maandag 17 maart 2014

Wie maakt me los .... (Antwerpen 2013)



"U kunt de auto wel afkoppelen, want u neemt nu twee plekken in beslag...".
Ik sta met mijn slaperige hoofd bij de receptie van de stadscamping in Antwerpen om me aan te melden voor twee overnachtingen nadat lief en ik de avond ervoor het terrein zijn opgereden en het hokje bij de slagboom onbemand was. "Nou het punt is", begin ik weifelend, "ik heb die caravan net en dit is ons 'proefkampeerweekend' en we krijgen de stabilisator niet los en het boekje ligt thuis". De man achter de balie kijkt me aan en ik zie hem denken "wat een sukkel!". "En nu?" vraagt hij enigszins geïrriteerd terwijl ie een blik werpt op de tien andere aanmelders die ongeduldig achter mij staan te zuchten om zoveel stupiditeit. "Nou ja, de caravan kan niet los, dus we moeten de auto ervoor laten staan, sorry", schutter ik hampelig. Dat weekend charteren we zo'n beetje alle handige mannen en Jerommekes van de camping, gereedschap wordt aangerukt, maar niemand krijgt onze 'orimoa' los. Zondags rijden we weer terug en parkeren de karavaan in Joure waar we de ANWB optrommelen. Er komt een man met een geel hesje en een grote hamer die "het ding wel even stuk zal slaan". Ik kan hem nog net op tijd bij de dissel wegduwen. Met een "laat maar, we verzinnen wel wat" stappen wij weer in, tuffen door naar Heerenveen en zetten het gevaarte langs de straat tegen het trottoir aan. "Morgenvroeg ga ik meteen naar de caravanboer", zeg ik tegen lief die die avond zijn eigen huis weer opzoekt. 
"Mammmma, ik moet om zeven uur met de trein!", gilt Sanne de volgende morgen om half zeven vanaf de zolder. Opeens bedenk ik tot mijn grote schrik dat de caravan nog steeds jammerlijk aan de auto vast zit. Ik krijg de kriebels over de krabbels. "Mammma, ik heb zo'n buikpijn, kan ik naar de dokter?" Lucinde komt kromgetrokken de trap af. "Mammma, hoe laat moet ik eigenlijk bij de tandarts zijn?" vraagt Niels met een tandenborstel in zijn mond. 
"Mama, ik schaam me dood, dit is toch niet normaal, 's ochtends vroeg, echt onvoorstelbaar dat jij altijd van die idiote dingen hebt en andere mensen niet" moppert Sanne, terwijl ik de uitsteekspiegels heb aangeschroefd en het gevaarte in beweging zet richting het station."Mama schiet op, gassen, anders kom ik te laat!" kreunt ze naast me. Als ik met een noodgang met de caravan achter me aan het stationsplein opdreun springen de wachtende reizigers van schrik de stoep op. Vervolgens kom ik met het zweet in mijn handen weer thuis, stapt Lucinde in en race ik met het hele hebben en houen naar de dokterspraktijk. "Mama, dit is zooo DOM", bijt ze me in de gauwigheid nog toe. Tenslotte rij ik hotseknotsend en slalommend met die hut op mijn hielen door een drukke woonwijk om met Niels naar de tandarts te gaan. Tot overmaat van ramp bedenk ik op de terugweg dat ik ook nog boodschappen moet halen dus manoeuvreer ik het hele circus naar de parkeerplaats van de supermarkt, met alle hilariteit van dien.
Als ik eindelijk weer in huis zit nadat ik tijden bezig ben geweest 'vooruit-achteruit-vooruit-achteruit' om de combinatie recht langs de straat te krijgen, belt lief.
"Ga er maar niet mee rijden, ik kom zo wel bij je en dan ga ik er wel even mee naar de caravanboer.........".           

Geen opmerkingen:

Een reactie posten