donderdag 12 juni 2014

'Ouwe Dop' (De Wilp 2014)



"Mijn vader heeft nog zoveel verhalen, zou jij er eens heen willen gaan met pen en papier om zijn herinneringen te vangen en zijn anekdotes te bewaren voor ons en onze kinderen?"
Het is een bijzonder verzoek, van een bijzonder iemand en ik hoef er dan ook geen moment over na te denken. Vanzelfsprekend is het antwoord ja en natuurlijk ga ik naar De Wilp om bij de vader van mijn eerste grote liefde zijn levensverhaal op te tekenen en het samen met hem te larderen met oude en nieuwe foto's uit zijn roerige leven. Ik vind het een mooi verzoek, een eer bijna, om hand in hand met 'ouwe Dop' stapsgewijs dat avontuur aan te gaan, de mijlpalen te benoemen, stil te staan bij de oorlog, de pareltjes van geluk, de kleine en de grote momenten, maar ook bij het verdriet en het ouder worden. Samen gaan we die branding door en schrijvend van onder zijn huid zal ik zijn woorden uit mijn pen laten vloeien.
Gisteren was het dan zover. Na de afslag Marum kon ik de weg alweer dromen als was ik nooit weggeweest. Hoe vaak hobbelde ik hier in een halflege bus met mijn weekendtasje schuddend op schoot nadat mijn moeder mij had afgezet bij het busstation in Groningen. 
Nu anno 2014 herken ik de gezellige slingerweg feilloos en ik weet ook zonder mijn moderne navigatiesysteem dat ik tegenover het huis waar vroeger een stelletje lama's en een enkele dromedaris stonden te koekeloeren linksaf de Wilpsterweg op moet draaien. Vaag verschijnen beelden uit een grijs verleden op mijn netvlies, links en rechts zijn huizen gemoderniseerd, maar hun contouren komen me na al die jaren nog bekend voor. Bij het plantsoen worden de beelden scherper. Ik rem voorzichtig wat af en neem de omgeving zorgvuldig in me op. En dan, aan mijn linkerhand, een glashelder déjà vu. Met mijn ogen zuig ik het beeld van de bushalte en het naastgelegen bushokje op. Dit was de plek waar we afscheid namen, waar we elkaar begroetten en schuilden, in weer en wind, bij nacht en ontij, jaar na jaar. 
Ik kan het niet nalaten om toch nog even langs zijn ouderlijk huis aan de Oosterweg te rijden, de woning die zoveel herinneringen herbergt, de gezelligheid aan de grote tafel, de gastvrijheid, de hartelijkheid. 
Om klokslag 2 uur bel ik met een schrijfblok en een nieuwe pen aan bij het opgegeven adres. 
Nadat ik door het raampje wat beweging in de gang heb gezien gaat de voordeur open en verschijnt het oude, maar vertrouwde lachende gezicht van 'Ouwe Dop' in de deuropening.
Als hij dik anderhalf uur later na een korte pauze met een kopje koffie in zijn hand zegt "zeg nou maar 'Roel'", schud ik zachtjes mijn hoofd.
"Dat gaat me na al die jaren echt niet meer lukken meneer Dop".    



             

Geen opmerkingen:

Een reactie posten