vrijdag 21 maart 2014

"Mama ben je nou blij...?" (Kroatie 2007)



"Mama gaan we nu eindelijk eens ergens anders heen dan Italië?"
Mijn drie bloedjes zijn om me heen komen staan terwijl ik me voor de zoveelste avond heb verschanst achter de computer om een leuke vakantiebestemming uit te vlooien voor de op handen zijn zomervakantie. "Er zijn zo nog zoveel andere landen waar we heen kunnen", zegt Niels die vervolgens, als onze topografie deskundige, een heel regiment landen in de wereld opsomt, inclusief hoofdsteden. "Ja Niels, dat weten we wel, maar we moeten er wel heen kunnen rijden", legt Sanne moederlijk uit waarop er een zucht over zijn lippen komt en hij afdruipt naar zijn kamer om zich bezig te houden met zijn nieuwste legoproject.
Na vijf avonden op rij tot in de kleine uurtjes gezocht te hebben bedenk ik een plan om enerzijds de wens van mijn bloedjes te honoreren en anderzijds ook zelf aan mijn trekken te komen en nu eindelijk eens Venetië te bezoeken. Ik besluit een appartement in Istrië te boeken van waaruit een rechtstreekse bootdienst loopt naar Venetië. Ik verkneukel me al op voorhand en zie in gedachten de gezichten van mijn reisgenoten voor me.
De volgende morgen vertel ik mijn plan aan de drie slaperige koppies. Ze zijn meteen wakker. "Wat gemeen ben jij toch mama, wij willen niet naar Italië!" klinkt het uit drie monden waar de hagelslag in fonteinen uitspuit.
Als we ons een paar weken later na een lange autorit goed en wel in ons appartement in Porec hebben geïnstalleerd hang ik al aan de lijn met de reisorganisatie om vier plekken voor de overtocht naar Venetië te reserveren. Op de dag van vertrek vallen de mussen dood van het dak. De stemming is ver beneden peil, met name Niels heeft een stevige bokkenpruik op. Op de boot is de airco uitgevallen en we waaien ons de blubbers met servetjes en menukaartjes. Als we eindelijk half gesmolten in de haven aankomen en hebben aangelegd, wurmt Niels zich uit pure chagrijn tussen de menigte op de loopplank door en smeert hem in een deinende massa richting het historische doolhof van de stad. Als de meiden erachteraan vliegen ben ik in een tijd van een mum mijn hele gezelschap kwijt. "Waar ben ik in godsnaam aan begonnen?", vraag ik me wanhopig af terwijl ik probeer mijn ogen te fixeren op mijn twee dametjes in hun felle zomerjurkjes die zich een weg banen door de bewegende meute. Als ze na een eeuwigheid puffend en kreunend met Niels in hun kielzog mij weer hebben gevonden vervolgen we onze weg over de hoge bruggetjes, door de smalle straatjes en springen van schaduwplek naar schaduwplek. Het is niet te harden. Niemand heeft ook maar enige interesse voor al het moois om ons heen, we hangen aan kranen voor wat verkoeling, we zitten uitgeteld op het San Marcoplein en als we richting de boot moeten voor de terugreis ben ik tot overmaat van ramp in de wirwar van straatjes en bruggetjes de weg kwijt. "Nee he mama, straks missen we de boot ook nog!" hijgt Sanne met een gezicht als een oorwurm. 
"Mama, ben je nu blij dat je in Italië bent geweest?" vraagt Niels met een uitgezakt gezicht en   terwijl hij even een moment van onoplettendheid heeft zie ik in slow motion dat de inhoud van zijn inmiddels slap geworden ijshoorntje als een lawine over zijn shirt glijdt ...   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten