maandag 23 december 2013

Mijn puber kamer jaren 70



Mijn kamer, mijn domein, daar waar ik de wereld buiten sloot als tiener, als puber.
De kamer met de drie grote ramen, de okergele gordijnen, het nisje met de wastafel, dat afgesloten kon worden met de grof gehaakte oranje gatenvitrage. Links als je binnen kwam het eveneens okergele ronde oliekacheltje waar ik 's winters in mijn rotanstoel voor zat, vaak met mijn dikke sokken tegen de warme rand om op temperatuur te komen na een lange schooldag, andere keren starend naar de smalle glaasjes waarachter ontelbare kleine vlammetjes sierlijk op en neer dansten, en met afdwalende gedachten zoals alleen pubers dat kunnen hebben. 
Mijn kamer aan de Berkenlaan in Haren, waar ik mijn eigen wereld schiep, gekleurde flesjes in alle soorten en maten verzamelde, allerhande soorten cactussen op de vensterbanken uitstalde, de glazen miniatuur hondjes, de gevonden schelpen, het bamboe uiltje voor het raam, de zeilposters aan de muur.
En in de hoek rechts naast het bureau stond de oude zwart-wit televisie die mijn vader ergens op de kop had getikt en waar ik vaak tot 's avonds laat stiekem Laurel en Hardy op keek. Het grote zwarte visnet dat aan het plafond gedrapeerd was en waarvoor ik van mijn zakgeld zo ongeveer elke week wel een glazen bol, wat brokken kurk, een papier mache vis of grote schelpen kocht die ik er vervolgens in legde of aan hing. 
Mijn kamer, ik was er graag. Meters katoen haakte ik er tot lampen en vitrages, oude witte overhemden van mijn oom borduurde ik vol met bloemetjes, spijkerbroeken voorzag ik er van kanten randjes. 
De vertrouwde plek waar ik zoveel uren van mijn jeugd doorbracht. Het bureau met de   boekenplanken erboven, mijn favoriete serie historische romans van Jean Plaidy, de schoolboeken van het Zernike, de schriften, de bosatlas. Ze hoorden bij me, evenals de honderden gedichten die ik vanaf mijn veertiende schreef en die als stille getuigen van mijn groei naar adolescentie na ruim veertig jaar nog steeds in mijn nachtkastje liggen. 
En tenslotte aan de lange wand mijn bed met het oranje sprei waarin ik vertroeteld werd als ik ziek was, waarin ik durfde te dromen, maar waarin ik tegelijkertijd bang was om de wereld van deze kamer voorgoed achter me te laten......   

1 opmerking: