woensdag 4 juni 2014

Het grote 'Nu' (Terhorne jaren 70 - 80)



"Jongens, wie heeft een stuk zeep voor mijn haar?"
Begin jaren 80, rebels, tegendraads en verre van standaard. De pubertijd had al een paar jaar stormachtig gewoed, maar gaan liggen was de wind nog steeds niet, dit tot groot ongenoegen van onze ouders. We bevonden ons in een soort van 'aftermath', we hadden de jeugdjaren weliswaar achter ons gelaten maar voelden ons nog niet echt klaar voor de toekomst.
Waar het allemaal om draaide was het grote en meeslepende 'Nu'. Het 'nu' van : "nu moeten we lol maken", van maling aan gisteren hebben en geen boodschap aan morgen. We gingen pas naar bed nadat we de nodige uren in de broeierige Kajuit hadden meegezongen met Boney M, geslowd hadden op "I am sailing" en uitzinnig geswingd op "Proud Mary" van Ike & Tina Turner. Maar eerst dwaalden we dan na sluitingstijd nog even rumoerig door het slapende dorpje om vervolgens met een groepje 'diehards' amechtig en lodderig tegen elkaar aan te hangen en al pratend, neuriƫnd en soms fluisterzingend de zon te zien opkomen vanaf de steiger. Als de eerste vissers met hun zacht ronkende motortjes over de spiegelgladde poel uitvoeren en de kikkers hun kwaakconcert aanhieven ritsten wij centimeter voor centimeter onze tentjes dicht in de hoop dat onze ouders niet wakker werden en we de volgende dag zware reprimandes zouden krijgen. Bij de laatste kraaksels van de rits konden we onze ogen vaak niet meer open houden en lieten ons na het geniepige gepiel met het tentdoek, uitgeteld met kleren en al achterover op onze slaapzakken vallen.
We sliepen een gat in elke dag, kwamen 's middags tergend langzaam op gang, of er moest al een zeilwedstrijd zijn, en stonden 's avonds in het washok tijden te klooien met stukken zeep waarmee we ons haar omhoog boetseerden om zo illuster voor de dag te komen in de disco. Van make-up moesten we nog niets hebben, verder dan een simpel kohlstreepje aan de binnenkant van ons onderste ooglid kwamen we eigenlijk niet. We hielden ons meer bezig met outfits, die moesten vooral raar en anders zijn. Uitgeleefde truien waarin we verzopen, met mouwen die tot de grond reikten, afgedankte korte broeken van vaders en ooms, het liefst te groot en shabby, geknoopte touwen armbanden met harpsluitingen, hoeveel heb ik er niet gemaakt?
Gelukkig is iets van de sprankel van toen voor altijd in mij verankerd gebleven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten