donderdag 27 februari 2014

Pekkie (Haren jaren 60)



"Mieke, kom je even kijken, er ligt een verrassing in de kofferbak". 
Mijn vader die destijds als vertegenwoordiger werkte stapte de woonkamer binnen waar mijn moeder een tijdschrift zat te lezen. Hij droeg een lange jas, en normaliter daarbij een hoed. Maar die had ie bij binnenkomst al snel op de kapstok in de gang gemikt. Hij kwam thuis na een lange werkdag en troonde mijn moeder meteen na deze mededeling mee naar zijn auto die op de oprit stond. Toen hij de kofferbak ontgrendelde, zat daar, verscholen in het donker, piepend in een doos met wat kleden, een klein zwart hondje dat net op mijn moeders hand paste. 
6 weken oud was ik, toen Pekkie van anderhalve maand in mijn leven kwam. Het was een klein pikzwart asbakkenrashondje met geelachtige 'wenkbrauwen' en een klein stompstaartje. 
Het was liefde op het eerste gezicht tussen Pekkie en mij. Ik wist vanaf dat moment niet beter dan dat mijn zwarte kameraadje altijd in de buurt was. Mijn moeder vertelde later dat als ik in de kinderwagen voor in de tuin stond, Pekkie waakzaam onder de wagen lag. We waren gezworen vrienden. 
Toen ik mijn eerste stapjes zette en wankelend op mijn dikke beentjes achter een klein rieten poppenwagentje liep, zat Pekkie parmantig en trots bovenop de poppen. In de winter trok hij de slee met mij erop voorzichtig over het ijs van het Boeremapark en als ik toen ik wat ouder was met hem ging wandelen hield hij zich in en trok niet aan de riem zodat ik niet zou vallen. 
Hij was de schrik van de buurt bij boeren en tuinders waar hij de kippen gek maakte en de koeien opjoeg, op een gegeven moment had ie het zelfs zo bont gemaakt dat ie de gaten van een mestvork in zijn rug had staan, maar voor ons was het de liefste en de mooiste hond van de hele wereld. 
Op een dag, Pekkie was 16 jaar en een ouwe ondeugende grijsaard met fletsbruine oogjes, drentelde hij 's ochtends de hele tijd om ons heen, hij was onrustig en gedroeg zich anders dan anders. We hebben hem opgetild, geaaid en geknuffeld en toen ie daarna voor de achterdeur ging staan hebben we hem even naar buiten gelaten. Meestal stond ie dan in no time weer voor de voordeur te blaffen, maar dit keer bleef hij langer weg. We hebben altijd gedacht "dat was zijn afscheid".  
Een uur later werd 'onze Pekkie'  gevonden aan de rand van de Rijksstraatweg. Hij had een hartaanval gehad. Het was de eerste keer dat wij onze ouders zagen huilen.   
Sindsdien zoek ik in alle honden 'een Pekkie'.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten