkamer in en uit met make up, kleding en nagellak en staat op het punt haar haar te gaan fohnen.  "Zullen we straks even naar de dierenarts?" roept ze met een handdoek om haar hoofd, en ze verdwijnt in de badkamer. Even later hoor ik de fohn.
Niels, die zijn legoproject aan het afronden is, werpt een bezorgde blik op onze 15-jarige Jack Russell die met blinde blauwe oogjes in het niets staart en wiens oortjes het ook niet meer doen.  "Ja, het is echt nodig, mama", zegt ie. "Diddy stond laatst zomaar tegen de muur te blaffen, en van de week is ie in de douchebak gaan zitten, hij is in de war". "Zal ik straks mee het pilletje halen?" en hij buigt zich weer over zijn lego.
We maken ons allemaal zorgen om ons oude hondje.  
Twaalf jaar geleden gingen we naar het hondenasiel. "Mama, we gaan gewoon even hondjes kijken, want we hebben Takkie toch..." Op die druilerige zaterdagmiddag zagen we hem, ineengedoken in een hoekje, broodmager en zachtjes jankend. Bij navraag bleek dat ie drie dagen in het bos vastgebonden had gezeten, verwaarloosd en afgedankt, ons hart brak. En hoe luid de andere honden in het asiel ook blaften en aan onze handen snuffelden, hoe lief ze ook allemaal keken, voor ons was het vanaf de eerste aanblik duidelijk, dat kleine driekleurige hoopje ellende zouden wij liefdevol opnemen in onze roedel. En zo geschiedde. Na een drietal weken kwam er eindelijk beweging in het hondje dat we Diddy hadden gedoopt, het eten ging hem zichtbaar smaken, hij blafte zelfs af en toe, zijn doffe vacht begon te glanzen en onze strelingen deden hem goed.
Inmiddels rent Takkie door de eeuwige jachtvelden en is Pip, een andere verschoppeling, onze gelederen komen versterken. Hij is de oren en ogen van zijn oude 'broer'. Ze zijn een twee-eenheid, zo bijzonder om te zien, lopen flank aan flank, eten zij aan zij, liggen rug aan rug.
Nu we weten dat Diddy dement is haal ik elke maand een wonderpil bij de dierenarts, want we kunnen dit trouwe gezinslid nog niet missen.....     

dinsdag 26 november 2013

Terhorne, kinderfeest....?



Terhorne, 30 juni 1996, acht uur 's ochtends: "Mama, wanneer komt iedereen?". Niels staat met een pindakaasmond voor me, het puntige feesthoedje met het te strakke elastiekje en het dansende veertje scheef op zijn hoofd, pyamabroek op half zeven en honderdduizend dinky toys op de grond. We hebben net het verjaardagsritueel achter de rug, zingen, handen in de lucht, knuffels en kadootjes geven. 
In de caravan hingen tijdens zijn verjaardag zoals altijd teveel slingers, waardoor het grootste gedeelte van de kastjes niet meer open kon. Maar dat hoorde er allemaal bij en we wisten niet beter, of we dachten er gewoon niet over na. Ook de slingers die vanwege de oude tape elk jaar weer loslieten en neerstortten namen we voor lief.   
Aan het eind van de ochtend zetten we traditiegetrouw buiten de partytent op, gingen ook daar alles versieren en bliezen we ons ongans aan gekgevormde en kleurige ballonnen, waarvan ongeveer de helft steevast knapte of een 'vastloper' had.
Al die jaren op de camping kan ik me niet anders herinneren dan dat de verjaardag van Niels elke  zomer weer een ultieme en memorabele happening was. 
In een auto, buikschuivend onder de enorme lading eten, drank, hapjes, snacks en muziek, kwamen wij dan vrijdagavond aan, laadden de boel uit, maar wisten op den duur niet meer waar we met het voedsel en de drank heen moesten. "Jij denkt altijd dat heel Nederland langs komt" kreeg ik meer dan eens te horen....
Tegen half vier stroomde ons terrein dan vol met kampeerders van de vaste hap. Niels liep glunderend op ze af en z'n ogen zochten kadootjes'  Bepakt en bezakt met tuinstoelen, kussens en presentjes, kakelend en lachend, installeerden ze zich dan in de buurt van de flessen drank die voor het gemak onder de tafels stonden. In een tijd van een mum klom Niels op een stoel en zongen we hem in grote getale toe, want inmiddels hadden ook familieleden en vrienden van buiten Terhorne zich bij het uitbundige gezelschap gevoegd en gingen op in de grollende en luidruchtige menigte. Na de koffie en de taart werden al vrij rap de flessen ontkurkt en gingen de schalen hapjes en snackjes rond. De frituurpan stond aan een ellenlang snoer illegaal te spetteren met bitterballen, Vietnamese loempia's en ander materiaal.      
Het waren dolle verjaardagen die vaak tot laat in de nacht doorgingen, en waar de kampbeheerder regelmatig een oogje toekneep.  
Elk jaar vroegen we ons weer af, "is dit nou een kinderfeest.......... ?"      

