dinsdag 24 december 2013

Dichtend van puber naar adolescent



In 1977, na mijn eindexamen Havo kreeg ik mijn eerste rood zijden boekje met 368 maagdelijke pagina's om mijn gedichten in op te schrijven. 
Mijn ouders wisten dat ik 's nachts schreef, zij kenden de diep gewortelde urgentie waar ik geen weerstand aan kon bieden.
Omdat mijn schoolwerk er niet onder te lijden had lieten ze het oogluikend toe. 
Als de buren vroegen waarom er 's nachts altijd licht op mijn kamer brandde, zei mijn moeder "Annet schrijft gedichten".  
Tot dan toe had ik alles op losse velletjes gekliederd en er een slordige hoge stapel van gemaakt die te pas en te onpas omviel. Vaak genoeg kreeg ik te horen "ruim het nu eens op!"
Eindelijk kon ik nu mijn gedichten bundelen, een platform geven en mezelf piekerend, mijmerend en twijfelend een weg ploeteren van onzekere puberjaren naar een periode van ontplooiing, zelfkennis en evenwicht, de ontluikende adolescentie. 
Anderhalf jaar later was elke bladzijde van de eerste dichtbundel gevuld en kreeg ik in augustus 1978 mijn tweede boekje. 
"Madelief" en "Vlucht" komen uit mijn eerste bundel.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten