dinsdag 3 november 2015

Verleden en heden (Jacob 2015)




















"Hallo meneer Dop, daar ben ik weer, hoe gaat het?".
De voordeur van de seniorenwoning staat al op een kier. Achter het heldere raampje zie ik het oude bekende gezicht dat ondanks zijn leeftijd nog net zo lacht als vroeger. Ik lach door het raampje terug en glip met mijn schrijfblok en pennen naar binnen. Daar begroet ik de vertrouwde 86 jarige, onhandig over de rollator heen, met drie kussen, waarna hij mij behoedzaam lopend voorgaat naar de woonkamer. 
"Leg je jas maar over de stoel, dan druk ik ondertussen het koffiezetapparaat aan". Hij grijpt de handvatten van zijn rollator weer en loopt in zijn eigen tempo naar de keuken. "Zal ik de televisie even uitdoen, anders leidt dat zo af" vraag ik terwijl ik naar het raam loop en de afstandbediening zoek. 
In de propere, mij nog relatief onbekende woning van de vader van mijn eerste echte vriendje, kan ik zelfs na veertig jaar niet anders dan me nu al thuis voelen. Ik herken, tijdens de wekelijkse uren dat ik nu zijn levensverhaal opteken, de sfeer waarin ik me vroeger zo op mijn gemak voelde, de ingelijste foto's op de kastjes. Met de afstandbediening nog in mijn hand kijk ik onwillekeurig naar buiten. 
"Meneer Dop, u woont nu zeker vlak achter het oude huis aan de Oosterweg? Ik weet dat nog goed, daar heb ik vroeger heel wat weekenden en uurtjes doorgebracht toen ik verkering had met Jacob, weet u dat nog? Elke week als ik nu bij u kom en langs dat huis rij komen die herinneringen weer boven. Het was een mooie tijd." 
Vanaf het aanrecht klinkt gerammel van kopjes. "Ja, dat was een mooie tijd Annet". 
Als hij voorzichtig manoeuvrerend terugkomt uit de keuken staat er een dienblaadje op zijn rollator met daarop 2 kopjes koffie, wat melk cupjes, suiker en een koektrommeltje. 
"Zal ik het laatste wat ik heb opgeschreven nog even voorlezen, meneer Dop, dan kunnen we dan zien waar we vorige week waren gebleven" zeg ik, als hij zijn rollator heeft geparkeerd en me de koekjestrommel voorhoudt. 
"Eerst nog een koekje" zegt ie met een schalkse blik, waarna ik mijn pen ter hand neem en hij honderduit vertelt. 
"Doe je de groeten aan je moeder en tante Wil?" roept ie als ik weer in de auto stap.   
Het blijven bijzondere ontmoetingen die ik keer op keer koester.


Annet   


   

Geen opmerkingen:

Een reactie posten