maandag 25 november 2013

Geboortehemd



Zondagochtend, 09.45 uur. Het huis slaapt nog. De eitjes zal ik over twee minuten afgieten, de broodjes kunnen bijna uit de oven en ik heb alles wat ze lekker vinden aan zoetigheid en anderszins  op tafel gezet. Kopjes thee met en zonder suiker, koffie voor lief, en zelfs de vitamines liggen klaar. Na een brul richting de vide, klinkt gegaap, geschuifel en gebonk op de eerste verdieping. Een korte stilte volgt.
Dan hoor ik de treden van de trap kraken en komen mijn bloedjes tergend langzaam een voor een naar beneden, overigens volgens hen op zondagochtend altijd veel te vroeg, hetgeen van hun gezichten afstraalt.
"Goedemorgen jongens, goed geslapen?" Ik voel instinctief dat mijn enthousiasme niet in goede aarde valt...  "Nou mama als ik jou zo zie, wil ik eigenlijk meteen weer naar bed!" Oef, Sanne is klaarblijkelijk al behoorlijk wakker.
"Doe je ochtendjas eens open, wat heb je in hemelsnaam voor ding aan?" mort ze verder. "Ja mama, wat is dat voor vod", vult Lucinde aan. "En wat een kinderachtige poppetjes erop" oordeelt Niels. Terwijl ik mijn ochtendjas trots openhoud en de kinderen mij hoofdschuddend, en demonstratief met hun duim naar beneden wijzend aankijken, zeg ik.  "Weten jullie wel wat dit is?" "Nou, vind je het heel erg als ik dat NIET wil weten", grumpelt Sanne en pakt een stoel. 
"Dit is het hemd wat ik aanhad toen ik jullie drieeen heb gebaard" zeg ik met omfloerste stem. "Getverdemme, mama, dus er zat bloed op en zo?" Sanne trekt een vies gezicht. "En jij hebt het doodleuk bewaard en nu loop je er na al die jaren nog vrolijk in rond ook, het is toch niet te geloven he". Ze kijkt haar broer en haar zusje aan en ze wisselen die specifieke blik. 
Ik neem een hap lucht en geef me niet gewonnen. "Voor mij is dit nachthemd bijzonder, en wat jullie er ook van vinden, ik zal er nooit afstand van doen". 
"Let op", Sanne gaat er eens recht voor zitten en richt zich tot de andere twee , "nu gaat ze zeggen dat we het pas later zullen begrijpen, als we zelf kinderen hebben, ik weet het al precies", meteen gevolgd door "Lucinde, mag ik de jam?".
Niels, die een tijdje niks heeft gezegd, en een loyaliteits prikkel krijgt, pakt zijn eerste croissantje uit de mand, reikt naar de boter en zegt "ik vind hem eigenlijk helemaal niet zo lelijk hoor mama, dat geboortehemd" . 
Ik knoop mijn ochtendjas weer dicht, voel elke vezel van het hemd op mijn huid, en herinner mij haarscherp hoe het was.   
"Later zullen jullie het begrijpen...., wie wil er nog thee?"  


zondag 24 november 2013

Die nacht, die bocht en die sloot .....



24 December 2008, 's nachts 01.00 uur :
"Is daar iemand?" "U moet op de zijkant van uw auto gaan staan!", "Bent u gewond?". Iemand schreeuwt boven mij vanaf het talud van de A7, afslag Nijehaske en tuurt in de donkere diepte, waar ik met mijn auto in het water lig.""Rustig blijven, ik gooi wel een stuk touw" roept een andere stem. Als mijn ogen aan het donker zijn gewend, zie ik steeds meer hoofden boven mij en mensen lopen paniekerig heen en weer.
Na een gezellig avondje verlies ik in de koude winter van 2008 op een spiegelglad wegdek en in dichte mist tijdens het nemen van een afrit de macht over het stuur. Glijdend en tollend neem ik meerdere paaltjes in mijn carrousel mee en beland meters lager in een brede diepe sloot, waarvan ik het bestaan tot dat moment niet wist. Die nacht, in die bocht hadden het stuur, de ijzel en de mist mij in hun greep. 
Ik beleefde het als een film, het stuur draaide op eigen kracht, maar ik paniekte gek genoeg niet, ik zag de paaltjes, stuiterde er tegenaan, de sloot doemde voor me op en ik wist dat de plons in het ijskoude duistere water onvermijdelijk was. De huiveringwekkende stilte die toen volgde vergeet ik nooit weer. De auto lag op z'n kant, mijn kant, de lampen gaven onder water een spooky schijnsel. Ik zag tot mijn schrik het water razendsnel binnenstromen en kreeg door de vreemde positie waarin ik zat mijn gordel niet los. Ik weet nog goed dat ik op dat moment aan bizarre dingen dacht. Ik ging notabene grabbelend op zoek naar een muntje voor een boodschappenkarretje en zocht naar mijn gevoel eindeloos met mijn handen in het ijskoude water naar mijn net gekochte zwarte pumps die ergens moesten drijven.  
Pas toen er met man en macht boven mij werd geschreeuwd dat ik eruit moest komen, werd ik weer in de realiteit gezet en kreeg ik na veel gewurm en geruk de gordel los. Vervolgens klom ik omhoog naar de bijrijdersplaats en beukte met een soort van oerkracht het portier open.
Zelfs op het moment dat ik bibberend op de zijkant van mijn auto stond en boven mij mensen zag die bezig waren mij een touw toe te slingeren, drong het nog niet tot me door hoe dit had kunnen aflopen. Nadat politie, ambulance en bergingsdienst waren gealarmeerd en ik grondig was onderzocht en in glimmende folie werd gewikkeld, kreeg ik  wat nummers van de gemeentelijke hulpverlening en werd ik door twee ambulancebroeders naar huis gebracht.   Ik brak pas toen mijn kinderen de volgende morgen nietsvermoedend in hun pyama's naar beneden kwamen en Niels vroeg "mama waar is je auto.....?"