donderdag 2 januari 2014

Zurich met mijn bloedjes na meer dan 30 jaar



Zurich 2007
"Op de terugweg uit Italië wil ik jullie Zurich laten zien". 
Ik zak neer op een stoel en wacht hun reactie af. Mijn bloedjes hangen lusteloos op de bank, pikken af en toe verveeld een chippie van de tafel, maar veren nu opeens enthousiast op. "Oh mama, dat is toch Zwitserland, daar heb jij toch gewoond?", Niels kauwt snel en krakend door. Ze gaan alledrie rechtop zitten en zijn 1 en al oor. "Ik heb al een hotel geboekt in het centrum met zicht op het oude gedeelte van de stad, Niederdorf, daar ging ik vaak heen als ik me verveelde". "Maar hoezo verveelde je je dan?" wil Sanne weten. "Nou ik had geen tv en ik kende in het begin niemand, dan ging ik 's avonds naar het plein om naar de straatmuzikanten te luisteren en daarna ging ik op mijn kamer brieven schrijven, ik voelde me in die tijd best vaak alleen".
Toen ik de eerste bordjes 'Zurich' zag, realiseerde ik me opeens dat dit de eerste keer was dat ik per auto de stad naderde. Ik had hier tijdens mijn studie uitsluitend per trein gereisd, niet alleen naar huis en vice versa, maar ook als lid van de internationale jeugdherbergcentrale naar ontelbare wandelbestemmingen in Zwitserland. 
Ik wist instinctief dat dit een bijzondere 'sentimental journey' zou worden. Na zoveel jaren zou ik met mijn kinderen al die plekjes bezoeken die voor mij zo verweven waren met de 4 studiejaren in Zurich. We dropten onze spullen in Hotel "Das goldene Schwert", en ik kon niet wachten om de vertrouwde stad in te gaan, de geuren te ruiken, de herinneringen weer vrij te laten.  Ik voelde me net een kind dat een cadeautje zou krijgen. "Mama, loop niet zo snel, wij zijn er ook nog!" hoorde ik achter me kreunen. 
Natuurlijk was Café Amsterdam er nog, in het smalle straatje achter de Bahnhofstrasse, waar ik menige bezoeker uit Nederland mee naartoe had gesleept om pannenkoeken te eten.  En "kijk jongens" het rode hellende Polybahntje waarmee ik van de Uni de binnenstad inratelde stond ook anno 2007 geduldig te wachten op nieuwe passagiers, het Hauptbahnhof daarentegen was een stuk moderner geworden.
Mijn kinderen keken hun ogen uit. "Goh mama dat jij hier hebt gewoond, ik kan het bijna niet geloven", "En moest je toen de hele tijd een andere taal spreken?" wil Niels weten. Tijdens de lange wandeling door de Bahnhofstrasse en omgeving, het waterfietsen op de Zurichsee en het keuvelen over de kinderkopjes van Niederdorf kon ik eindelijk al mijn verhalen kwijt en mijn kinderen kennis laten maken met een gedeelte van mijn verleden waar zij tot dat moment nauwelijks weet van hadden. 
Vanzelfsprekend eindigden we bij Villa Laetitia, aan de Clausiusstrasse nummer 52, Kreis 6, het studentenhuis waar ik 4 jaar had gewoond. Toen ik een foto van mijn drietal maakte voor het ijzeren hek van de villa, had ik het gevoel dat ik het laatste stukje van de puzzel op zijn plek legde.
's Avonds liep Niels naar het open raam van de hotelkamer, draaide zich naar mij om en zei :
"Mama, ik zie jouw plein.....".    
      




Geen opmerkingen:

Een reactie posten